Image
Twee jongeren in gesprek

Mentale gezondheid

Samenvatting

Kinderen

  • Meer Utrechtse kinderen hebben een verhoogd risico op psychosociale problemen dan voor corona
  • Vaker verhoogd risico op psychosociale problemen bij kinderen in eenoudergezin of met co-ouderschap
  • Kinderen uit Noordwest en Vleuten-De Meern hebben vaker verhoogd risico op psychosociale problemen
  • Bijna een derde van de kinderen voelt zich vaak gestrest
  • Ongunstig zelfbeeld en faalangstige gevoelens zijn toegenomen in coronatijd
  • Een kwart van de kinderen uit gezinnen met een lage welvaart heeft faalangstige gevoelens
  • Vaker faalangstige gevoelens of ongunstig zelfbeeld bij kinderen uit Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern

Jongeren

  • Het aantal Utrechtse jongeren met een verhoogd risico op psychosociale problemen is toegenomen
  • Vaker verhoogd risico op psychosociale problemen bij vmbo-leerlingen zonder migratieachtergrond
  • Vwo-leerlingen hebben vaker een verhoogd risico op emotionele problemen
  • De helft van de havo- en vwo-leerlingen in Utrecht voelt zich vaak gestrest
  • 9% van de Utrechtse jongeren heeft psychische klachten
  • 89% van de Utrechtse jongeren is voldoende weerbaar
  • Een op de twintig jongeren heeft vaak serieuze suïcidale gedachten
  • Bijna een op de vijf jongeren heeft nog last van de coronaperiode 
  • Volgens jongeren is er meer aandacht nodig voor psychische gezondheid

Jongvolwassenen

  • Ruim een op de vijf jongvolwassenen in Utrecht heeft matige of ernstige psychische klachten
  • Lichte psychische klachten onder jongvolwassenen met een wo-opleiding nemen af
  • Ongeveer een derde van de migranten heeft psychische klachten
  • Een kwart van de Utrechtse jongvolwassenen voelt zich vaak beperkt door psychische klachten
  • Ruim de helft van de jongvolwassenen voelt zich (heel) vaak gestrest
  • School of studie is de vaakst genoemde stressbron
  • Jongvolwassenen met een hbo-opleiding ervaren het vaakst stress
  • Acht op de tien Utrechtse jongvolwassenen zijn voldoende weerbaar
  • Helft van jongvolwassenen zat niet lekker in zijn vel en had door coronaperiode hulp nodig
  • Een op de zeventien jongvolwassenen heeft suïcidale gedachten
  • Driekwart van de jongvolwassenen die zelfstandig wonen ervaart hoge prestatiedruk
  • Mbo-studenten voelden in coronatijd meer druk van schoolwerk en waren vaker hyperactief

Volwassenen

  • Hoog risico op psychische problemen is toegenomen
  • Volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben een minder goede mentale gezondheid
  • Hoog risico op psychische problemen bij volwassenen met havo-, vwo- of mbo-opleiding verdubbeld
  • Utrechters uit Overvecht en Zuidwest hebben een hoog risico op psychische problemen
  • 27% van de Utrechtse volwassenen heeft psychische klachten
  • Alleenstaande ouders en eenpersoonshuishoudens hebben vaker psychische klachten 
  • Ruim vier op de tien Utrechters met basisonderwijs of vmbo heeft psychische klachten
  • Bijna drie op tien Utrechters had de afgelopen vier weken (heel) veel stress
  • Bijna vier op de tien Utrechters in een kwetsbare situatie heeft veel stress 
  • De mentale gezondheid van Utrechtse 18- tot en met 24-jarigen is minder goed
  • Eén op de honderd Utrechters heeft suïcidale gedachten

Ouderen

  • Ouderen met basisonderwijs of vmbo hebben vaker een hoog risico op psychische problemen
  • Ouderen die moeite hebben met rondkomen hebben een minder goede mentale gezondheid 
  • Migrantenouderen hebben een minder goede mentale gezondheid 
  • Eén op de vijf Utrechtse ouderen heeft psychische klachten
  • Eén op de tien Utrechtse ouderen had de afgelopen vier weken (heel) veel stress
  • Eén op de zeven 85-plussers in Utrecht heeft dementie
  • Meeste thuiswonende 65-plussers met dementie in Overvecht, Zuidwest en Vleuten-De Meern
Wat houdt het in?

Mensen met een goede psychische gezondheid zijn meestal tevreden

Psychische gezonde mensen zijn over het algemeen gelukkig en tevreden met hun leven. Zij kunnen omgaan met tegenslagen, ervaren niet te veel druk om te presteren en hebben bijvoorbeeld een vriendenkring waarin ze zich thuis voelen. Chronische psychische aandoeningen hebben net als chronische lichamelijke aandoeningen hun weerslag op de ervaren gezondheid en kwaliteit van leven. Indicatoren voor de psychische gezondheid zijn het hebben van een angststoornis, depressie, overspannenheid, nervositeit en stress.

Psychosociale gezondheid bij kinderen

Een indicator voor de psychische gezondheid van een kind is de psychosociale gezondheid. Hierbij wordt er gekeken naar verschillende indicatoren, zoals: emotionele problemen, gedragsproblemen, hyperactief gedrag, beperkte sociale vaardigheden en problemen in de relaties met leeftijdsgenoten.

