Image
Twee jongeren in gesprek

Mentale gezondheid

Samenvatting

Jeugd

  • Ongunstige ontwikkelingen mentale gezondheid in coronaperiode zetten niet verder door 
  • Meisjes hebben een minder goede mentale gezondheid 
  • Meisjes zijn sneller boos, jongens vechten vaker 
  • Kinderen in eenoudergezin hebben een minder goede mentale gezondheid 
  • Havo-leerlingen ervaren vaker stress en prestatiedruk 
  • School of huiswerk is bij kinderen en jongeren de grootste veroorzaker van stress 
  • Kinderen met een buitenlandse herkomst maken zich zorgen om het schooladvies  
  • Kinderen uit Overvecht en Zuidwest hebben vaker zorgen over hun schooladvies 

Jongvolwassenen

  • Ruim een op de vijf jongvolwassenen in Utrecht heeft matige of ernstige psychische klachten
  • Lichte psychische klachten onder jongvolwassenen met een wo-opleiding nemen af
  • Ongeveer een derde van de migranten heeft psychische klachten
  • Een kwart van de Utrechtse jongvolwassenen voelt zich vaak beperkt door psychische klachten
  • Ruim de helft van de jongvolwassenen voelt zich (heel) vaak gestrest
  • School of studie is de vaakst genoemde stressbron
  • Jongvolwassenen met een hbo-opleiding ervaren het vaakst stress
  • Acht op de tien Utrechtse jongvolwassenen zijn voldoende weerbaar
  • Helft van jongvolwassenen zat niet lekker in zijn vel en had door coronaperiode hulp nodig
  • Een op de zeventien jongvolwassenen heeft suïcidale gedachten
  • Driekwart van de jongvolwassenen die zelfstandig wonen ervaart hoge prestatiedruk
  • Mbo-studenten voelden in coronatijd meer druk van schoolwerk en waren vaker hyperactief

Volwassenen

  • Hoog risico op psychische problemen is toegenomen
  • Volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben een minder goede mentale gezondheid
  • Hoog risico op psychische problemen bij volwassenen met havo-, vwo- of mbo-opleiding verdubbeld
  • Utrechters uit Overvecht en Zuidwest hebben een hoog risico op psychische problemen
  • 27% van de Utrechtse volwassenen heeft psychische klachten
  • Alleenstaande ouders en eenpersoonshuishoudens hebben vaker psychische klachten 
  • Ruim vier op de tien Utrechters met basisonderwijs of vmbo heeft psychische klachten
  • Bijna drie op tien Utrechters had de afgelopen vier weken (heel) veel stress
  • Bijna vier op de tien Utrechters in een kwetsbare situatie heeft veel stress 
  • De mentale gezondheid van Utrechtse 18- tot en met 24-jarigen is minder goed
  • Eén op de honderd Utrechters heeft suïcidale gedachten

Ouderen

  • Ouderen met basisonderwijs of vmbo hebben vaker een hoog risico op psychische problemen
  • Ouderen die moeite hebben met rondkomen hebben een minder goede mentale gezondheid 
  • Migrantenouderen hebben een minder goede mentale gezondheid 
  • Eén op de vijf Utrechtse ouderen heeft psychische klachten
  • Eén op de tien Utrechtse ouderen had de afgelopen vier weken (heel) veel stress
  • Eén op de zeven 85-plussers in Utrecht heeft dementie
  • Meeste thuiswonende 65-plussers met dementie in Overvecht, Zuidwest en Vleuten-De Meern
Wat houdt het in?

Mensen met een goede mentale gezondheid zijn meestal tevreden 

Mentaal gezonde mensen zijn over het algemeen gelukkig en tevreden met hun leven. Zij kunnen omgaan met tegenslagen, ervaren niet te veel druk om te presteren en hebben bijvoorbeeld een vriendenkring waarin ze zich thuis voelen. Als mensen langere tijd mentaal niet goed in hun vel zitten heeft dat net als het hebben van chronische lichamelijke aandoeningen weerslag op de ervaren gezondheid en kwaliteit van leven. Ook kan mentale ongezondheid zich lichamelijk uiten. Dit noemen we psychosomatische klachten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan buikpijn, hoofdpijn, moe voelen en/of slecht slapen. Mentaal welzijn kan op verschillende manier gemeten worden.

