Beweging
- Samenvatting
-
Kinderen
- 85% van de Utrechtse kinderen bewegen elke dag minimaal een uur
- Drie op de vier kinderen lopen of fietsen dagelijks naar school
- Kinderen met een Marokkaanse migratieachtergrond spelen vaker buiten
- 85% van de Utrechtse kinderen sport tenminste één keer per week
- Utrechtse kinderen zonder migratieachtergrond zijn vaker lid van een sportvereniging
- Kinderen uit West, Noordoost, Oost en Vleuten-De Meern zijn vaker lid van een sportvereniging
Jongeren
- Minder dan de helft van de Utrechtse jongeren beweegt voldoende
- 85% van de jongeren fietst of loopt elke dag naar school of stage
- Meisjes met een niet-westerse migratieachtergrond sporten minder
- Utrechtse jongeren zijn vaker gaan sporten en bewegen buiten een club, vereniging of sportschool om
Jongvolwassenen
- De helft van de jongvolwassenen beweegt vijf dagen per week minimaal een uur
- Jongvolwassenen met praktijkonderwijs, of een vmbo- of mbo-opleiding sporten minder vaak
- De helft van de mbo-studenten in Utrecht is lid van een sportclub of sportschool
- Gezondheid is de belangrijkste reden voor jongvolwassenen om te sporten
Volwassenen
- Laagopgeleide Utrechters bewegen en sporten minder
- Percentage Utrechtse volwassenen dat voldoet aan de beweegnorm niet veranderd
- Utrechters sporten vaker dan inwoners van andere grote steden
- Inwoners van Leidsche Rijn, Overvecht, Vleuten-de Meern en Zuidwest bewegen vaker onvoldoende
Ouderen
- Laagopgeleide ouderen bewegen en sporten minder
- Oudere mannen voldoen vaker aan de beweegnorm dan vrouwen
- Utrechtse ouderen bewegen vaker voldoende dan ouderen uit Den Haag of Rotterdam
- 65-plussers uit Noordwest en Overvecht bewegen minder
- Wat houdt het in?
-
Beweging is essentieel voor een goede gezondheid
Voldoende beweging is belangrijk voor de gezondheid: bewegen bevordert de conditie van het lichaam en beschermt zo tegen verschillende ziekten. Bewegen is gezond voor alle leeftijdsgroepen. Het gaat hierbij zowel om beweging die is gericht op uithoudingsvermogen als op spier- en botversterkende activiteiten.
Langer bewegen verbetert het uithoudingsvermogen
Het uithoudingsvermogen wordt verbeterd tijdens duuractiviteiten. Hierdoor gaat het hart sneller kloppen en wordt de ademhaling sneller. Matige lichamelijke activiteit betreft activiteiten op een intensiteit die wat moeite kost, maar waarbij praten mogelijk blijft. Voorbeelden zijn wandelen, fietsen en rustig zwemmen. Zwaar intensieve activiteit leidt ertoe dat iemand zwaarder gaat ademen of gaat puffen en hijgen, afhankelijk van hoe fit iemand is. Voorbeelden zijn aerobics, hardlopen, wielrennen en bepaalde competitieve sporten.
Krachttraining maakt spieren en botten sterker
Spieren worden versterkt met krachttraining of een combinatie van kracht- en duuractiviteiten. Hierdoor verbeteren kracht, uithoudingsvermogen en omvang van skeletspieren. Voorbeelden zijn krachttrainingsoefeningen met eigen lichaamsgewicht en duuractiviteiten als fietsen. Botversterkende activiteiten bestaan uit krachttraining en activiteiten waarbij het lichaam met het eigen gewicht wordt belast, zoals springen, traplopen, wandelen, hardlopen en dansen.
Beweegnorm
ImageHoeveel moet je bewegen voor een goede gezondheid?
Voor een goede gezondheid is het advies voor kinderen en jongeren om minstens elke dag een uur aan matig intensieve inspanning te doen. Kinderen en jongeren moeten ook drie keer per week aan spier- en botversterkende activiteiten doen. Voor volwassen en ouderen is het advies om minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning te doen, zoals wandelen en fietsen, verspreid over verschillende dagen. Ook is het advies om minstens twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten te doen. Ouderen moeten dit combineren met evenwichtsoefeningen.
Voor iedereen geldt dat bewegen goed is. Langer, vaker of intensiever bewegen is beter. Veel stilzitten moet worden voorkomen.
- Cijfers over kinderen
-
85% van de Utrechtse kinderen beweegt elke dag minimaal een uur
Meer dan vier op de vijf kinderen uit groep zeven en acht van het basisonderwijs in Utrecht bewegen elke dag minimaal een uur matig tot intensief. Dit geldt vaker voor jongens. Kinderen uit een eenoudergezin, uit gezinnen met een lage welvaart, uit Overvecht en kinderen met een overige niet-westerse achtergrond bewegen vaker te weinig.