Psychosomatische gezondheid uit zich lichamelijk

Ook is de psychosomatische gezondheid van een individu ook van belang. Psychosomatische gezondheid duidt op ziektebeelden die zich vooral lichamelijk manifesteren, maar waarbij psychische factoren een duidelijke factor zijn voor het ontstaan van de klachten. Indicatoren voor psychosomatische klachten zijn buikpijn, hoofdpijn, moe voelen en/of slecht slapen.

Cijfers over kinderen

Meer Utrechtse kinderen hebben een verhoogd risico op psychosociale problemen dan voor corona

In het najaar van 2021 heeft 17% van de kinderen uit groep zeven en acht van het basisonderwijs in Utrecht een verhoogd risico op psychosociale problemen. Dit is hoger dan de afgelopen jaren; het percentage varieerde van 2015 t/m 2019 tussen de 11% en 13%. Voor 6% van de kinderen is het risico op psychosociale problemen zorgelijk. Deze kinderen hebben vrijwel zeker psychosociale problemen. Het grootste deel van de kinderen heeft geen verhoogd risico.

Image
17% van de Utrechtse kinderen heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen. Voor 6% van de leerlingen is het risico zorgelijk.

Hoe is het risico op psychosociale problemen gemeten?

Risico op psychosociale problemen bij jongeren is gemeten met de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ). In de SDQ krijgen jongeren 25 vragen over hun gedrag en gevoelens van de afgelopen zes maanden en kan een verhoogd risico op psychosociale problemen worden gesignaleerd. Hierbij kan men denken aan:

  • emotionele problemen als angst, teruggetrokkenheid, depressieve gevoelens, psychosomatische klachten;
  • gedragsproblemen zoals agressief gedrag, onrustig gedrag en delinquent gedrag;
  • sociale problemen, dit zijn problemen met het maken en onderhouden van het contact met anderen.

Kinderen in een eenoudergezin of gezin met co-ouderschap hebben vaker verhoogd risico op psychosociale problemen

29% van de 10- t/m 12-jarigen die opgroeien in een eenoudergezin heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen. Van de kinderen die opgroeien in een gezin met co-ouderschap is dit ruim een kwart. Van de kinderen die bij beide eigen ouders wonen heeft 14% een verhoogd risico op psychosociale problemen. Kinderen die opgroeien in een gezin met een lage welvaart hebben ook vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen en dit is 22%.

Kinderen uit Noordwest en Vleuten-De Meern hebben vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen

Een op de vijf kinderen in de wijken Noordwest en Vleuten-De Meern heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen. Dit komt minder vaak voor bij kinderen die in de wijken Oost en Noordoost wonen.

Image
In Noordwest en Vleuten-De Meern heeft 21%. van de kinderen een verhoogd risico op psychosociale problemen.

Bijna een derde van de kinderen voelt zich vaak gestrest

32% van de kinderen uit groep zeven en acht voelt zich in het najaar van 2021 vaak gestrest. De meest genoemde oorzaak van stress is school of huiswerk. Een op de tien kinderen voelt zich vaak gestrest door corona en de coronaregels. Stress komt vaker voor bij kinderen uit een gezin met een lage welvaart, bij kinderen in een eenoudergezin, meisjes en bij kinderen die in Leidsche Rijn of Vleuten-De Meern wonen. Het percentage kinderen dat zich vaak gestrest voelt door andere dingen dan corona(regels) is toegenomen van 25% in 2019 naar 29% in 2021.

Image
32% van de Utrechtse kinderen uit groep zeven en acht van het basisonderwijs voelt zich vaak gestrest.

Ongunstig zelfbeeld en faalangstige gevoelens zijn toegenomen in coronatijd

16% van de basisschoolkinderen heeft in 2021 een ongunstige score op zelfbeeld. Dit is hoger dan de afgelopen jaren. Tussen 2015 en 2019 had 12% van de kinderen een ongunstig zelfbeeld. Ook het percentage kinderen met faalangstige gevoelens is toegenomen van 13%-14% in 2015 t/m 2019 naar 18% in 2021.

Een kwart van de kinderen uit gezinnen met een lage welvaart heeft faalangstige gevoelens

26% van de kinderen die opgroeien in een gezin met een lage welvaart heeft faalangstige gevoelens en 23% heeft een ongunstige score op zelfbeeld. Dit is hoger dan bij kinderen met een gemiddelde of hoge gezinswelvaart. Faalangstige gevoelens en ongunstig zelfbeeld komen vaker voor bij meisjes. Ook komen faalangstige gevoelens vaker voor bij kinderen die in een eenoudergezin opgroeien en hebben kinderen in een gezin met co-ouderschap vaker een ongunstig zelfbeeld. Ruim acht op de tien kinderen heeft een gunstig zelfbeeld en geen faalangstige gevoelens.

Image
Faalangstige gevoelens (23%) en ongunstig zelfbeeld (26%) komt vaker voor bij kinderen uit gezinnen met een lage welvaart.

Kinderen uit Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern hebben vaker faalangstige gevoelens of een ongunstig zelfbeeld

Bijna een kwart van de kinderen uit de wijken Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern heeft last van faalangstige gevoelens. Kinderen uit deze wijken hebben ook vaker een ongunstig zelfbeeld . Kinderen uit de wijken Noordoost, Oost en Zuid hebben minder vaak faalangstige gevoelens en kinderen uit de wijk Overvecht minder vaak een ongunstig zelfbeeld.