Mentale gezondheid bij de jeugd 

Er zijn verschillende manier waarop de mentale gezondheid van kinderen en jongeren in beeld kunnen worden gebracht. Bij kinderen wordt gebruik gemaakt van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) en bij jongeren van de Mental Health Inventory-5 (MHI-5). Met de SDQ meten we verschillende aspecten zoals emotionele problemen, gedragsproblemen, hyperactief gedrag, beperkte sociale vaardigheden en problemen in de relaties met leeftijdsgenoten op basis waarvan we een verhoogd risico op psychosociale problemen kunnen signaleren. Met behulp van de MHI-5 kunnen we een onderscheid maken tussen jongeren die zich psychisch gezond voelen en jongeren die matige of ernstige psychische klachten hebben (matig of ernstig psychisch ongezond zijn). 

Daarnaast vragen we nog meer uit om een breed inzicht te krijgen in het mentale welzijn van de jeugd. Bij kinderen vragen we naar faalangstige gevoelens (meerdere stellingen), of ze vinden dat ze het goed doen op school en of ze zich zorgen maken over hun schooladvies. Bij jongeren vragen we naar prestatiedruk, weerbaarheid en gedachten aan zelfdoding bij jongeren. En natuurlijk bij beide groepen naar ervaren stress.

Mentale gezondheid (jong)volwassenen 

De mentale gezondheid van (jong)volwassenen meten we ook met de MHI-5 (zie hierboven). Bij volwassenen bepalen we ook het risico psychische problemen met behulp van de ‘Kessler Psychological Distress Scale’. Als iemand in de afgelopen vier weken zonder duidelijke oorzaak stemmingswisselingen, zoals zenuwachtigheid, hopeloosheid, somberheid en rusteloosheid ervaart, kan er sprake zijn van een psychische aandoening. Van alle psychische stoornissen komen angststoornissen en stemmingsstoornissen, zoals depressie het meest voor. Net als bij jongeren vragen we ook naar de ervaren stress en gedachten aan zelfdoding. Bij jongvolwassenen vragen we specifiek nog naar prestatiedruk.

Kijk in de open data van Utrecht in Cijfers, voor meer toelichting op de gestelde vragen. 

Cijfers over jeugd

Ongunstige ontwikkelingen mentale gezondheid in coronaperiode zetten niet verder door 

Eerdere ongunstige ontwikkelingen tijdens de coronaperiode in de mentale gezondheid van de jeugd zetten in het najaar van 2023 niet verder door. Stress onder jongeren is juist na corona gestegen.  

Het percentage jongeren uit de tweede en vierde klas van het voortgezet onderwijs met matige of ernstige psychische klachten in de afgelopen vier weken is na de coronaperiode gedaald van 9% in 2021 naar 6% in 2023. Ook ernstige klachten zijn gehalveerd naar 2% in 2023. Gevoelens van faalangst onder kinderen uit groep zeven en acht van het basisonderwijs is met 13% terug op het niveau van voor de coronaperiode na een eerdere stijging van 18% in 2021. 15% van de kinderen heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen en dit is gestabiliseerd na een stijging in 2021.

Tegelijkertijd voelen jongeren zich in 2023 vaker gestrest dan in 2021. Bij kinderen stijgt het percentage dat zich vaak gestrest voelt niet verder door na een toename in de coronaperiode. Kinderen maken zich wel meer zorgen om hun schooladvies. Dit is gestegen van 22% in 2021 naar 30% in 2023.

