Image
Twee jongeren in gesprek

Mentale gezondheid

Samenvatting

Kinderen

  • Meer Utrechtse kinderen hebben een verhoogd risico op psychosociale problemen dan voor corona
  • Kinderen in een eenoudergezin of met co-ouderschap hebben vaker verhoogd risico op psychosociale problemen
  • Kinderen uit Noordwest en Vleuten-De Meern hebben vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen
  • Bijna een derde van de kinderen voelt zich vaak gestrest
  • Ongunstig zelfbeeld en faalangstige gevoelens zijn toegenomen in coronatijd
  • Een kwart van de kinderen uit gezinnen met een lage welvaart heeft faalangstige gevoelens
  • Kinderen uit Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern hebben vaker faalangstige gevoelens of een ongunstig zelfbeeld

Jongeren

  • Het aantal Utrechtse jongeren met een verhoogd risico op psychosociale problemen is toegenomen
  • Vmbo-leerlingen zonder migratieachtergrond hebben vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen
  • Vwo-leerlingen hebben vaker een verhoogd risico op emotionele problemen
  • De helft van de havo- en vwo-leerlingen in Utrecht voelt zich vaak gestrest
  • 9% van de Utrechtse jongeren heeft psychische klachten
  • 89% van de Utrechtse jongeren is voldoende weerbaar
  • Een op de twintig jongeren heeft vaak serieuze suïcidale gedachten
  • Bijna een op de vijf jongeren heeft nog last van de coronaperiode 
  • Volgens jongeren is er meer aandacht nodig voor psychische gezondheid

Jongvolwassenen

  • Een kwart van de Utrechtse jongvolwassenen heeft psychische klachten
  • 36% van de Utrechtse jongvolwassen heeft depressieve klachten
  • 18% van de jongvolwassenen is behandeld voor psychische klachten
  • Ruim de helft van de jongvolwassenen heeft meer stress dan voor de coronacrisis
  • Bijna de helft van de jongvolwassenen is gestrest door school of studie
  • Driekwart van de jongvolwassenen die zelfstandig wonen ervaart hoge prestatiedruk
  • Een kwart van de mbo-studenten is overspannen of gestrest
  • Ruim één op de vijf mbo-studenten voelt druk door alles wat ze moeten doen
  • Mbo-studenten voelen in coronatijd meer druk van schoolwerk en zijn vaker hyperactief
  • Mbo-studenten met veel mentale problemen voor de coronaperiode worden niet sterker geraakt tijdens de coronaperiode

Volwassenen

  • 29% van de Utrechtse volwassenen heeft een psychische klacht
  • Bijna vier op de tien Utrechters met een laag opleidingsniveau hebben een psychische klacht
  • Utrechters met een migratieachtergrond hebben vaker een psychische klacht
  • 38% van de Utrechters die alleen wonen heeft een psychische klacht
  • 7% van de volwassenen heeft een hoog risico op psychische problemen
  • Kwart van de Utrechters voelt zich meer angstig door de coronacrisis
  • Een kwart van de Utrechters was de afgelopen vier weken gestrest
  • Utrechters met een migratieachtergrond zijn vaker gestrest
  • De psychische gezondheid van Utrechtse jongvolwassenen is minder goed dan die van volwassenen
  • Bijna vier op de tien Utrechters in een kwetsbare situatie heeft veel stress 

Ouderen

  • Eén op de zes Utrechtse ouderen heeft psychische klachten
  • 27% van de van de ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond heeft psychische klachten
  • Ruim vier op de tien 65-plussers in Utrecht heeft een risico op psychische problemen
  • Laagopgeleide ouderen hebben vaker een hoog risico op psychische problemen
  • Drie op tien 65-plussers met een migratieachtergrond voelt zich meer angstig door de coronacrisis
  • 16% van de 85-plussers in Utrecht heeft dementie
  • Eén op de tien ouderen was de afgelopen vier weken gestrest
  • Ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn vaker gestrest
Wat houdt het in?

Mensen met een goede psychische gezondheid zijn meestal tevreden

Psychische gezonde mensen zijn over het algemeen gelukkig en tevreden met hun leven. Zij kunnen omgaan met tegenslagen, ervaren niet te veel druk om te presteren en hebben bijvoorbeeld een vriendenkring waarin ze zich thuis voelen. Chronische psychische aandoeningen hebben net als chronische lichamelijke aandoeningen hun weerslag op de ervaren gezondheid en kwaliteit van leven. Indicatoren voor de psychische gezondheid zijn het hebben van een angststoornis, depressie, overspannenheid, nervositeit en stress.

Psychosociale gezondheid bij kinderen

Een indicator voor de psychische gezondheid van een kind is de psychosociale gezondheid. Hierbij wordt er gekeken naar verschillende indicatoren, zoals: emotionele problemen, gedragsproblemen, hyperactief gedrag, beperkte sociale vaardigheden en problemen in de relaties met leeftijdsgenoten.

Psychosomatische gezondheid uit zich lichamelijk

Ook is de psychosomatische gezondheid van een individu ook van belang. Psychosomatische gezondheid duidt op ziektebeelden die zich vooral lichamelijk manifesteren, maar waarbij psychische factoren een duidelijke factor zijn voor het ontstaan van de klachten. Indicatoren voor psychosomatische klachten zijn buikpijn, hoofdpijn, moe voelen en/of slecht slapen.

Cijfers over kinderen

Meer Utrechtse kinderen hebben een verhoogd risico op psychosociale problemen dan voor corona

In het najaar van 2021 heeft 17% van de kinderen uit groep zeven en acht van het basisonderwijs in Utrecht een verhoogd risico op psychosociale problemen. Dit is hoger dan de afgelopen jaren; het percentage varieerde van 2015 t/m 2019 tussen de 11% en 13%. Voor 6% van de kinderen is het risico op psychosociale problemen zorgelijk. Deze kinderen hebben vrijwel zeker psychosociale problemen. Het grootste deel van de kinderen heeft geen verhoogd risico.