Infogram URL

Hoe worden zelfbeeld en faalangstige gevoelens gemeten?

Zelfbeeld is in dit onderzoek gemeten met de volgende drie vragen:

  • Ben je tevreden met jezelf?
  • Ben je trots op jezelf?
  • Ben je tevreden met hoe je er uit ziet?

Faalangstige gevoelens zijn in dit onderzoek gemeten met de volgende drie vragen:

  • Als je iets gaat doen, ben je dan bang dat het niet gaat lukken?
  • Maak jij je zorgen of dingen die je moet doen, wel gaan lukken?
  • Ben je bang om iets verkeerd te doen?

Jeugdmonitor Utrecht in coronatijd

De Jeugdmonitor is in Utrecht uitgevoerd van oktober tot en met begin december 2021 onder kinderen van groep zeven en acht van het basisonderwijs. Het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames in Nederland steeg sterk in de loop van oktober. Op het moment van dataverzameling golden daardoor verschillende coronamaatregelen, die in november en december steeds verder werden aangescherpt. Nederland stevende weer af op een lockdown. Dit alles heeft de resultaten van de Jeugdmonitor beïnvloed. Op de pagina over het coronavirus staat een overzicht van de maatregelen die tijdens dit onderzoek golden.

Cijfers over jongeren

Het aantal Utrechtse jongeren met een verhoogd risico op psychosociale problemen is toegenomen

In het najaar van 2021 heeft 14% van de jongeren uit klas twee en klas vier van het voortgezet onderwijs een verhoogd risico op psychosociale problemen. Dit was in 2019 11%. Deze stijging is met name zichtbaar bij jongeren in klas vier, vwo-leerlingen, meisjes en jongeren met een westerse migratieachtergrond. De meeste Utrechtse jongeren hebben geen verhoogd risico op psychosociale problemen.

Vmbo-leerlingen zonder migratieachtergrond hebben vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen

Een verhoogd risico op psychosociale problemen komt vaker voor bij vmbo-leerlingen zonder migratieachtergrond. Dit geldt ook voor jongeren die opgroeien in een eenoudergezin en jongeren die in een andere gezinsvorm opgroeien (zoals bij een eigen ouder en een stiefouder, pleegouders of grootouders). Ook meisjes hebben een verhoogd risico. Jongens, vwo-leerlingen en jongeren met een Marokkaanse migratieachtergrond hebben minder vaak een (verhoogd) risico op psychosociale problemen.

Uit eerder onderzoek blijkt dat Utrechtse homo- of biseksuele jongeren ook vaker een verhoogd risico op psychosociale problemen hebben dan heteroseksuele jongeren.

Verhoogd risico op psychosociale problemen, naar schoolniveau en migratieachtergrond en gezinssamenstelling

Infogram URL

Hoe is het risico op psychosociale problemen gemeten?

Risico op psychosociale problemen bij jongeren is gemeten met de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ). In de SDQ krijgen jongeren 25 vragen over hun gedrag en gevoelens van de afgelopen zes maanden en kan een verhoogd risico op psychosociale problemen worden gesignaleerd. Hierbij kan men denken aan: emotionele problemen zoals angst, teruggetrokkenheid, depressieve gevoelens, psychosomatische klachten; gedragsproblemen zoals agressief gedrag, onrustig gedrag en delinquent gedrag; sociale problemen, dit zijn problemen met het maken en onderhouden van het contact met anderen.

Het Jeugd in Coronatijd onderzoek (JICO)

In april 2021 is het kwalitatieve Jeugd in Coronatijd onderzoek (JICO) uitgevoerd. Dit onderzoek geeft een duidelijk beeld van hoe Utrechtse kinderen (groep 7) en jongeren (klas 2 en 3) de coronatijd beleven en de impact hiervan op hun gezondheid en leven ervaren. Vanwege de kwalitatieve aard van dit onderzoek is het niet mogelijk om een representatief beeld te geven over alle Utrechtse kinderen en jongeren. Op het moment van dataverzameling zat Nederland in een lockdown. Sinds 8 februari 2021 waren de basisscholen weer volledig geopend. Middelbare scholen waren vanaf maart deels open, maar hier gold de regel om 1,5 meter afstand te houden en mondkapjes te dragen. Op de pagina over het coronavirus staat een overzicht van de maatregelen die tijdens dit onderzoek golden.

Vwo-leerlingen hebben vaker een verhoogd risico op emotionele problemen

23% van de vwo-leerlingen heeft een verhoogd risico op emotionele problemen. Dit is 18% bij vmbo-leerlingen Een verhoogd risico op gedragsproblemen komt juist vaker voor bij vmbo-leerlingen (18%) en minder vaak bij vwo-leerlingen (8%). Jongeren die opgroeien in een andere gezinsvorm hebben vaker zowel een verhoogd risico op emotionele problemen als een verhoogd risico op gedragsproblemen. Het verhoogde risico op emotionele problemen en gedragsproblemen is niet veranderd tussen 2019 en 2021.