Percentage van de jeugd dat zich (heel) vaak gestrest voelt tussen 2019 en 2023

Infogram URL
Hoe meten we mentale gezondheid

Bij kinderen is mentale gezondheid gemeten met behulp van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ). In de SDQ krijgen kinderen 25 vragen over hun gedrag en gevoelens van de afgelopen zes maanden en kunnen we een verhoogd risico op psychosociale problemen signaleren. Bij jongeren meten we mentale gezondheid met behulp van de ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe de jongeren zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan kunnen we een onderscheid maken tussen jongeren die zich psychisch gezond voelen en jongeren die matige of ernstige psychische klachten hebben (matig of ernstig psychisch ongezond zijn).

Faalangstige gevoelens bij kinderen is ook met meerdere stellingen uitgevraagd. Overige indicatoren zijn uitgevraagd met een enkele vraag. Kijk in de open data van Utrecht in Cijfers, voor meer toelichting op de gestelde vragen.

Meisjes hebben een minder goede mentale gezondheid

17% van de meisjes op het basisonderwijs heeft faalangstige gevoelens. Dit is twee keer zo vaak dan bij jongens. 9% van de meisjes op het voortgezet onderwijs heeft matige of ernstige psychische klachten. Dit is ruim twee keer zoveel dan bij jongens. Ook stress en prestatiedruk komen vaker voor bij meisjes dan bij jongens. 46% van de meisjes op het voortgezet onderwijs ervaart prestatiedruk. Bij jongens is dit 30%. Het verschil in stress neemt toe met de leeftijd.

Voelt zich (heel) vaak gestrest

Infogram URL

Meisjes zijn sneller boos, jongens vechten vaker

23% van de meisjes op het voortgezet onderwijs geeft aan dat ze meestal of altijd snel boos worden, tegenover 16% van de jongens. Jongens daarentegen vechten weer vaker. 17% van de jongens geeft aan wel eens te vechten op straat, op school of thuis. Dit geldt voor 9% van de meisjes.

Kinderen in een oudergezin hebben een minder goede mentale gezondheid

21% van de kinderen die opgroeien in een eenoudergezin heeft psychosociale problemen. Gemiddeld in Utrecht is dit 15%. Ook ervaren deze kinderen vaker stress, hebben ze vaker faalangstige gevoelens en vinden ze minder vaak dat ze het goed doen op school dan andere kinderen.

Havo-leerlingen ervaren vaker stress en prestatiedruk

56% van de havo-leerlingen voelt zich vaak gestrest. Bij vmbo-leerlingen is dit 48% en bij vwo-leerlingen 49%. Ook ervaart 42% van de havo- en vwo-leerlingen leerlingen regelmatig tot vaak prestatiedruk. Dit kan gaan om druk om aan eigen verwachtingen te voldoen en/of druk om aan de verwachtingen van iemand anders te voldoen. Bij vmbo-leerlingen is dit 29%. Jongeren die opgroeien bij beide ouders voelen zich minder vaak gestrest dan jongeren die niet bij beide ouders opgroeien.

Oorzaken van stress

Infogram URL

Kinderen met een buitenlandse herkomst maken zich vaker zorgen om het schooladvies

Ruim vier op de tien kinderen met een buitenlandse herkomst maakt zich zorgen om het schooladvies voor het voortgezet onderwijs. Dit is twee keer zo hoog in vergelijking met kinderen met een Nederlandse herkomst. Jongeren die in het buitenland zijn geboren ervaren ook vaker prestatiedruk.

Kinderen uit Overvecht en Zuidwest hebben vaker zorgen over hun schooladvies 

Image
In Overvecht en Zuidwest maakt ruim 40% van de kinderen zich zorgen om hun schooladvies. In Binnenstad, Noordoost en Zuid is dit maximaal 23%
Meer cijfers over mentale gezondheid
Kijk in de open data van Utrecht in Cijfers, voor meer cijfers over mentale gezondheid bij jeugd.
Cijfers over jongvolwassenen

Ruim een op de vijf jongvolwassenen in Utrecht heeft matige of ernstige psychische klachten