Image
17% van de Utrechtse kinderen heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen. Voor 6% van de leerlingen is het risico zorgelijk.

Hoe is het risico op psychosociale problemen gemeten?

Risico op psychosociale problemen bij jongeren is gemeten met de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ). In de SDQ krijgen jongeren 25 vragen over hun gedrag en gevoelens van de afgelopen zes maanden en kan een verhoogd risico op psychosociale problemen worden gesignaleerd. Hierbij kan men denken aan:

  • emotionele problemen als angst, teruggetrokkenheid, depressieve gevoelens, psychosomatische klachten;
  • gedragsproblemen zoals agressief gedrag, onrustig gedrag en delinquent gedrag;
  • sociale problemen, dit zijn problemen met het maken en onderhouden van het contact met anderen.

Kinderen in een eenoudergezin of gezin met co-ouderschap hebben vaker verhoogd risico op psychosociale problemen

29% van de 10- t/m 12-jarigen die opgroeien in een eenoudergezin heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen. Van de kinderen die opgroeien in een gezin met co-ouderschap is dit ruim een kwart. Van de kinderen die bij beide eigen ouders wonen heeft 14% een verhoogd risico op psychosociale problemen. Kinderen die opgroeien in een gezin met een lage welvaart hebben ook vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen en dit is 22%.

Kinderen uit Noordwest en Vleuten-De Meern hebben vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen

Een op de vijf kinderen in de wijken Noordwest en Vleuten-De Meern heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen. Dit komt minder vaak voor bij kinderen die in de wijken Oost en Noordoost wonen.

Image
In Noordwest en Vleuten-De Meern heeft 21%. van de kinderen een verhoogd risico op psychosociale problemen.

Bijna een derde van de kinderen voelt zich vaak gestrest

32% van de kinderen uit groep zeven en acht voelt zich in het najaar van 2021 vaak gestrest. De meest genoemde oorzaak van stress is school of huiswerk. Een op de tien kinderen voelt zich vaak gestrest door corona en de coronaregels. Stress komt vaker voor bij kinderen uit een gezin met een lage welvaart, bij kinderen in een eenoudergezin, meisjes en bij kinderen die in Leidsche Rijn of Vleuten-De Meern wonen. Het percentage kinderen dat zich vaak gestrest voelt door andere dingen dan corona(regels) is toegenomen van 25% in 2019 naar 29% in 2021.

Image
32% van de Utrechtse kinderen uit groep zeven en acht van het basisonderwijs voelt zich vaak gestrest.

Ongunstig zelfbeeld en faalangstige gevoelens zijn toegenomen in coronatijd

16% van de basisschoolkinderen heeft in 2021 een ongunstige score op zelfbeeld. Dit is hoger dan de afgelopen jaren. Tussen 2015 en 2019 had 12% van de kinderen een ongunstig zelfbeeld. Ook het percentage kinderen met faalangstige gevoelens is toegenomen van 13%-14% in 2015 t/m 2019 naar 18% in 2021.

Een kwart van de kinderen uit gezinnen met een lage welvaart heeft faalangstige gevoelens

26% van de kinderen die opgroeien in een gezin met een lage welvaart heeft faalangstige gevoelens en 23% heeft een ongunstige score op zelfbeeld. Dit is hoger dan bij kinderen met een gemiddelde of hoge gezinswelvaart. Faalangstige gevoelens en ongunstig zelfbeeld komen vaker voor bij meisjes. Ook komen faalangstige gevoelens vaker voor bij kinderen die in een eenoudergezin opgroeien en hebben kinderen in een gezin met co-ouderschap vaker een ongunstig zelfbeeld. Ruim acht op de tien kinderen heeft een gunstig zelfbeeld en geen faalangstige gevoelens.

Image
Faalangstige gevoelens (23%) en ongunstig zelfbeeld (26%) komt vaker voor bij kinderen uit gezinnen met een lage welvaart.

Kinderen uit Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern hebben vaker faalangstige gevoelens of een ongunstig zelfbeeld

Bijna een kwart van de kinderen uit de wijken Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern heeft last van faalangstige gevoelens. Kinderen uit deze wijken hebben ook vaker een ongunstig zelfbeeld . Kinderen uit de wijken Noordoost, Oost en Zuid hebben minder vaak faalangstige gevoelens en kinderen uit de wijk Overvecht minder vaak een ongunstig zelfbeeld.

Infogram URL

Hoe worden zelfbeeld en faalangstige gevoelens gemeten?

Zelfbeeld is in dit onderzoek gemeten met de volgende drie vragen:

  • Ben je tevreden met jezelf?
  • Ben je trots op jezelf?
  • Ben je tevreden met hoe je er uit ziet?

Faalangstige gevoelens zijn in dit onderzoek gemeten met de volgende drie vragen:

  • Als je iets gaat doen, ben je dan bang dat het niet gaat lukken?
  • Maak jij je zorgen of dingen die je moet doen, wel gaan lukken?
  • Ben je bang om iets verkeerd te doen?

Jeugdmonitor Utrecht in coronatijd

De Jeugdmonitor is in Utrecht uitgevoerd van oktober tot en met begin december 2021 onder kinderen van groep zeven en acht van het basisonderwijs. Het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames in Nederland steeg sterk in de loop van oktober. Op het moment van dataverzameling golden daardoor verschillende coronamaatregelen, die in november en december steeds verder werden aangescherpt. Nederland stevende weer af op een lockdown. Dit alles heeft de resultaten van de Jeugdmonitor beïnvloed. Op de pagina over het coronavirus staat een overzicht van de maatregelen die tijdens dit onderzoek golden.

