Image
Utrecht panorama

Utrechts gezondheidsmodel

Het Utrechts gezondheidsmodel laat zien welke onderliggende factoren gezondheid beïnvloeden. Sommige factoren staan dicht bij de inwoner en beïnvloeden direct de gezondheid. Dit zijn de persoonlijke kenmerken (groene laag) en de leefomstandigheden (blauwe laag) in het model. Andere factoren staan verder van de inwoner en beïnvloeden indirect de gezondheid omdat ze zorgen voor verschillen in kansen op gezondheid. Dit zijn factoren van de sociaal-economische positie (donkerblauwe laag) en de maatschappelijke, economische en politieke context (paarse laag).

Het Utrechts gezondheidsmodel is een combinatie van verschillende theoretische modellen over gezondheid en gezondheidsverschillen. We gaan daarbij uit van een brede en positieve benadering van gezondheid, met de Utrechter centraal. Het model is een versimpelde weergave van een complexe werkelijkheid. Het helpt om samenhangend en over verschillende domeinen heen naar gezondheid en kansen op gezondheid te kijken en hierover te praten. Door figuren over te laten lopen over meerdere lagen geven we weer dat de verschillende lagen en de factoren met elkaar samenhangen. De volgende alinea’s beschrijven per laag van het gezondheidsmodel de verschillende factoren van boven naar beneden. 

Het Utrechts gezondheidsmodel vormt de basis voor de Volksgezondheidsmonitor Utrecht en het Utrechts Gezondheidsprofiel.

Image
Gezondheid en de onderliggende oorzaken van gezondheid staan centraal in het Utrechts gezondheidsmodel

Gezondheid

De gezondheid van Utrechters staat centraal in het model. In aansluiting op het concept van positieve gezondheid is gezondheid het vermogen om te gaan met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Voorbeelden van gezondheidsindicatoren die hieronder vallen zijn regie over het leven, ervaren gezondheid, mentale gezondheid en lichamelijke gezondheid. In deze laag staan fietsers afgebeeld, met verschillende maten en soorten fietsen. Dit gaat over kansengelijkheid: zorgdragen voor eerlijke kansen op gezondheid. Dit staat centraal in de aanpak van het verkleinen van gezondheidsverschillen.

Persoonlijke kenmerken

De laag persoonlijke kenmerken gaat over factoren die dicht bij de inwoner zelf liggen en bestaat uit lichamelijke kenmerken, leefgewoonten en mentale kenmerken en stress. Lichamelijke kenmerken zijn factoren die samenhangen met het ouder worden of met geslacht en bijvoorbeeld ook erfelijke aanleg en bloeddruk. Bij leefgewoonten gaat het bijvoorbeeld over bewegen, voeding en alcohol- en middelengebruik. Onder mentale kenmerken en stress vallen bijvoorbeeld gevoeligheid voor prestatiedruk, persoonlijkheid en life events. Maar ook het 'doenvermogen' valt hieronder.

Leefomstandigheden

Onder leefomstandigheden valt de sociale leefomgeving, fysieke leefomgeving, veiligheid en zorg- en hulpverlening. Ook de digitale omgeving hoort bij de leefomstandigheden. Bij de sociale leefomgeving gaat het om het netwerk waarvandaan mensen steun en hulp ervaren. Zoals emotionele steun, praktische hulp en sociale contacten. De fysieke leefomgeving betreft de omstandigheden waarin mensen wonen, leven en werken: groen, geluid en luchtkwaliteit, voedselomgeving, woon- en werkomstandigheden en voorzieningen zoals kinderopvang, speeltuinen en openbaar vervoer. Veiligheid gaat over de sociale en fysieke veiligheid, waaronder huiselijk geweld. Bij zorg- en hulpverlening gaat het om het werk van zorg- en hulpverleners die vallen onder de publieke gezondheidszorg of het Nederlands zorgstelsel. Denk hierbij aan jeugdgezondheidszorg, buurtteams, huisartsen en medisch specialisten.

Sociaal-economische positie

De sociaal-economische positie bestaat uit de inkomenssituatie, opleiding en vaardigheden, participatie en discriminatie. De inkomenssituatie is het totaal aan inkomsten en uitgaven en de balans hierin. Opleiding en vaardigheden betreft het onderwijs dat iemand gevolgd heeft en de vaardigheden die iemand aangeleerd heeft, zoals gezondheidsvaardigheden, geletterdheid en digitale vaardigheden. Bij participatie gaat het om werk, vrijwilligerswerk of het volgen van een opleiding. Met discriminatie wordt hier systemische discriminatie bedoeld: de situaties waarin groepen in mindere mate toegang hebben tot zaken met gevolgen voor hun sociaal-economische positie.

Maatschappelijke, economische en politieke context

Bij de maatschappelijke, economische en politieke context hoort de besturing van de maatschappij, de landelijke en lokale economie, het landelijk en gemeentelijk beleid en wet- en regelgeving en maatschappelijke waarden en normen. Bij landelijk en gemeentelijke beleid en wet- en regelgeving gaat het bijvoorbeeld om beleid en regelgeving rondom wonen, werkgelegenheid, opleiding, zorg en sociale zekerheid. Bij maatschappelijke waarden en normen gaat het om hetgeen we als groep belangrijk vinden en wat de ongeschreven gedragsregels zijn.

Een voorbeeld van hoe factoren van invloed kunnen zijn op gezondheid

Landelijk en gemeentelijk beleid op het gebied van werkgelegenheid is van invloed op de (kansen op) inkomens- en werksituatie. Inkomens- en werksituatie zijn vervolgens van invloed op de omstandigheden waarin iemand woont, werkt en leeft. Dit heeft dan bijvoorbeeld invloed op iemands sociale contacten en leefgewoonten. Flexibilisering van de arbeidsmarkt en een overspannen huizenmarkt creëren bijvoorbeeld verschillen in (kansen op) inkomen en woonomstandigheden en creëren ook verschillen (in kansen) op stress en leefgewoonten zoals rookgedrag.