22% van de Utrechtse jongvolwassenen (16 t/m 25 jaar) geeft in mei t/m juli 2022 aan dat zij matige of ernstige psychische klachten ervaren. Dit is vergelijkbaar met de regio Utrecht en ook met de rest van Nederland. Ook is dit cijfer vergelijkbaar met de meting van 2021. De mentale gezondheid van jongvolwassenen staat dus nog steeds onder druk. 7% van de jongvolwassenen heeft ernstige psychische klachten. Dit is lager dan gemiddeld in Nederland en vergelijkbaar met de regio. In de regio daalt dit percentage en ook in Utrecht lijkt het aantal jongvolwassenen met ernstige psychische klachten te dalen. Vrouwen hebben vaker (ernstige) klachten dan mannen. Jongvolwassenen met voortgezet onderwijs of met een mbo-opleiding hebben vaker (ernstige) klachten terwijl jongvolwassenen met een wo-opleiding dit juist minder vaak hebben.

Percentage jongvolwassenen met psychische klachten

Image
Ruim een kwart van de jongvolwassenen met voortgezet onderwijs of mbo-opleiding heeft matig tot ernstige psychische klachten. Dit is 18% bij wo.

Lichte psychische klachten onder jongvolwassenen met een wo-opleiding nemen af

Tussen 2021 en 2022 is het percentage jongvolwassenen met een wo-opleiding met lichte psychische klachten afgenomen. In Utrecht zijn meer jongvolwassenen met lichte klachten dan in de regio Utrecht. 

Ongeveer een derde van de migranten heeft psychische klachten

35% van de jongvolwassenen die niet in Nederland zijn geboren heeft matig of ernstige psychische klachten. Dit is hoger dan bij andere jongvolwassenen. Jongvolwassenen met een Nederlandse herkomst hebben minder vaak (ernstige) psychische klachten.  

Hoe meten we de psychische gezondheid?
Psychische gezondheid bij jongvolwassenen is gemeten met behulp van de internationale standaard ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe de jongvolwassenen zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan wordt onderscheid gemaakt tussen jongvolwassenen die zich psychisch gezond voelen en jongvolwassenen die lichte, matige of ernstige psychische klachten hebben.

Een kwart van de Utrechtse jongvolwassenen voelt zich vaak beperkt door psychische klachten

25% van de jongvolwassenen voelt zich in het dagelijks leven vaak beperkt door psychische klachten. Dit is vergelijkbaar met andere jongvolwassenen in Nederland. In de regio Utrecht is dit lager (22%). Jongvolwassenen in Overvecht en Zuidwest geven vaker aan dat zij zich vaak beperkt voelen door psychische klachten. Dit geldt ook voor jongvolwassenen met voortgezet onderwijs en jongvolwassenen die alleen wonen.

Voelt zich vaak beperkt in het dagelijks leven door psychische klachten

Image
In Overvecht en Zuidwest voelen jongvolwassenen zich vaker beperkt in het dagelijks leven door psychische klachten

Ruim de helft van de jongvolwassenen voelt zich (heel) vaak gestrest

53% van de jongvolwassenen voelt zich (heel) vaak gestrest. Dit geldt voor 62% van de vrouwen en 41% van de mannen. Onder jongvolwassenen in de regio en in Nederland is dit lager, namelijk 46% en 48%. 14% van de jongvolwassenen voelt zich (bijna) nooit gestrest.

School of studie is de vaakst genoemde stressbron

De meeste stress ervaren jongvolwassenen door studie of school, de combinatie van alles wat ze moeten doen en de eisen die ze aan zichzelf stellen. Bijna alle jongvolwassenen die aangeven (zeer) gestrest te zijn noemen minimaal twee stressbronnen.