Cijfers over jongeren

Het aantal Utrechtse jongeren met een verhoogd risico op psychosociale problemen is toegenomen

In het najaar van 2021 heeft 14% van de jongeren uit klas twee en klas vier van het voortgezet onderwijs een verhoogd risico op psychosociale problemen. Dit was in 2019 11%. Deze stijging is met name zichtbaar bij jongeren in klas vier, vwo-leerlingen, meisjes en jongeren met een westerse migratieachtergrond. De meeste Utrechtse jongeren hebben geen verhoogd risico op psychosociale problemen.

Vmbo-leerlingen zonder migratieachtergrond hebben vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen

Een verhoogd risico op psychosociale problemen komt vaker voor bij vmbo-leerlingen zonder migratieachtergrond. Dit geldt ook voor jongeren die opgroeien in een eenoudergezin en jongeren die in een andere gezinsvorm opgroeien (zoals bij een eigen ouder en een stiefouder, pleegouders of grootouders). Ook meisjes hebben een verhoogd risico. Jongens, vwo-leerlingen en jongeren met een Marokkaanse migratieachtergrond hebben minder vaak een (verhoogd) risico op psychosociale problemen.

Uit eerder onderzoek blijkt dat Utrechtse homo- of biseksuele jongeren ook vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen hebben dan heteroseksuele jongeren.

Verhoogd risico op psychosociale problemen, naar schoolniveau en migratieachtergrond en gezinssamenstelling

Infogram URL

Hoe is het risico op psychosociale problemen gemeten?

Risico op psychosociale problemen bij jongeren is gemeten met de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ). In de SDQ krijgen jongeren 25 vragen over hun gedrag en gevoelens van de afgelopen zes maanden en kan een verhoogd risico op psychosociale problemen worden gesignaleerd. Hierbij kan men denken aan: emotionele problemen zoals angst, teruggetrokkenheid, depressieve gevoelens, psychosomatische klachten; gedragsproblemen zoals agressief gedrag, onrustig gedrag en delinquent gedrag; sociale problemen, dit zijn problemen met het maken en onderhouden van het contact met anderen.

Het Jeugd in Coronatijd onderzoek (JICO)

In april 2021 is het kwalitatieve Jeugd in Coronatijd onderzoek (JICO) uitgevoerd. Dit onderzoek geeft een duidelijk beeld van hoe Utrechtse kinderen (groep 7) en jongeren (klas 2 en 3) de coronatijd beleven en de impact hiervan op hun gezondheid en leven ervaren. Vanwege de kwalitatieve aard van dit onderzoek is het niet mogelijk om een representatief beeld te geven over alle Utrechtse kinderen en jongeren. Op het moment van dataverzameling zat Nederland in een lockdown. Sinds 8 februari 2021 waren de basisscholen weer volledig geopend. Middelbare scholen waren vanaf maart deels open, maar hier gold de regel om 1,5 meter afstand te houden en mondkapjes te dragen. Op de pagina over het coronavirus staat een overzicht van de maatregelen die tijdens dit onderzoek golden.

Vwo-leerlingen hebben vaker een verhoogd risico op emotionele problemen

23% van de vwo-leerlingen heeft een verhoogd risico op emotionele problemen. Dit is 18% bij vmbo-leerlingen Een verhoogd risico op gedragsproblemen komt juist vaker voor bij vmbo-leerlingen (18%) en minder vaak bij vwo-leerlingen (8%). Jongeren die opgroeien in een andere gezinsvorm hebben vaker zowel een verhoogd risico op emotionele problemen als een verhoogd risico op gedragsproblemen. Het verhoogde risico op emotionele problemen en gedragsproblemen is niet veranderd tussen 2019 en 2021.

De helft van de havo- en vwo-leerlingen in Utrecht voelt zich vaak gestrest

51% van de havo- en vwo-leerlingen uit klas twee en klas vier voelt zich vaak gestrest. Bij vmbo-leerlingen is dit 38%. De meest genoemde oorzaak van stress is school of huiswerk. Zes op de tien jongeren die in een andere gezinsvorm opgroeien en vijf op de tien jongeren met een overig westerse migratieachtergrond voelen zich vaak gestrest. Meisjes voelen zich dubbel zo vaak gestrest als jongens en ook jongeren in klas vier hebben vaker stress dan jongeren in klas twee. Jongeren met een Marokkaanse migratieachtergrond en jongeren uit de wijk Noordwest voelen zich minder vaak gestrest. Het hebben van stress is niet veranderd vergeleken met 2019, alleen jongens hebben in 2021 (31%) minder stress dan in 2019 (37%).

Oorzaken van stress

Image
46% van de jongeren uit klas twee en klas vier is gestrest. 35% van alle jongeren noemt school of huiswerk als een bron van stress.

9% van de Utrechtse jongeren heeft psychische klachten

Bijna een op de tien jongeren uit klas twee en klas vier van het voortgezet onderwijs heeft matig tot ernstige psychische klachten, 4% heeft ernstige psychische klachten. Meisjes hebben ruim drie keer zo vaak psychische klachten als jongens. Ook havo-leerlingen en jongeren in klas vier hebben vaker psychische klachten. Uit eerder onderzoek blijkt dat Utrechtse homo- of biseksuele jongeren ook vaker psychische klachten hebben dan heteroseksuele jongeren.

Image
12% van de havo-leerlingen heeft psychische klachten.

Hoe meten we psychische gezondheid?

Psychische gezondheid bij jongeren is gemeten met behulp van de internationale standaard ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe de jongeren zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan maken we onderscheid tussen jongeren die zich psychisch gezond voelen en jongeren die matige of ernstige psychische klachten hebben (matig of ernstig psychisch ongezond zijn). Deze vragen zijn alleen in 2021 meegenomen in de vragenlijst.

