Inleiding
Gezondheidsverschillen ontstaan al op jonge leeftijd en worden groter als kinderen ouder worden..
De hoofdambitie in de beleidsnota Gezondheid: Samen gezondheidsverschillen verkleinen 2024-2027 is dat in 2040 de gezondheidsverschillen in Utrecht tussen de laagste en hoogste sociaal-economische groepen met 30% zijn afgenomen. Daarnaast zet het gemeentebestuur extra in op gelijke kansen met het coalitieakkoord: Investeren in Utrecht: Kiezen voor gelijke kansen, betaalbaar wonen en klimaat. Kansrijk opgroeien is zowel in het uitvoeringsprogramma: Ongelijk investeren voor gelijke kansen als in de Sociale Visie Utrecht een centraal thema, omdat hiermee de meeste impact op kansengelijkheid kan worden bereikt.
Om keuzes te maken in ongelijk investeren is het belangrijk te weten welke groepen tieners het meest op achterstand staan en hoe verschillen in gezondheid en factoren die gezondheid beïnvloeden zich ontwikkelen. Dit staat in deze speciale uitgave over ‘Gezondheidsverschillen bij Utrechtse tieners’.
Deze uitgave van de VMU focust op veranderingen in verschillen bij tieners van 10 t/m 16 jaar voor de thema’s in het Utrechts gezondheidsmodel:
- Gezondheid: ervaren gezondheid, mentale gezondheid en lichamelijke gezondheid.
- Factoren die gezondheid beïnvloeden: leefgewoonten, sociale uitsluiting en problemen in het functioneren op school, fysieke omgeving en veiligheid, vaccinatie en inkomenssituatie van het gezin.
Daarnaast beschrijven we welke groepen in 2023 het meest op achterstand staan in gezondheid en factoren die gezondheid beïnvloeden. We gebruiken de term kinderen voor basisschoolleerlingen van groep 7 en 8 en de term jongeren voor leerlingen uit de tweede en vierde klas van het voorgezet onderwijs. Als het over kinderen én jongeren gaat, spreken we over tieners. Veranderingen in verschillen in gezondheid en factoren die gezondheid beïnvloeden zijn onderzocht naar gender, gezinssamenstelling, herkomst, wijk, gezinswelvaart, klas en schoolniveau. We beschrijven de groepen waarin veranderingen hebben plaatsgevonden. Ook worden thema’s uitgelicht waar voor meerdere indicatoren gunstige of ongunstige veranderingen in verschillen zichtbaar zijn.
Er is een gunstige verandering in verschillen als verschillen tussen groepen kleiner worden, omdat de groep die op achterstand staat een gunstige ontwikkeling laat zien vergeleken met de anderen groepen.
Er is een ongunstige verandering in verschillen als:
- Verschillen groter worden
Een voorbeeld van verschillen die groter worden zien we bij faalangstige gevoelens naar gender. Utrechtse meisjes in groep 7 en 8 van de basisschool hebben vaker faalangstige gevoelens dan Utrechtse jongens. Meisjes hebben dan een achterstand. Omdat het percentage dat faalangstige gevoelens heeft tussen 2017 en 2021 is toegenomen onder meisjes en constant bleef onder jongens, is het verschil groter geworden over de tijd.
- Verschillen ongunstig kleiner worden
In sommige gevallen worden verschillen ongunstig kleiner. Dit zien we bijvoorbeeld bij eenzaamheid naar klas. Utrechtse jongeren in de tweede van het voortgezet onderwijs voelden zich in 2019 minder vaak eenzaam dan jongeren in de vierde klas . Bij tweedeklassers steeg dit percentage tussen 2019 en 2021, terwijl het percentage bij vierdeklassers constant bleef. Hierdoor zijn de verschillen in eenzaamheid naar klas verdwenen. De verschillen zijn ongunstig kleiner geworden omdat de gunstigste groep (in dit geval klas 2) een negatievere ontwikkeling laat zien dan de andere groep.
Voor informatie over gezondheidsverschillen bij jonge Utrechtse kinderen lees de uitgave De eerste 1000 dagen van Utrechtse kinderen. Bekijk de uitgave Gezondheidsverschillen bij volwassenen om meer te weten te komen over factoren die gezondheid beïnvloeden van Utrechtse volwassenen. Algemene informatie over trends in gezondheid van tieners delen we via de Samenvatting onderzoek jeugd.