De helft van de havo- en vwo-leerlingen in Utrecht voelt zich vaak gestrest

51% van de havo- en vwo-leerlingen uit klas twee en klas vier voelt zich vaak gestrest. Bij vmbo-leerlingen is dit 38%. De meest genoemde oorzaak van stress is school of huiswerk. Zes op de tien jongeren die in een andere gezinsvorm opgroeien en vijf op de tien jongeren met een overig westerse migratieachtergrond voelen zich vaak gestrest. Meisjes voelen zich dubbel zo vaak gestrest als jongens en ook jongeren in klas vier hebben vaker stress dan jongeren in klas twee. Jongeren met een Marokkaanse migratieachtergrond en jongeren uit de wijk Noordwest voelen zich minder vaak gestrest. Het hebben van stress is niet veranderd vergeleken met 2019, alleen jongens hebben in 2021 (31%) minder stress dan in 2019 (37%).

Oorzaken van stress

Image
46% van de jongeren uit klas twee en klas vier is gestrest. 35% van alle jongeren noemt school of huiswerk als een bron van stress.

9% van de Utrechtse jongeren heeft psychische klachten

Bijna een op de tien jongeren uit klas twee en klas vier van het voortgezet onderwijs heeft matig tot ernstige psychische klachten, 4% heeft ernstige psychische klachten. Meisjes hebben ruim drie keer zo vaak psychische klachten als jongens. Ook havo-leerlingen en jongeren in klas vier hebben vaker psychische klachten. Uit eerder onderzoek blijkt dat Utrechtse homo- of biseksuele jongeren ook vaker psychische klachten hebben dan heteroseksuele jongeren.

Image
12% van de havo-leerlingen heeft psychische klachten.

Hoe meten we psychische gezondheid?

Psychische gezondheid bij jongeren is gemeten met behulp van de internationale standaard ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe de jongeren zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan maken we onderscheid tussen jongeren die zich psychisch gezond voelen en jongeren die matige of ernstige psychische klachten hebben (matig of ernstig psychisch ongezond zijn). Deze vragen zijn alleen in 2021 meegenomen in de vragenlijst.

89% van de Utrechtse jongeren is voldoende weerbaar

Negen op de tien jongeren is voldoende weerbaar. Dat betekent dat ze zelf vinden dat ze goed voor zichzelf kunnen opkomen en eigen keuzes kunnen maken over bijvoorbeeld pesten, uitgaan en alcohol. Dit is ongeveer gelijk aan 2019. Weerbaarheid onder vwo-leerlingen is tussen 2019 en 2021 wel gedaald van 93% naar 89%. Jongeren met een Marokkaanse of Turkse migratieachtergrond zijn vaker weerbaar dan andere jongeren. Dit geldt ook voor jongeren die opgroeien in Oost. Jongeren die opgroeien in Lunetten, Vleuten, Haarzuilens en Veldhuizen, Vleuterweide zijn minder weerbaar. Ook meisjes en jongeren in klas twee (vergeleken met klas vier) zijn minder weerbaar.

Een op de twintig jongeren heeft vaak serieuze suïcidale gedachten

5% van de jongeren gaf in het najaar van 2021 aan in de afgelopen twaalf maanden (heel) vaak serieus te hebben gedacht om een eind te maken aan hun leven. Vmbo-leerlingen geven dit vaker aan dan vwo leerlingen. Ook jongeren uit een eenoudergezin en jongeren die opgroeien in een andere gezinsvorm geven vaker aan serieuze suïcidale gedachten te hebben. 81% van de jongeren denkt hier nooit aan. Uit eerder onderzoek blijkt dat Utrechtse homo- of biseksuele jongeren ook vaker suïcidale gedachten hebben dan heteroseksuele jongeren.

Denk je aan zelfmoord? Praat erover. Bel 0800-0113 of chat via 113.nl.

Bijna een op de vijf jongeren heeft nog last van de coronaperiode

18% van de jongeren geeft aan dat zij nog last hebben van gebeurtenissen die ze tijdens de coronaperiode hebben meegemaakt, zoals quarantaine, coronabesmetting, ziekenhuisopname en ziekte of overlijden van een naaste (al dan niet door corona). 6% van de jongeren heeft een verhoogde kans op ernstige psychosociale klachten door deze gebeurtenissen. Dit is gemeten met een vragenlijst over posttraumatische stressklachten. Meisjes hebben én vaker last van eerder genoemde gebeurtenissen én vaker een verhoogde kans op ernstige psychosociale klachten.

Image
56% geen last meer. 18% nog last van gebeurtenis. 6% verhoogde kans op ernstige psychosociale problemen.

Gezondheidsmonitor Jeugd in coronatijd

De landelijke corona Gezondheidsmonitor Jeugd is uitgevoerd van oktober tot en met december 2021 onder jongeren van klas twee en vier van het voortgezet onderwijs. De meeste leerlingen in Utrecht vulden de vragenlijst in oktober in. Het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames in Nederland steeg sterk in de loop van oktober. Op het moment van dataverzameling golden daardoor verschillende coronamaatregelen, die in november en december steeds verder werden aangescherpt. Nederland stevende weer af op een lockdown. Dit alles heeft invloed gehad op de resultaten van de Gezondheidsmonitor. Op de pagina over het coronavirus staat een overzicht van de maatregelen die tijdens dit onderzoek golden.