89% van de Utrechtse jongeren is voldoende weerbaar

Negen op de tien jongeren is voldoende weerbaar. Dat betekent dat ze zelf vinden dat ze goed voor zichzelf kunnen opkomen en eigen keuzes kunnen maken over bijvoorbeeld pesten, uitgaan en alcohol. Dit is ongeveer gelijk aan 2019. Weerbaarheid onder vwo-leerlingen is tussen 2019 en 2021 wel gedaald van 93% naar 89%. Jongeren met een Marokkaanse of Turkse migratieachtergrond zijn vaker weerbaar dan andere jongeren. Dit geldt ook voor jongeren die opgroeien in Oost. Jongeren die opgroeien in Lunetten, Vleuten, Haarzuilens en Veldhuizen, Vleuterweide zijn minder weerbaar. Ook meisjes en jongeren in klas twee (vergeleken met klas vier) zijn minder weerbaar.

Een op de twintig jongeren heeft vaak serieuze suïcidale gedachten

5% van de jongeren gaf in het najaar van 2021 aan in de afgelopen twaalf maanden (heel) vaak serieus te hebben gedacht om een eind te maken aan hun leven. Vmbo-leerlingen geven dit vaker aan dan vwo leerlingen. Ook jongeren uit een eenoudergezin en jongeren die opgroeien in een andere gezinsvorm geven vaker aan serieuze suïcidale gedachten te hebben. 81% van de jongeren denkt hier nooit aan. Uit eerder onderzoek blijkt dat Utrechtse homo- of biseksuele jongeren ook vaker suïcidale gedachten hebben dan heteroseksuele jongeren.

Denk je aan zelfmoord? Praat erover. Bel 0800-0113 of chat via 113.nl.

Bijna een op de vijf jongeren heeft nog last van de coronaperiode

18% van de jongeren geeft aan dat zij nog last hebben van gebeurtenissen die ze tijdens de coronaperiode hebben meegemaakt, zoals quarantaine, coronabesmetting, ziekenhuisopname en ziekte of overlijden van een naaste (al dan niet door corona). 6% van de jongeren heeft een verhoogde kans op ernstige psychosociale klachten door deze gebeurtenissen. Dit is gemeten met een vragenlijst over posttraumatische stressklachten. Meisjes hebben én vaker last van eerder genoemde gebeurtenissen én vaker een verhoogde kans op ernstige psychosociale klachten.

Image
56% geen last meer. 18% nog last van gebeurtenis. 6% verhoogde kans op ernstige psychosociale problemen.

Gezondheidsmonitor Jeugd in coronatijd

De landelijke corona Gezondheidsmonitor Jeugd is uitgevoerd van oktober tot en met december 2021 onder jongeren van klas twee en vier van het voortgezet onderwijs. De meeste leerlingen in Utrecht vulden de vragenlijst in oktober in. Het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames in Nederland steeg sterk in de loop van oktober. Op het moment van dataverzameling golden daardoor verschillende coronamaatregelen, die in november en december steeds verder werden aangescherpt. Nederland stevende weer af op een lockdown. Dit alles heeft invloed gehad op de resultaten van de Gezondheidsmonitor. Op de pagina over het coronavirus staat een overzicht van de maatregelen die tijdens dit onderzoek golden.

Volgens jongeren is er meer aandacht nodig voor psychische gezondheid

In het kwalitatieve Jeugd in Coronatijd onderzoek is in april 2021 aan Utrechtse jongeren (13-15 jaar) gevraagd wat zij zouden doen om leeftijdsgenoten te helpen in de coronatijd als zij voor één dag op de stoel van de minister-president mochten zitten. Op deze vraag antwoordt één op de acht jongeren dat er meer aandacht nodig is voor de psychische gezondheid van leeftijdsgenoten. Bijvoorbeeld door meer voorlichting te geven op school over psychische gezondheid en het onderwerp bespreekbaar te maken. Ondanks dat er op elke middelbare school in Utrecht een zorgstructuur is bestaande uit professionals vanuit school en partners zoals de Jeugdgezondheidszorg en het buurtteam, noemen enkele jongeren dat ze behoefte hebben aan een vertrouwenspersoon op school waar zij naartoe kunnen als ze over hun psychische gezondheid willen praten. 

Veel jongeren zitten nu dus tegen een burn-out [aan]. Ik vind dat de regering er meer aan moet doen in plaats van zeggen dat we het nog even moeten volhouden. Het namelijk niet echt simpel voor alle jongeren in Nederland. Ze (de regering) zouden misschien één keer per maand/week samen kunnen komen [om] zich alleen [te] focussen op het onderwerp "jongeren in Nederland", dan kunnen ze kijken welke dingen ze kunnen bedenken om het makkelijker te maken voor de jongeren.

Ja, ik denk dat ze hier [psychische gezondheid] meer aandacht aan kunnen besteden. Vaak is het zo dat gezegd wordt dat de ouders en leraren het zo goed doen. Over de jongeren hoor je niet zoveel en als jongeren hulp nodig hebben zijn er lange wachttijden.

Cijfers over jongvolwassenen

Een kwart van de Utrechtse jongvolwassenen heeft psychische klachten

Uit een onderzoek in het voorjaar van 2021 blijkt 25% van de 16- t/m 25- jarige Utrechters matig tot ernstige psychische klachten te hebben gehad. Dit is vergelijkbaar met de regio Utrecht. Eén op de tien jongvolwassenen heeft ernstige psychische klachten. Jongvolwassenen met praktijkonderwijs of een vmbo- of mbo-opleiding hebben vaker (ernstige) psychische klachten. Bijna de helft van de jongvolwassenen voelt zich in het dagelijks leven beperkt door psychische klachten, 8% voelt zich ernstig beperkt. In de regio Utrecht geeft één op de vier jongvolwassenen dit aan.

Image
36% van de jongvolwassenen met praktijkonderwijs, vmbo of mbo heeft matige tot ernstige psychische klachten, 15% heeft ernstige klachten.