Jongvolwassenen die (zeer) vaak gestrest zijn, zijn gestrest door:

Infogram URL

Jongvolwassenen met een hbo-opleiding ervaren het vaakst stress

57% van de 16- t/m 25-jarigen met een hbo-opleiding ervaart (heel) vaak stress. Onder jongvolwassenen met een mbo-opleiding is dit 43%. 56% van de jongvolwassenen die alleen wonen of samen met anderen, bijvoorbeeld in een studentenhuis, ervaren vaak stress tegenover 47% van de jongvolwassenen die bij hun ouders wonen. Ook jongvolwassenen die niet in Nederland zijn geboren hebben vaker stress dan andere jongvolwassenen (65%).

Acht op de tien Utrechtse jongvolwassenen zijn voldoende weerbaar

81% van de 16- t/m 25-jarigen is voldoende weerbaar. Dit betekent dat zij goed voor zichzelf kunnen opkomen. Dit is vergelijkbaar met andere jongvolwassenen in Nederland en de regio. Mannen zijn meer weerbaar dan vrouwen, 85% tegenover 78%. Ook jongvolwassenen met een mbo-opleiding zijn weerbaarder. Zowel jongvolwassenen met voortgezet onderwijs als jongvolwassenen met een wo-opleiding kunnen juist minder goed voor zichzelf opkomen.

Percentage jongvolwassenen dat voldoende weerbaar is

Infogram URL

De helft van de jongvolwassenen heeft door de coronaperiode hulp nodig (gehad) omdat ze niet lekker in hun zaten

50% van de jongvolwassenen heeft door de coronaperiode hulp nodig (gehad) omdat ze niet lekker in hun vel zaten. Het gaat hier om hulp van iemand uit de eigen omgeving en/of professionele hulp. Vrouwen geven dit vaker aan dan mannen. Ook jongvolwassenen die met anderen wonen, zoals in een studentenhuis, en jongvolwassenen met een hbo-opleiding geven dit vaker aan. 15% van de jongvolwassenen heeft nu nog last van corona gerelateerde gebeurtenissen, zoals angst die zij hadden voor een coronabesmetting van zichzelf of een dierbare, of geen afscheid hebben kunnen nemen van een overleden dierbare. Vrouwen geven dit vaker aan dan mannen en ook kinderen van migranten geven dit vaker aan. 4% heeft door deze corona gerelateerde gebeurtenissen een verhoogd risico op een posttraumatische stressstoornis (PTSS).

Percentage jongvolwassenen met risico op posttraumatische stressstoornis door corona gerelateerde gebeurtenissen

Infogram URL
Hoe meten we het risico op posttraumatische stressstoornis? 
Het risico op posttraumatische stressstoornis (PTSS) is gemeten met behulp van de PTSS Checklist volgens de DSM-5 (PCL-5). Dit is een internationale zelfrapportage vragenlijst met twintig vragen die de vier dimensies van PTSS meet. Jongvolwassenen met een hoge score hebben waarschijnlijk last van posttraumatische stressklachten en hebben mogelijk hulp en ondersteuning nodig.

Een op de zeventien jongvolwassenen heeft suïcidale gedachten

6% van de jongvolwassenen heeft in de afgelopen twaalf maanden (heel) vaak serieus gedacht een eind te maken aan hun leven en dit is vergelijkbaar met andere jongvolwassenen in Nederland en de regio. Suïcidale gedachten komt vaker voor bij jongvolwassenen met voortgezet onderwijs of een mbo-opleiding en onder jongvolwassenen in Overvecht. 71% heeft in de afgelopen twaalf maanden nooit aan zelfdoding gedacht.

Denk je aan zelfmoord of maak je je zorgen over iemand? Praat erover. Bel 0800-0113 of chat via 113.nl

Driekwart van de jongvolwassenen die zelfstandig wonen ervaart hoge prestatiedruk

Driekwart van de jongvolwassenen die zelfstandig wonen of met andere jongeren (zoals in een studentenhuis) geeft zelf aan dat zij een (redelijk) hoge prestatiedruk ervaren. 56% van de jongvolwassenen die thuis wonen geeft dit aan. Gemiddeld is dit 69%. 22- t/m 25-jarigen, jongvolwassenen zonder migratieachtergrond en jongvolwassenen met een vwo- of wo-opleiding geven dit vaker aan. 15% van de jongvolwassenen ervaart een heel hoge prestatiedruk.