Volgens jongeren is er meer aandacht nodig voor psychische gezondheid

In het kwalitatieve Jeugd in Coronatijd onderzoek is in april 2021 aan Utrechtse jongeren (13-15 jaar) gevraagd wat zij zouden doen om leeftijdsgenoten te helpen in de coronatijd als zij voor één dag op de stoel van de minister-president mochten zitten. Op deze vraag antwoordt één op de acht jongeren dat er meer aandacht nodig is voor de psychische gezondheid van leeftijdsgenoten. Bijvoorbeeld door meer voorlichting te geven op school over psychische gezondheid en het onderwerp bespreekbaar te maken. Ondanks dat er op elke middelbare school in Utrecht een zorgstructuur is bestaande uit professionals vanuit school en partners zoals de Jeugdgezondheidszorg en het buurtteam, noemen enkele jongeren dat ze behoefte hebben aan een vertrouwenspersoon op school waar zij naartoe kunnen als ze over hun psychische gezondheid willen praten. 

Veel jongeren zitten nu dus tegen een burn-out [aan]. Ik vind dat de regering er meer aan moet doen in plaats van zeggen dat we het nog even moeten volhouden. Het namelijk niet echt simpel voor alle jongeren in Nederland. Ze (de regering) zouden misschien één keer per maand/week samen kunnen komen [om] zich alleen [te] focussen op het onderwerp "jongeren in Nederland", dan kunnen ze kijken welke dingen ze kunnen bedenken om het makkelijker te maken voor de jongeren.

Ja, ik denk dat ze hier [psychische gezondheid] meer aandacht aan kunnen besteden. Vaak is het zo dat gezegd wordt dat de ouders en leraren het zo goed doen. Over de jongeren hoor je niet zoveel en als jongeren hulp nodig hebben zijn er lange wachttijden.

Cijfers over jongvolwassenen

Ruim een op de vijf jongvolwassenen in Utrecht heeft matige of ernstige psychische klachten

22% van de Utrechtse jongvolwassenen (16 t/m 25 jaar) geeft in mei t/m juli 2022 aan dat zij matige of ernstige psychische klachten ervaren. Dit is vergelijkbaar met de regio Utrecht en ook met de rest van Nederland. Ook is dit cijfer vergelijkbaar met de meting van 2021. De mentale gezondheid van jongvolwassenen staat dus nog steeds onder druk. 7% van de jongvolwassenen heeft ernstige psychische klachten. Dit is lager dan gemiddeld in Nederland en vergelijkbaar met de regio. In de regio daalt dit percentage en ook in Utrecht lijkt het aantal jongvolwassenen met ernstige psychische klachten te dalen. Vrouwen hebben vaker (ernstige) klachten dan mannen. Jongvolwassenen met voortgezet onderwijs of met een mbo-opleiding hebben vaker (ernstige) klachten terwijl jongvolwassenen met een wo-opleiding dit juist minder vaak hebben.

Percentage jongvolwassenen met psychische klachten

Image
Ruim een kwart van de jongvolwassenen met voortgezet onderwijs of mbo-opleiding heeft matig tot ernstige psychische klachten. Dit is 18% bij wo.

Lichte psychische klachten onder jongvolwassenen met een wo-opleiding nemen af

Tussen 2021 en 2022 is het percentage jongvolwassenen met een wo-opleiding met lichte psychische klachten afgenomen. In Utrecht zijn meer jongvolwassenen met lichte klachten dan in de regio Utrecht. 

Ongeveer een derde van de migranten heeft psychische klachten

35% van de jongvolwassenen die niet in Nederland zijn geboren heeft matig of ernstige psychische klachten. Dit is hoger dan bij andere jongvolwassenen. Jongvolwassenen met een Nederlandse herkomst hebben minder vaak (ernstige) psychische klachten.  

Hoe meten we de psychische gezondheid?
Psychische gezondheid bij jongvolwassenen is gemeten met behulp van de internationale standaard ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe de jongvolwassenen zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan wordt onderscheid gemaakt tussen jongvolwassenen die zich psychisch gezond voelen en jongvolwassenen die lichte, matige of ernstige psychische klachten hebben.

Een kwart van de Utrechtse jongvolwassenen voelt zich vaak beperkt door psychische klachten

25% van de jongvolwassenen voelt zich in het dagelijks leven vaak beperkt door psychische klachten. Dit is vergelijkbaar met andere jongvolwassenen in Nederland. In de regio Utrecht is dit lager (22%). Jongvolwassenen in Overvecht en Zuidwest geven vaker aan dat zij zich vaak beperkt voelen door psychische klachten. Dit geldt ook voor jongvolwassenen met voortgezet onderwijs en jongvolwassenen die alleen wonen.

Voelt zich vaak beperkt in het dagelijks leven door psychische klachten

Image
In Overvecht en Zuidwest voelen jongvolwassenen zich vaker beperkt in het dagelijks leven door psychische klachten

Ruim de helft van de jongvolwassenen voelt zich (heel) vaak gestrest

53% van de jongvolwassenen voelt zich (heel) vaak gestrest. Dit geldt voor 62% van de vrouwen en 41% van de mannen. Onder jongvolwassenen in de regio en in Nederland is dit lager, namelijk 46% en 48%. 14% van de jongvolwassenen voelt zich (bijna) nooit gestrest.

School of studie is de vaakst genoemde stressbron

De meeste stress ervaren jongvolwassenen door studie of school, de combinatie van alles wat ze moeten doen en de eisen die ze aan zichzelf stellen. Bijna alle jongvolwassenen die aangeven (zeer) gestrest te zijn noemen minimaal twee stressbronnen.