36% van de Utrechtse jongvolwassen heeft depressieve klachten

Ruim een derde van de jongvolwassenen heeft aangegeven dat zij depressieve klachten hebben of deze de afgelopen twaalf maanden hebben gehad. Ruim een kwart rapporteert angstklachten, 10% een burn-out en 42% concentratieproblemen. Jongvolwassenen die bij hun ouders of verzorgers wonen hebben minder vaak depressieve klachten, angstklachten of  concentratieproblemen.

Hoe meten we de psychische gezondheid?

Psychische gezondheid bij jongvolwassenen is gemeten met behulp van de internationale standaard ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe de jongvolwassenen zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan wordt onderscheid gemaakt tussen jongvolwassenen die zich psychisch gezond voelen en jongvolwassenen die matige of ernstige psychische klachten hebben (matig of ernstig psychisch ongezond zijn).

Ook is gevraagd of jongvolwassenen in de afgelopen twaalf maanden psychische klachten hebben ervaren. Hierbij zijn ‘angstklachten’, ‘burn-out’, ‘depressieve klachten’ en ‘concentratieproblemen’ apart nagevraagd.

18% van de jongvolwassenen is behandeld voor psychische klachten

Van de jongvolwassenen is 18% in de afgelopen twaalf maanden onder behandeling geweest voor psychische klachten door bijvoorbeeld een huisarts of psycholoog. Met name vrouwen en 22- t/m 25-jarigen zijn vaker in behandeling geweest. 17% van alle jongvolwassenen geeft aan dat zij wel psychische hulp willen, maar deze (nog) niet krijgen. 7% heeft nog geen hulp gezocht, 5% weet niet waar ze hulp moeten zoeken, 4% staat op een wachtlijst en 1% kan nergens terecht.

Ruim de helft van de jongvolwassenen heeft meer stress dan voor de coronacrisis

54% van de Utrechtse jongvolwassenen geeft aan dat zij vaker stress hebben dan voor de coronatijd. Met name jongvolwassenen uit Overvecht hebben vaker stress, net als 19- t/m 21-jarigen. Eén op de vijf jongvolwassenen geeft aan dat de stress die ze ervaren heel erg van invloed is op hun lichamelijk of psychische gezondheid.

Vaker stress dan voor coronatijd

Image
54% van de Utrechtse jongvolwassenen geeft aan dat zij vaker stress hebben dan voor de coronatijd.

Bijna de helft van de jongvolwassenen is gestrest door school of studie

48% van de jongvolwassenen voelt zich (heel) vaak gestrest door school of studie. 51% voelt zich (heel) vaak gestrest door alles wat ze moeten doen. In totaal voelt bijna driekwart van de jongvolwassenen zich (heel) vaak gestrest. Met name vrouwen, 19- t/m 21-jarigen en jongvolwassenen die een havo- of hbo-opleiding volgen of hebben afgerond geven dit aan.

Oorzaken van stress

Image
16- t/m 24-jarigen hebben de meeste stress door alles wat ze moeten doen, daarna van stress door studie, eigen problemen en wat anderen van ze vinden.

Driekwart van de jongvolwassenen die zelfstandig wonen ervaart hoge prestatiedruk

Driekwart van de jongvolwassenen die zelfstandig wonen of met andere jongeren (zoals in een studentenhuis) geeft zelf aan dat zij een (redelijk) hoge prestatiedruk ervaren. 56% van de jongvolwassenen die thuis wonen geeft dit aan. Gemiddeld is dit 69%. 22- t/m 25-jarigen, jongvolwassenen zonder migratieachtergrond en jongvolwassenen met een vwo- of wo-opleiding geven dit vaker aan. 15% van de jongvolwassenen ervaart een heel hoge prestatiedruk.

Prestatiedruk door:

Image
57% van de jongvolwassenen voelt prestatiedruk door zichzelf en 49% door de maatschappij.

Een kwart van de mbo-studenten is overspannen of gestrest

24% van de studenten op Utrechtse mbo’s heeft in het najaar van 2019 aangegeven dat zij overspannen, nerveus, gestrest zijn of een burn-out hebben of in de afgelopen twaalf maanden hebben gehad. 16% geeft aan depressie te hebben en 10% geeft aan een angststoornis te hebben of te hebben gehad. 7% heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen en 27% heeft emotionele problemen. Dit is gemeten met de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ).

Ruim één op de vijf mbo-studenten voelt druk door alles wat ze moeten doen

23% van de studenten op Utrechtse mbo’s heeft in het najaar van 2019 aangegeven dat ze (nogal) onder druk door alles wat ze moeten doen. 20% voelt zich in het bijzonder onder druk staan door schoolwerk. Mannen voelen minder druk dan vrouwen. Van de mannen voelt 17% druk door alles wat ze moeten doen en 13% druk door schoolwerk, terwijl dit bij vrouwen 28% en 25% is. Vergeleken met de andere mbo-studenten geven met name studenten die bij beide ouders of verzorgers wonen aan dat zij minder druk voelen door alles wat ze moeten doen.

Mbo-studenten voelen in coronatijd meer druk van schoolwerk en zijn vaker hyperactief

In het najaar van 2020 heeft 37% van de mbo-studenten van het Grafisch Lyceum en Nimeto in Utrecht aangegeven (nogal) veel druk te ervaren door schoolwerk. Dit percentage is vergelijkbaar met de meting in het voorjaar van 2020. In het najaar van 2019 is dit 20%. De studenten zijn ook meer hyperactief wat betekent dat ze snel afgeleid of rusteloos zijn. Hyperactiviteit is toegenomen van 29% in het najaar van 2019 tot 36% in het voorjaar en 39% in het najaar van 2020. Het is aannemelijk dat deze verandering te maken heeft met de impact van de coronamaatregelen.