Ervaart prestatiedruk door:

Infogram URL

Mbo-studenten voelden in coronatijd meer druk van schoolwerk en waren vaker hyperactief

Tussen het najaar van 2019 en het voorjaar en najaar van 2020 is het aantal mbo-studenten dat aangaf (nogal) veel druk te ervaren door schoolwerk toegenomen van twee op de tien naar bijna vier op de tien. Hyperactiviteit (snel afgeleid of rusteloos zijn) nam toe van 29% in het najaar van 2019 tot 39% in het najaar van 2020. Eind 2021-beging 2022 is er geen verandering opgetreden in druk door schoolwerk en hyperactiviteit. Dit blijkt uit vervolgonderzoek (onder een kleinere groep studenten). Wel zien we een toename in emotionele problemen tussen najaar 2020 en 2021, die we tot najaar 2020 niet zagen. Steun van het gezin en vrienden lijkt weer terug te komen op het niveau van najaar 2019. Het zelfvertrouwen van mbo-studenten verandert tijdens de gehele coronaperiode niet. Ondanks de verschillende ongunstige veranderingen in de mentale gezondheid van de mbo-studenten in coronatijd gaat het met de mentale gezondheid van de meerderheid van hen goed.

Cijfers over volwassenen

Hoog risico op psychische problemen is toegenomen

In het najaar van 2022 heeft 11% van de Utrechtse volwassenen een hoog risico op psychische problemen, zoals een depressie of angststoornis. De afgelopen jaren was dit 7%. Deze toename is ook landelijk en in de andere grote steden zichtbaar. Het percentage in Utrecht is vergelijkbaar met Nederland, maar lager dan in de andere grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

Volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben een minder goede mentale gezondheid

Utrechters (18-64 jaar) die moeite hebben met rondkomen hebben een hoger risico op psychische problemen, vaker psychische klachten en ervaren vaker stress dan Utrechters zonder moeite met rondkomen. Het verschil in hoog risico op psychische problemen tussen Utrechters die wel en geen moeite hebben met rondkomen is de afgelopen jaren groter geworden.

Infogram URL

Hoog risico op psychische problemen

Infogram URL

Hoog risico op psychische problemen bij volwassenen met havo-, vwo- of mbo-opleiding verdubbeld

Onder 18- t/m 64-jarigen die een havo-, vwo- of mbo-opleiding hebben afgerond stijgt het percentage Utrechters met een hoog risico op psychische problemen van 8% in 2020 tot 17% in 2022. Dit is nu hoger dan gemiddeld in Utrecht. Ook bij de andere opleidingsniveaus stijgt het percentage Utrechters met een hoog risico op psychische problemen.  

Utrechters met een hbo- of wo-opleiding hebben nog wel minder vaak een hoog risico op psychische problemen dan Utrechters met een andere opleiding.

Infogram URL

Utrechters die wonen in de wijken Overvecht en Zuidwest hebben een hoog risico op psychische problemen

In Overvecht en Zuidwest wonen relatief veel mensen met een hoog risico op psychische problemen. In Overvecht was dit in 2020 13% en in 2022 21% Ook in de wijken Noordwest en Oost in het percentage in 2022 min of meer verdubbeld.

Infogram URL

Hoe meten we mentale gezondheid?

Mentale gezondheid is gemeten met twee verschillende vragensets.  

Het risico op een angststoornis of depressie is ingeschat met behulp van de ‘Kessler Psychological Distress Scale’. Als iemand in de afgelopen vier weken zonder duidelijke oorzaak stemmingswisselingen, zoals zenuwachtigheid, hopeloosheid, somberheid en rusteloosheid ervaart, kan er sprake zijn van een psychische aandoening. Van alle psychische stoornissen komen angststoornissen en stemmingsstoornissen, zoals depressie het meest voor. In de tekst noemen we deze maat ook wel risico op psychische problemen.