Jongvolwassenen die (zeer) vaak gestrest zijn, zijn gestrest door:

Infogram URL

Jongvolwassenen met een hbo-opleiding ervaren het vaakst stress

57% van de 16- t/m 25-jarigen met een hbo-opleiding ervaart (heel) vaak stress. Onder jongvolwassenen met een mbo-opleiding is dit 43%. 56% van de jongvolwassenen die alleen wonen of samen met anderen, bijvoorbeeld in een studentenhuis, ervaren vaak stress tegenover 47% van de jongvolwassenen die bij hun ouders wonen. Ook jongvolwassenen die niet in Nederland zijn geboren hebben vaker stress dan andere jongvolwassenen (65%).

Acht op de tien Utrechtse jongvolwassenen zijn voldoende weerbaar

81% van de 16- t/m 25-jarigen is voldoende weerbaar. Dit betekent dat zij goed voor zichzelf kunnen opkomen. Dit is vergelijkbaar met andere jongvolwassenen in Nederland en de regio. Mannen zijn meer weerbaar dan vrouwen, 85% tegenover 78%. Ook jongvolwassenen met een mbo-opleiding zijn weerbaarder. Zowel jongvolwassenen met voortgezet onderwijs als jongvolwassenen met een wo-opleiding kunnen juist minder goed voor zichzelf opkomen.

Percentage jongvolwassenen dat voldoende weerbaar is

Infogram URL

De helft van de jongvolwassenen heeft door de coronaperiode hulp nodig (gehad) omdat ze niet lekker in hun zaten

50% van de jongvolwassenen heeft door de coronaperiode hulp nodig (gehad) omdat ze niet lekker in hun vel zaten. Het gaat hier om hulp van iemand uit de eigen omgeving en/of professionele hulp. Vrouwen geven dit vaker aan dan mannen. Ook jongvolwassenen die met anderen wonen, zoals in een studentenhuis, en jongvolwassenen met een hbo-opleiding geven dit vaker aan. 15% van de jongvolwassenen heeft nu nog last van corona gerelateerde gebeurtenissen, zoals angst die zij hadden voor een coronabesmetting van zichzelf of een dierbare, of geen afscheid hebben kunnen nemen van een overleden dierbare. Vrouwen geven dit vaker aan dan mannen en ook kinderen van migranten geven dit vaker aan. 4% heeft door deze corona gerelateerde gebeurtenissen een verhoogd risico op een posttraumatische stressstoornis (PTSS).

Percentage jongvolwassenen met risico op posttraumatische stressstoornis door corona gerelateerde gebeurtenissen

Infogram URL
Hoe meten we het risico op posttraumatische stressstoornis? 
Het risico op posttraumatische stressstoornis (PTSS) is gemeten met behulp van de PTSS Checklist volgens de DSM-5 (PCL-5). Dit is een internationale zelfrapportage vragenlijst met twintig vragen die de vier dimensies van PTSS meet. Jongvolwassenen met een hoge score hebben waarschijnlijk last van posttraumatische stressklachten en hebben mogelijk hulp en ondersteuning nodig.

Een op de zeventien jongvolwassenen heeft suïcidale gedachten

6% van de jongvolwassenen heeft in de afgelopen twaalf maanden (heel) vaak serieus gedacht een eind te maken aan hun leven en dit is vergelijkbaar met andere jongvolwassenen in Nederland en de regio. Suïcidale gedachten komt vaker voor bij jongvolwassenen met voortgezet onderwijs of een mbo-opleiding en onder jongvolwassenen in Overvecht. 71% heeft in de afgelopen twaalf maanden nooit aan zelfdoding gedacht.

Denk je aan zelfmoord of maak je je zorgen over iemand? Praat erover. Bel 0800-0113 of chat via 113.nl

Driekwart van de jongvolwassenen die zelfstandig wonen ervaart hoge prestatiedruk

Driekwart van de jongvolwassenen die zelfstandig wonen of met andere jongeren (zoals in een studentenhuis) geeft zelf aan dat zij een (redelijk) hoge prestatiedruk ervaren. 56% van de jongvolwassenen die thuis wonen geeft dit aan. Gemiddeld is dit 69%. 22- t/m 25-jarigen, jongvolwassenen zonder migratieachtergrond en jongvolwassenen met een vwo- of wo-opleiding geven dit vaker aan. 15% van de jongvolwassenen ervaart een heel hoge prestatiedruk.

Ervaart prestatiedruk door:

Infogram URL

Mbo-studenten voelden in coronatijd meer druk van schoolwerk en waren vaker hyperactief

Tussen het najaar van 2019 en het voorjaar en najaar van 2020 is het aantal mbo-studenten dat aangaf (nogal) veel druk te ervaren door schoolwerk toegenomen van twee op de tien naar bijna vier op de tien. Hyperactiviteit (snel afgeleid of rusteloos zijn) nam toe van 29% in het najaar van 2019 tot 39% in het najaar van 2020. Eind 2021-beging 2022 is er geen verandering opgetreden in druk door schoolwerk en hyperactiviteit. Dit blijkt uit vervolgonderzoek (onder een kleinere groep studenten). Wel zien we een toename in emotionele problemen tussen najaar 2020 en 2021, die we tot najaar 2020 niet zagen. Steun van het gezin en vrienden lijkt weer terug te komen op het niveau van najaar 2019. Het zelfvertrouwen van mbo-studenten verandert tijdens de gehele coronaperiode niet. Ondanks de verschillende ongunstige veranderingen in de mentale gezondheid van de mbo-studenten in coronatijd gaat het met de mentale gezondheid van de meerderheid van hen goed.