Mbo-studenten met veel mentale problemen voor de coronaperiode worden niet sterker geraakt tijdens de coronaperiode

Utrechtse mbo-studenten met veel mentale problemen voor de coronaperiode hielden deze problemen tijdens de coronaperiode, maar er lijkt geen verergering van de problemen te zijn. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht uitgevoerd tussen najaar 2019 en najaar 2021. Deze studenten met veel mentale problemen hebben relatief veel geldzorgen, rapporteren veel middelengebruik, weinig sociale steun en veel druk door schoolwerk. Bij een andere groep studenten die voor de coronapandemie relatief weinig mentale problemen had, zijn deze problemen toegenomen tijdens de coronaperiode. Er is ook een groep mbo-studenten die voor de coronaperiode wat meer mentale problemen had, maar deze problemen zijn afgenomen tijdens de coronaperiode. De meerderheid van de Utrechtse mbo-studenten heeft zowel voor als tijdens de pandemie geen tot weinig mentale problemen.

Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen en Mbo-onderzoek

De Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen is voor het eerst in Utrecht uitgevoerd van maart tot en met juni 2021. Jongvolwassenen van 16 tot en met 25 jaar zijn via sociale media en hun eigen netwerk benaderd om de vragenlijst in te vullen. Ongeveer 1.900 Utrechtse jongvolwassenen deden mee. Het onderzoek is uitgevoerd in coronatijd, tijdens en kort na de tweede lockdown.

Het mbo-onderzoek is uitgevoerd in het kader van het YOUth Got Talent - Dynamics of Youth project van de Universiteit Utrecht onder studenten van drie mbo-scholen in Utrecht: het Grafisch Lyceum, Nimeto en ROC Midden-Nederland. Er waren vier meetmomenten waarbij mbo-studenten de vragenlijst tijdens de les hebben ingevuld: één voor de coronaperiode (najaar 2019) en drie tijdens de coronaperiode (voorjaar 2020, najaar 2020 en najaar 2021). In totaal hebben ruim 1500 studenten één of meerdere keren een vragenlijst ingevuld.

Het onderwijs vond in de periodes van de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen en het Mbo-onderzoek deels of zelfs volledig thuis plaats. Ook waren er tal van beperkingen voor het dagelijkse en sociale leven. Daarom kunnen de resultaten niet losgezien worden van de onderzoeksperiode. Zie coronavirus voor meer gezondheidsinformatie rondom corona.

Cijfers over volwassenen

29% van de Utrechtse volwassenen heeft een psychische klacht

Bijna drie op de tien volwassenen (18-64 jaar) geeft zelf aan dat zij één of meerdere  psychische klachten hebben of de afgelopen 12 maanden hebben gehad. Deze volwassenen hebben het vaakst last van langdurige overspannenheid, nervositeit, stress of een burn-out. Voor volwassenen jonger dan 40 jaar ligt dit iets hoger. Vergeleken met de meting in 2018 zijn er geen verschillen zichtbaar.

Image
23% van de Utrechters heeft last van overspannenheid, stress of een burn-out. 12% geeft aan dat zij een depressie hebben en 9% een angststoornis.

Bijna vier op de tien Utrechters met een laag opleidingsniveau hebben een psychische klacht

37% van de Utrechters die basisonderwijs, mavo, lbo of vmbo hebben afgerond, geeft aan dat zij minimaal één psychische klacht hebben of de afgelopen 12 maanden hebben gehad. Onder Utrechters met een hbo- of wo-opleiding komen psychische klachten minder vaak voor.

Image
37% van de Utrechters met een lage opleiding, heeft minimaal één psychische aandoening. Dit is 30% onder Utrechters met een middelbare opleiding en 27% onder Utrechters met hoge opleiding.

Utrechters met een migratieachtergrond hebben vaker een psychische klacht

Ruim vier op de tien Utrechters met een Turkse migratieachtergrond geven aan dat zij één of meerdere psychische klachten hebben. Voor Utrechters met een Marokkaanse achtergrond ligt dit iets lager, namelijk op 38%. Ook in de groep met een overig westerse of overig niet-westerse migratieachtergrond geeft ongeveer een derde aan één of meerdere psychische klachten te hebben. Een uitzondering hierop zijn Utrechters met een Surinaamse, Antilliaanse of Arubaanse migratieachtergrond. Zij wijken niet af van het gemiddelde van Utrecht.

38% van de Utrechters die alleen wonen heeft een psychische klacht

Vier op de tien Utrechters die alleen wonen geven aan dat zij minimaal één psychische klacht hebben of de afgelopen 12 maanden hebben gehad.

7% van de volwassenen heeft een hoog risico op psychische problemen

Van de Utrechtse volwassenen heeft 7% een hoog risico op psychische problemen, zoals een depressie of angststoornis. Bij Utrechters die alleen basisonderwijs of een lbo, mavo of vmbo opleiding hebben afgerond is dit ruim twee keer zo hoog. Bij alleen wonende volwassenen is dit ruim anderhalf keer zo hoog. Onder Utrechters met een migratieachtergrond komt een hoog risico op psychische problemen ook vaker voor, zeker als zij ook lager opgeleid zijn.

Utrechters die wonen in de wijk Overvecht hebben vaker een hoog risico op psychische problemen (angststoornis of depressie)

Image
13% van de Utrechters die in Overvecht wonen heeft een hoog risico op psychische problemen. In de wijk Vleuten De Meern is dit 4% of lager.

Kwart van de Utrechters voelt zich meer angstig door de coronacrisis

Een kwart van de volwassen Utrechters geeft zelf aan dat ze zich meer angstig zijn gaan voelen door de coronacrisis en één op de vijf geeft aan zich meer depressief te voelen. Met name vrouwen, 18-39 jarigen, Utrechters met een Turkse, overig niet-westerse en overig westerse migratieachtergrond zijn zich meer angstig en depressief gaan voelen door de coronacrisis. Dit geldt ook voor hbo- of wo-opgeleide Utrechters met een migratieachtergrond.

