Behandelkloof
Uit eerder (landelijk) onderzoek naar statushouders weten we dat psychische klachten vaak niet (h)erkend worden, omdat er in het land van herkomst een taboe en stigma heerst op GGZ zorg. Ook hebben mensen soms minder vertrouwen in hulpverlenging, is er onbekendheid met ons systeem en sluit de hulpverlening vaak ook minder goed aan, vanwege taal of ‘complexiteit’. Mogelijk is hierdoor ook sprake van een sterkere medicijnwens, omdat er op het gebruik van medicatie minder taboe heerst dan op GGZ behandeling.
Figuur 5. Utrechters met een Marokkaanse of Turkse herkomst gebruiken vaker alleen medicatie voor psychische klachten dan behandeling in de GGZ
Utrechters met een buitenlandse herkomst maken inderdaad vaker alleen gebruik van psychofarmaca voor psychische klachten dan Utrechters met een Nederlandse herkomst. Dit geldt met name voor Utrechters met een Marokkaanse of Turkse herkomst. Zij gebruiken vaker alleen medicatie voor psychische klachten, zoals antidepressiva of antipsychotica, en zijn niet in behandeling bij een GGZ-instelling. 10% van de Utrechters met bijvoorbeeld een Marokkaanse herkomst gebruikt alleen psychofarmaca en 8% is (ook) in behandeling bij een psycholoog. Dit verschil is niet te zien voor Utrechters met een Nederlandse herkomst: van de Utrechters met een Nederlandse herkomst is 7% in behandeling bij een psycholoog en 7% gebruikt alleen medicatie. Deze sterkere medicijnwens werd ook genoemd in gesprekken met zorgprofessionals (o.a. buurtteams, Al Amal en Wishing Well West) over deze doelgroep.
Waar in Utrecht is deze behandelkloof het meest zichtbaar?
Uit deze rapportage blijkt dat er in Utrecht een behandelkloof is voor inwoners met een uitkering en een buitenlandse herkomst. Deze inwoners hebben waarschijnlijk een behandeling nodig voor psychische klachten, maar krijgen deze niet. Om te onderzoek waar in Utrecht deze behandelkloof het grootst is hebben we per buurt het GGZ gebruik naar herkomst berekend voor inwoners met een uitkering als inkomstenbron. Het verschil in percentage geeft de behandelkloof in die buurt weer en dus een mogelijke discrepantie tussen zorgvraag en zorgaanbod (zie Figuur 5).
Figuur 6. Behandelkloof per buurt voor inwoners met een uitkering
De buurten in Utrecht waar de behandelkloof het grootst is zijn weergegeven in Tabel 3. Dit zijn met name buurten in de wijken Leidsche Rijn en Zuidwest. Maar uiteraard ook in andere wijken van de stad. Ook zijn het vaker buurten waar relatief veel inwoners met een buitenlandse herkomst en een uitkering wonen. Dit geldt niet voor de Uithof, daar wonen juist vaker inwoners met een uitkering en een Nederlandse herkomst.
Buurtnaam | % GGZ met uitkering en Nederlandse herkomst | % GGZ met uitkering en buitenlandse herkomst | Behandelkloof |
---|---|---|---|
Utrecht | 44% | 31% | 13% |
Leeuwesteyn | 67% | 26% | 41% |
Transwijk-Zuid | 60% | 27% | 33% |
De Uithof | 62% | 30% | 32% |
Terwijde-West | 48% | 22% | 26% |
Kanaleneiland-Noord | 54% | 29% | 25% |
Het Zand-Oost | 56% | 32% | 24% |
Nieuw Hoograven-Zuid | 55% | 31% | 24% |
Zuilen-Noord | 49% | 25% | 24% |
Laan van Nieuw-Guinea, Spinozaweg e.o. | 50% | 27% | 23% |
Lunetten-Noord | 56% | 33% | 23% |