Cijfers over volwassenen

Hoog risico op psychische problemen is toegenomen

In het najaar van 2022 heeft 11% van de Utrechtse volwassenen een hoog risico op psychische problemen, zoals een depressie of angststoornis. De afgelopen jaren was dit 7%. Deze toename is ook landelijk en in de andere grote steden zichtbaar. Het percentage in Utrecht is vergelijkbaar met Nederland, maar lager dan in de andere grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

Volwassenen die moeite hebben met rondkomen hebben een minder goede mentale gezondheid

Utrechters (18-64 jaar) die moeite hebben met rondkomen hebben een hoger risico op psychische problemen, vaker psychische klachten en ervaren vaker stress dan Utrechters zonder moeite met rondkomen. Het verschil in hoog risico op psychische problemen tussen Utrechters die wel en geen moeite hebben met rondkomen is de afgelopen jaren groter geworden.

Infogram URL

Hoog risico op psychische problemen

Infogram URL

Hoog risico op psychische problemen bij volwassenen met havo-, vwo- of mbo-opleiding verdubbeld

Onder 18- t/m 64-jarigen die een havo-, vwo- of mbo-opleiding hebben afgerond stijgt het percentage Utrechters met een hoog risico op psychische problemen van 8% in 2020 tot 17% in 2022. Dit is nu hoger dan gemiddeld in Utrecht. Ook bij de andere opleidingsniveaus stijgt het percentage Utrechters met een hoog risico op psychische problemen.  

Utrechters met een hbo- of wo-opleiding hebben nog wel minder vaak een hoog risico op psychische problemen dan Utrechters met een andere opleiding.

Infogram URL

Utrechters die wonen in de wijken Overvecht en Zuidwest hebben een hoog risico op psychische problemen

In Overvecht en Zuidwest wonen relatief veel mensen met een hoog risico op psychische problemen. In Overvecht was dit in 2020 13% en in 2022 21% Ook in de wijken Noordwest en Oost in het percentage in 2022 min of meer verdubbeld.

Infogram URL

Hoe meten we mentale gezondheid?

Mentale gezondheid is gemeten met twee verschillende vragensets.  

Het risico op een angststoornis of depressie is ingeschat met behulp van de ‘Kessler Psychological Distress Scale’. Als iemand in de afgelopen vier weken zonder duidelijke oorzaak stemmingswisselingen, zoals zenuwachtigheid, hopeloosheid, somberheid en rusteloosheid ervaart, kan er sprake zijn van een psychische aandoening. Van alle psychische stoornissen komen angststoornissen en stemmingsstoornissen, zoals depressie het meest voor. In de tekst noemen we deze maat ook wel risico op psychische problemen.

Psychische klachten zijn gemeten met de internationale standaard ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe Utrechters zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan wordt onderscheid gemaakt tussen Utrechters die zich psychisch gezond voelen en Utrechters die lichte, matige of ernstige psychische klachten hebben.

 

27% van de Utrechtse volwassenen heeft psychische klachten

Bijna drie op de tien volwassenen (18-64 jaar) ervaart in het najaar van 2022 psychische klachten. Dit is hoger dan in de rest van Nederland en lager dan in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. 4% heeft ernstige psychische klachten. Vrouwen ervaren vaker psychische klachten dan mannen.

Alleenstaande ouders en eenpersoonshuishoudens hebben vaker psychische klachten

Infogram URL

Ruim vier op de tien Utrechters die basisonderwijs of vmbo hebben afgerond hebben psychische klachten

42% van de Utrechters die basisonderwijs of vmbo heeft afgerond heeft psychische klachten. Dit is hoger dan gemiddeld in Utrecht. Ook bij Utrechters met havo, vwo of mbo komt dit vaker voor (34%). Ook ernstige psychische klachten komen vaker voor bij Utrechters die basisonderwijs of vmbo of havo, vwo of mbo hebben afgerond, namelijk 8% en 6%.

Bijna drie op tien Utrechters had de afgelopen vier weken (heel) veel stress

28% van de volwassen Utrechters geeft aan dat zij de afgelopen vier weken (heel) veel stress hebben ervaren. Dit is hoger vergeleken met Nederland, maar vergelijkbaar met de andere grote steden. De grootste bron van stress is werk, gevolgd geldzaken en familie of vrienden. Voor een kwart van de Utrechters geldt dat zij (heel) veel stress ervaren door een combinatie van twee of meer bronnen. Met name 18- t/m 39 jarigen, Utrechters met een havo, vwo of mbo opleiding en inwoners van de Binnenstad ervaren vaker stress.

Image
Grootste stressbron is werk. 19% van Utrechtse volwassenen geeft dit aan. 13% geeft aan veel stress te hebben door geldzaken.

Bijna vier op de tien Utrechters in een kwetsbare situatie heeft veel stress  

Uit een peiling van panel Meetellen in Utrecht blijkt dat 38% van de Utrechters in een kwetsbare situatie (heel) veel last hebben van stress. Dit is hoger dan gemiddeld in Utrecht. 18% zegt geen stress te hebben. Meer dan de helft van de panelleden die aangeven dat ze stress ervaren hebben stress door het coronavirus. Ook ervaart 45% stress door hun gezondheid en 42% door slecht slapen.