Toch rapporteren in het najaar van 2020 niet meer Utrechters een angststoornis of depressiviteit. Wel is het percentage volwassenen met een matig tot hoog risico op psychische problemen waarbij de focus ligt op angststoornis en depressie tussen 2018 en 2020 toegenomen.

Op de pagina over het coronavirus onder het kopje Gezondheid en gedrag staat actuele informatie over psychische gezondheid gebaseerd op informatie uit het coronapanel van het RIVM en de GGD GHOR Nederland.

Hoe meten we de psychische gezondheid?

We hebben Utrechters gevraagd of zij in de afgelopen 12 maanden psychische klachten hebben ervaren. Hierbij zijn ‘angststoornissen’, ‘depressiviteit’ en ‘overspannenheid, nervositeit, stress en burn-out’ apart nagevraagd.

Het risico op een angststoornis of depressie wordt ingeschat met behulp van de ‘Kessler Psychological Distress Scale’. Als iemand in de afgelopen vier weken zonder duidelijke oorzaak stemmingswisselingen, zoals zenuwachtigheid, hopeloosheid, somberheid en rusteloosheid ervaart, kan er sprake zijn van een psychische aandoening. Van alle psychische stoornissen komen angststoornissen en stemmingsstoornissen, zoals depressie het meest voor. In de tekst noemen we deze maat ook wel risico op psychische problemen.

Een kwart van de Utrechters was de afgelopen vier weken gestrest

25% van de volwassen Utrechters geeft aan dat zij de afgelopen vier weken (heel) veel stress hebben ervaren. De grootste bron van stress is werk, gevolgd door geldzaken en gezondheid. Eén op de vijf Utrechters geeft aan dat een combinatie van twee of meer bronnen de meeste stress oplevert.

Gebieden die (heel) veel stress opleveren 

Image
18% van de Utrechters die stress ervaren ervaart stress op het gebied van werk. 21% ervaart stress op twee of meer gebieden.

Utrechters met een migratieachtergrond zijn vaker gestrest

Utrechters met een migratieachtergrond, met uitzondering van Utrechters met een Surinaamse, Antilliaanse of Arubaanse migratieachtergrond, geven aan de afgelopen vier weken vaker veel stress te ervaren. Dit geldt met name voor Utrechters met een Turkse migratieachtergrond (41%). Ook vrouwen, alleenstaanden, mensen met partner zonder kinderen en 18-29 jarigen ervaren vaker veel stress. Ruim een derde van de Utrechters geeft aan meer stress te hebben door de coronacrisis, terwijl 6% minder stress ervaart. Opvallend is dat in de wijk Vleuten-De Meern in verhouding minder mensen aangeven meer stress te ervaren door de coronacrisis.

De psychische gezondheid van Utrechtse jongvolwassenen is minder goed dan die van volwassenen

18- t/m 24-jarigen scoren op stress en psychische gezondheid minder gunstig dan 25- t/m 64-jarigen. Ook geven zij vaker aan dat zij meer stress ervaren dan voor de coronacrisis.

Bijna vier op de tien Utrechters in een kwetsbare situatie heeft veel stress

Uit een peiling van panel Meetellen in Utrecht blijkt dat 38% van de Utrechters in een kwetsbare situatie (heel) veel last hebben van stress. Dit is hoger dan gemiddeld in Utrecht. 18% zegt geen stress te hebben. Meer dan de helft van de panelleden die aangeven dat ze stress ervaren hebben stress door het coronavirus. Ook ervaart 45% stress door hun gezondheid en 42% door slecht slapen. Ruim de helft van de panelleden geeft aan dat ze meer stress ervaren in coronatijd en iets minder dan de helft voelt zich angstiger of depressiever. Dit komt ook naar voren uit interviews die met panelleden zijn gevoerd.
 

Corona is heel heftig. Ik ben mijn hele zelf verloren. Ik heb ook mijzelf toen een hersenschudding geslagen. [...] Alle viel weg, alles instabiel. Ik kreeg geen hulp en ja het was voor mij heel moeilijk. [...] Al mijn structuur valt weg. En ze kijken alleen om naar ouderen, maar niet naar mensen die alleen wonen.

Gezondheidspeiling en onderzoek Meetellen in coronatijd

De Gezondheidspeiling 2020 is in Utrecht uitgevoerd van eind september tot en met  half december 2020. Het onderzoek van Meetellen in Utrecht over gezond leven is uitgevoerd van november 2020 tot en met half maart 2021. Van september tot de tweede helft van oktober 2020 nam het aantal Utrechters met een positieve testuitslag toe waarna een daling inzette die tot in de loop van december aanhield. Rond kerst nam het aantal Utrechters met een positieve testuitslag toe, maar 2021 startte weer met een daling. Vanaf begin februari begint het aantal besmettingen opnieuw te stijgen. Dat gaat door tot eind april.
Vanaf 13 oktober gold een gedeeltelijke lockdown en vanaf 15 december een gehele lockdown. Dit alles heeft de resultaten van de Gezondheidspeiling en het onderzoek van Meetellen in Utrecht beïnvloed. Voor een aantal gezondheidsthema’s hebben respondenten ingevuld wat de invloed van de coronacrisis hierop volgens hen was. Ook zijn er indicatoren waarmee een vergelijking over de tijd is gemaakt. Zie de pagina over het coronavirus voor meer gezondheidsinformatie.

Cijfers over ouderen

Eén op de zes Utrechtse ouderen heeft psychische klachten

17% van de 65-plussers in Utrecht heeft minimaal één psychische klacht. Zij geven aan dat zij last hebben van een angststoornis, depressiviteit, langdurige overspannenheid, nervositeit, stress of een burn-out. Het percentage ouderen met één of meer psychische klachten is stabiel gebleven in de afgelopen jaren. Vergeleken met de meting in 2018 zijn er geen verschillen zichtbaar.