Psychische klachten zijn gemeten met de internationale standaard ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe Utrechters zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan wordt onderscheid gemaakt tussen Utrechters die zich psychisch gezond voelen en Utrechters die lichte, matige of ernstige psychische klachten hebben.

 

27% van de Utrechtse volwassenen heeft psychische klachten

Bijna drie op de tien volwassenen (18-64 jaar) ervaart in het najaar van 2022 psychische klachten. Dit is hoger dan in de rest van Nederland en lager dan in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. 4% heeft ernstige psychische klachten. Vrouwen ervaren vaker psychische klachten dan mannen.

Alleenstaande ouders en eenpersoonshuishoudens hebben vaker psychische klachten

Infogram URL

Ruim vier op de tien Utrechters die basisonderwijs of vmbo hebben afgerond hebben psychische klachten

42% van de Utrechters die basisonderwijs of vmbo heeft afgerond heeft psychische klachten. Dit is hoger dan gemiddeld in Utrecht. Ook bij Utrechters met havo, vwo of mbo komt dit vaker voor (34%). Ook ernstige psychische klachten komen vaker voor bij Utrechters die basisonderwijs of vmbo of havo, vwo of mbo hebben afgerond, namelijk 8% en 6%.

Bijna drie op tien Utrechters had de afgelopen vier weken (heel) veel stress

28% van de volwassen Utrechters geeft aan dat zij de afgelopen vier weken (heel) veel stress hebben ervaren. Dit is hoger vergeleken met Nederland, maar vergelijkbaar met de andere grote steden. De grootste bron van stress is werk, gevolgd geldzaken en familie of vrienden. Voor een kwart van de Utrechters geldt dat zij (heel) veel stress ervaren door een combinatie van twee of meer bronnen. Met name 18- t/m 39 jarigen, Utrechters met een havo, vwo of mbo opleiding en inwoners van de Binnenstad ervaren vaker stress.

Image
Grootste stressbron is werk. 19% van Utrechtse volwassenen geeft dit aan. 13% geeft aan veel stress te hebben door geldzaken.

Bijna vier op de tien Utrechters in een kwetsbare situatie heeft veel stress  

Uit een peiling van panel Meetellen in Utrecht blijkt dat 38% van de Utrechters in een kwetsbare situatie (heel) veel last hebben van stress. Dit is hoger dan gemiddeld in Utrecht. 18% zegt geen stress te hebben. Meer dan de helft van de panelleden die aangeven dat ze stress ervaren hebben stress door het coronavirus. Ook ervaart 45% stress door hun gezondheid en 42% door slecht slapen.

De mentale gezondheid van Utrechtse 18- t/m 24 jarigen is minder goed

18- t/m 24-jarigen Utrechters scoren op stress en mentale gezondheid minder gunstig dan 25- t/m 64-jarigen. Ook zitten zij minder goed in hun vel door de coronaperiode en geven zij vaker aan dat zij meer stress ervaren dan voor de coronacrisis.

Infogram URL

Eén op de honderd Utrechters heeft suïcidale gedachten

1% van de 18-64 jarigen heeft in de afgelopen twaalf maanden (heel) vaak serieus gedacht een eind te maken aan hun leven. Dit is vergelijkbaar met andere volwassenen in Nederland en ander grote steden. 88% denkt hier nooit aan.

Denkt u aan zelfmoord of maakt u zich zorgen over iemand? Praat erover. Bel 0800-0113 of chat via 113.nl.

Cijfers over ouderen

Ouderen met basisonderwijs of vmbo hebben vaker een hoog risico op psychische problemen

In het najaar van 2022 heeft 15% van de Utrechtse 65-plussers die basisonderwijs of vmbo hebben afgerond een hoog risico op psychische problemen. Dit risico is onder alle 65-plussers toegenomen van 5% in 2020 tot 8% in 2022 en lijkt nu weer op eenzelfde niveau als in 2016 en eerder. Een hoog risico op psychische klachten komt onder Utrechtse ouderen vaker voor dan in de rest van Nederland, maar is wel vergelijkbaar met de andere grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

Infogram URL

Ouderen die moeite hebben met rondkomen hebben een minder goede mentale gezondheid  

Utrechtse 65-pussers die moeite hebben met rondkomen hebben een hoger risico op psychische problemen, vaker psychische klachten en ervaren vaker stress dan Utrechters zonder moeite met rondkomen.