De mentale gezondheid van Utrechtse 18- t/m 24 jarigen is minder goed

18- t/m 24-jarigen Utrechters scoren op stress en mentale gezondheid minder gunstig dan 25- t/m 64-jarigen. Ook zitten zij minder goed in hun vel door de coronaperiode en geven zij vaker aan dat zij meer stress ervaren dan voor de coronacrisis.

Infogram URL

Eén op de honderd Utrechters heeft suïcidale gedachten

1% van de 18-64 jarigen heeft in de afgelopen twaalf maanden (heel) vaak serieus gedacht een eind te maken aan hun leven. Dit is vergelijkbaar met andere volwassenen in Nederland en ander grote steden. 88% denkt hier nooit aan.

Denkt u aan zelfmoord of maakt u zich zorgen over iemand? Praat erover. Bel 0800-0113 of chat via 113.nl.

Cijfers over ouderen

Ouderen met basisonderwijs of vmbo hebben vaker een hoog risico op psychische problemen

In het najaar van 2022 heeft 15% van de Utrechtse 65-plussers die basisonderwijs of vmbo hebben afgerond een hoog risico op psychische problemen. Dit risico is onder alle 65-plussers toegenomen van 5% in 2020 tot 8% in 2022 en lijkt nu weer op eenzelfde niveau als in 2016 en eerder. Een hoog risico op psychische klachten komt onder Utrechtse ouderen vaker voor dan in de rest van Nederland, maar is wel vergelijkbaar met de andere grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

Infogram URL

Ouderen die moeite hebben met rondkomen hebben een minder goede mentale gezondheid  

Utrechtse 65-pussers die moeite hebben met rondkomen hebben een hoger risico op psychische problemen, vaker psychische klachten en ervaren vaker stress dan Utrechters zonder moeite met rondkomen.

Infogram URL

Hoe meten we mentale gezondheid?

Mentale gezondheid is gemeten met twee verschillende vragensets.  

Het risico op een angststoornis of depressie is ingeschat met behulp van de ‘Kessler Psychological Distress Scale’. Als iemand in de afgelopen vier weken zonder duidelijke oorzaak stemmingswisselingen, zoals zenuwachtigheid, hopeloosheid, somberheid en rusteloosheid ervaart, kan er sprake zijn van een psychische aandoening. Van alle psychische stoornissen komen angststoornissen en stemmingsstoornissen, zoals depressie het meest voor. In de tekst noemen we deze maat ook wel risico op psychische problemen.

Psychische klachten zijn gemeten met de internationale standaard ‘Mental Health Inventory-5’. Dit zijn vijf vragen die gaan over hoe Utrechters zich de afgelopen vier weken voelden. Op basis hiervan wordt onderscheid gemaakt tussen Utrechters die zich psychisch gezond voelen en Utrechters die lichte, matige of ernstige psychische klachten hebben.

 

Migrantenouderen hebben een minder goede mentale gezondheid  

Utrechtse 65-pussers die in het buitenland zijn geboren (migranten) hebben een minder goede mentale gezondheid en ervaren vaker stress dan 65-plussers die in Nederland zijn geboren. Ook zitten bijna twee keer zoveel migrantenouderen minder goed in hun vel door de coronaperiode dan de andere 65-plussers.

Infogram URL

Een op de vijf Utrechtse ouderen heeft psychische klachten

21% van de Utrechtse ouderen ervaart in het najaar van 2022 psychische klachten. Dit is hoger dan in de rest van Nederland en vergelijkbaar met de andere drie grote steden. 32% van de ouderen die basisonderwijs of vmbo hebben afgerond ervaart psychische klachten. 6% van deze groep heeft ernstige psychische klachten tegenover 3% in de totale groep ouderen.

Een op de tien Utrechtse ouderen had de afgelopen vier weken (heel) veel stress

10% van de Utrechtse 65-plussers geeft aan dat zij de afgelopen vier weken (heel) veel stress hebben ervaren. Dit is hoger vergeleken met Nederland, maar vergelijkbaar met de andere grote steden. De grootste bronnen van stress zijn gezondheid (6%), familie en vrienden en geldzaken (beide 3%). 6% ervaart (heel) veel stress door een combinatie van twee of meer bronnen. Het percentage ouderen dat stress heeft is vergelijkbaar met 2020.

Een op de zeven 85-plussers in Utrecht heeft dementie

Van de Utrechters van 85 jaar en ouder die thuis wonen heeft in 2021 15,8% een vorm van dementie. Gemiddeld heeft 5,4% van de thuiswonende 65-plussers in Utrecht dementie. De verwachting is dat het aantal Utrechters met dementie de komende jaren verder gaat stijgen. In 2050 zal het aantal Utrechters van 40 jaar en ouder met dementie ruim 3 keer zo hoog zijn dan in 2020. Dit blijkt uit cijfers van ziektekostenverzekeraars.

Het percentage thuiswonende 65-plussers met dementie is het hoogst in Overvecht, Zuidwest en Vleuten-De Meern

Infogram URL

Dementie is gedeeltelijk in beeld

In de declaratiegegevens van zorgverzekeraars is informatie terug te vinden over het voorkomen van dementie bij mensen die zelfstandig wonen op basis van de gebruikte zorg en/of medicatie. Mensen die in een zorginstelling wonen en zorg ontvangen van een verpleeghuisarts zijn niet meegenomen in deze cijfers (Bron: Vektis.nl)