Image
11% van de ouderen heeft last van overspannenheid, nervositeit, stress of een burn-out. 9% geeft aan dat zij een depressie hebben en 7% een angststoornis.

27% van de van de ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond heeft psychische klachten

Ruim een kwart van de Utrechtse 65-plussers met een niet-westerse migratieachtergrond geeft aan één of meer psychische klachten te hebben. Met name ouderen met een migratieachtergrond en die basisonderwijs, mavo, lbo of vmbo hebben afgerond hebben vaker psychische klachten. Middelbaar en hoog opgeleide ouderen met een migratieachtergrond wijken niet af van Utrecht gemiddeld.

Ruim vier op de tien 65-plussers in Utrecht heeft een risico op psychische problemen

44% van de ouderen in Utrecht heeft een risico op psychische problemen, zoals een depressie of angststoornis. Bij 5% van de ouderen is dit risico hoog. 

Laagopgeleide ouderen hebben vaker een hoog risico op psychische problemen

7% van de Utrechtse 65-plussers die basisonderwijs, mavo, lbo of vmbo hebben afgerond, heeft een hoog risico op psychische problemen zoals een depressie of angststoornis. Onder ouderen met een hbo- of wo-opleiding is dit ongeveer 3%.  65-plussers met een niet-westerse migratieachtergrond hebben ook een hoger risico, namelijk 16%. 

Hoe meten we de psychische gezondheid?

We hebben Utrechters gevraagd of zij in de afgelopen 12 maanden psychische klachten hebben ervaren. Hierbij zijn ‘angststoornissen’, ‘depressiviteit’ en ‘overspannenheid, nervositeit, stress en burn-out’ apart nagevraagd.

Het risico op een angststoornis of depressie wordt ingeschat met behulp van de ‘Kessler Psychological Distress Scale’. Als iemand in de afgelopen vier weken zonder duidelijke oorzaak stemmingswisselingen, zoals zenuwachtigheid, hopeloosheid, somberheid en rusteloosheid ervaart, kan er sprake zijn van een psychische aandoening. Van alle psychische stoornissen komen angststoornissen en stemmingsstoornissen, zoals depressie het meest voor. In de tekst noemen we deze maat ook wel risico op psychische problemen.

Drie op tien 65-plussers met een migratieachtergrond voelt zich meer angstig door de coronacrisis

30% van de Utrechters van 65 jaar en ouder met een migratieachtergrond geeft aan dat ze zich meer angstig zijn gaan voelen door de coronacrisis. Daarnaast geeft 18% van deze groep aan zich meer depressief te voelen. Dit is voor alle 65-plussers 12%. Daarnaast geeft 8% geeft aan zich meer depressief te voelen. Bij 65-plussers met een migratieachtergrond is het aantal mensen dat zicht meer angstig of depressief voelt hoger: 30% voelt zich angstiger en 18% meer depressief. Toch zien we in Utrecht geen toename in ouderen die een angststoornis of depressiviteit rapporten.

Een op de zeven 85-plussers in Utrecht heeft dementie

Van de Utrechters van 85 jaar en ouder die thuis wonen heeft in 2020 14,5% een vorm van dementie. Gemiddeld heeft 5,2% van de thuiswonende 65-plussers in Utrecht dementie. De verwachting is, dat het aantal Utrechters met dementie de komende jaren verder gaat stijgen. In 2050 zal het aantal Utrechters van 40 jaar en ouder met dementie ruim 3 keer zo hoog zijn dan in 2020. Dit blijkt uit cijfers van ziektekostenverzekeraars.

Het percentage thuiswonende 65-plussers met dementie is het hoogst in Overvecht en Vleuten-De Meern

Infogram URL

Dementie is gedeeltelijk in beeld

In de declaratiegegevens van zorgverzekeraars is informatie terug te vinden over het voorkomen van dementie bij mensen die zelfstandig wonen op basis van de gebruikte zorg en/of medicatie. Mensen die in een zorginstelling wonen en zorg ontvangen van een verpleeghuisarts zijn niet meegenomen in deze cijfers (Bron: Vektis.nl)

Eén op de tien ouderen was de afgelopen vier weken gestrest

9% van de Utrechters van 65 jaar en ouder geeft aan dat zij de afgelopen vier weken (heel) veel stress hebben ervaren. De grootste bronnen van stress zijn gezondheid (5%) en familie (4%). 6% geeft aan dat een combinatie van één of meer bronnen de meeste stress oplevert.

Ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn vaker gestrest

65-plussers met een niet-westerse migratieachtergrond hadden de afgelopen vier weken vaker veel stress dan de andere 65-plussers. 15% van hen gaf aan (heel) veel stres te hebben ervaren. Ook vrouwen en migranten met een lagere opleiding ervaren vaker veel stress. 12% van de Utrechters van 65 jaar en ouder geeft aan meer stress te hebben door de coronacrisis. Dit is hoger bij ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond en bij vrouwen, namelijk 23% en 15%. 3% geeft aan minder stress te ervaren.

Gezondheidspeiling in coronatijd

De Gezondheidspeiling 2020 is in Utrecht uitgevoerd van eind september tot en met  half december 2020. In deze periode nam het aantal Utrechters met een positieve testuitslag tot de tweede helft van oktober toe waarna een daling inzette die tot eind december aanhield. Vanaf 13 oktober gold een gedeeltelijke lockdown en vanaf 15 december een gehele lockdown. Dit alles heeft de resultaten van de Gezondheidspeiling beïnvloed. Voor een aantal gezondheidsthema’s hebben respondenten ingevuld wat de invloed van de coronacrisis hierop volgens hen was. Ook zijn er indicatoren waarmee een vergelijking over de tijd is gemaakt. Zie de pagina coronavirus voor meer gezondheidsinformatie.