Infogram URL

Hoe meten we mentale gezondheid?

Mentale gezondheid is gemeten met twee verschillende vragensets.  

Het risico op een angststoornis of depressie is ingeschat met behulp van de ‘Kessler Psychological Distress Scale’. Als iemand in de afgelopen vier weken zonder duidelijke oorzaak stemmingswisselingen, zoals zenuwachtigheid, hopeloosheid, somberheid en rusteloosheid ervaart, kan er sprake zijn van een psychische aandoening. Van alle psychische stoornissen komen angststoornissen en stemmingsstoornissen, zoals depressie het meest voor. In de tekst noemen we deze maat ook wel risico op psychische problemen.

Psychische klachten zijn gemeten met de internationale standaard ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe Utrechters zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan wordt onderscheid gemaakt tussen Utrechters die zich psychisch gezond voelen en Utrechters die lichte, matige of ernstige psychische klachten hebben.

 

Migrantenouderen hebben een minder goede mentale gezondheid  

Utrechtse 65-pussers die in het buitenland zijn geboren (migranten) hebben een minder goede mentale gezondheid en ervaren vaker stress dan 65-plussers die in Nederland zijn geboren. Ook zitten bijna twee keer zoveel migrantenouderen minder goed in hun vel door de coronaperiode dan de andere 65-plussers.

Infogram URL

Een op de vijf Utrechtse ouderen heeft psychische klachten

21% van de Utrechtse ouderen ervaart in het najaar van 2022 psychische klachten. Dit is hoger dan in de rest van Nederland en vergelijkbaar met de andere drie grote steden. 32% van de ouderen die basisonderwijs of vmbo hebben afgerond ervaart psychische klachten. 6% van deze groep heeft ernstige psychische klachten tegenover 3% in de totale groep ouderen.

Een op de tien Utrechtse ouderen had de afgelopen vier weken (heel) veel stress

10% van de Utrechtse 65-plussers geeft aan dat zij de afgelopen vier weken (heel) veel stress hebben ervaren. Dit is hoger vergeleken met Nederland, maar vergelijkbaar met de andere grote steden. De grootste bronnen van stress zijn gezondheid (6%), familie en vrienden en geldzaken (beide 3%). 6% ervaart (heel) veel stress door een combinatie van twee of meer bronnen. Het percentage ouderen dat stress heeft is vergelijkbaar met 2020.

Een op de zeven 85-plussers in Utrecht heeft dementie

Van de Utrechters van 85 jaar en ouder die thuis wonen heeft in 2021 15,8% een vorm van dementie. Gemiddeld heeft 5,4% van de thuiswonende 65-plussers in Utrecht dementie. De verwachting is dat het aantal Utrechters met dementie de komende jaren verder gaat stijgen. In 2050 zal het aantal Utrechters van 40 jaar en ouder met dementie ruim 3 keer zo hoog zijn dan in 2020. Dit blijkt uit cijfers van ziektekostenverzekeraars.

Het percentage thuiswonende 65-plussers met dementie is het hoogst in Overvecht, Zuidwest en Vleuten-De Meern

Infogram URL

Dementie is gedeeltelijk in beeld

In de declaratiegegevens van zorgverzekeraars is informatie terug te vinden over het voorkomen van dementie bij mensen die zelfstandig wonen op basis van de gebruikte zorg en/of medicatie. Mensen die in een zorginstelling wonen en zorg ontvangen van een verpleeghuisarts zijn niet meegenomen in deze cijfers (Bron: Vektis.nl)