Percentage kinderen dat minimaal één uur per dag beweegt:
ImageBeweegnorm
Voor kinderen van 4 tot 18 jaar geldt de volgende beweegrichtlijn:
- Bewegen is goed, meer bewegen is beter
- Doe minstens elke dag een uur aan matig intensieve inspanning.
- Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.
- Doe minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten.
- En: voorkom veel stilzitten.
Drie op de vier kinderen lopen of fietsen dagelijks naar school
74% van de kinderen uit groep zeven en acht loopt of fietst elke dag naar school. Kinderen die naar school gaan in de wijk waar ze wonen, gaan vaker dagelijks lopend of fietsend naar school dan kinderen die in een andere wijk naar school gaan. Kinderen uit Overvecht, kinderen die opgroeien in co-ouderschap en kinderen uit een eenoudergezin lopen of fietsen minder vaak dagelijks naar school. 6% van de kinderen gaat nooit lopend of fietsend naar school.
Percentage kinderen dat elke dag naar school loopt of fietst
ImageKinderen met een Marokkaanse migratieachtergrond spelen vaker buiten
70% van de kinderen met een Marokkaanse migratieachtergrond speelt minstens één uur per dag buiten. Gemiddeld speelt 57% van de 10- t/m 12-jarigen minimaal één uur per dag buiten. Meisjes spelen minder vaak buiten dan jongens.
Kinderen uit Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern spelen minder vaak buiten
ImageMogelijke invloed van het weer op buitenspeeltijd
Deze vragenlijst is afgenomen in de maanden oktober en november van 2021. De tijd die kinderen buitenspelen hangt samen met het weer. Waarschijnlijk spelen kinderen in de zomer meer buiten dan hierboven is weergegeven.
85% van de Utrechtse kinderen sport tenminste één keer per week
85% van de 10- t/m 12-jarigen sport tenminste één keer per week bij een sportvereniging of bij een naschoolse sport- of beweegactiviteit in de buurt of op school. Kinderen zonder migratieachtergrond en kinderen uit gezinnen met een hoge welvaart sporten vaker tenminste één keer per week. Dit komt omdat zij vaker sporten bij een sportvereniging. Voor bijna één op de tien kinderen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond en kinderen uit gezinnen met een lage welvaart zijn naschoolse sport- of beweegactiviteiten de enige georganiseerde sport waaraan zij wekelijks meedoen.
Percentage kinderen dat tenminste een keer per week sport bij:
Infogram URLUtrechtse kinderen zonder migratieachtergrond zijn vaker lid van een sportvereniging
90% van de 10- t/m 12-jarigen zonder migratieachtergrond is lid van een sportvereniging. Dit is hoger dan het gemiddelde van 82%. Kinderen met een Marokkaanse, Turkse of overige niet-westerse migratieachtergrond zijn minder vaak lid van een sportvereniging. Dit verschil naar migratieachtergrond is groter bij meisjes dan bij jongens. Lidmaatschap van een sportvereniging komt ook minder vaak voor bij kinderen uit eenoudergezinnen (66%) en kinderen uit gezinnen met een lagere (54%) of gemiddelde welvaart (80%).
ImageKinderen uit West, Noordoost, Oost en Vleuten-De Meern zijn vaker lid van een sportvereniging
10- t/m 12-jarigen uit de wijken West, Noordoost, Oost en Vleuten-De Meern zijn vaker lid van een sportvereniging. Dit geldt minder vaak voor kinderen uit Overvecht en Zuidwest. In Zuidwest zijn vooral kinderen uit de subwijk Kanaleneiland minder vaak lid van een sportvereniging, namelijk 59%. In Dichterswijk, Rivierenwijk is dit 79%.
Jeugdmonitor Utrecht in coronatijd
De Jeugdmonitor is in Utrecht uitgevoerd van oktober tot en met begin december 2021 onder kinderen van groep zeven en acht van het basisonderwijs. Het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames in Nederland steeg sterk in de loop van oktober. Op het moment van dataverzameling golden daardoor verschillende coronamaatregelen, die in november en december steeds verder werden aangescherpt. Nederland stevende weer af op een lockdown. Dit alles heeft de resultaten van de Jeugdmonitor beïnvloed. Op de pagina over het coronavirus staat een overzicht van de maatregelen die tijdens dit onderzoek golden.
- Cijfers over jongeren
-
Minder dan de helft van de Utrechtse jongeren is lichamelijk actief
45% van de Utrechtse jongeren in klas twee of vier van het voortgezet onderwijs beweegt minimaal één uur per dag op vijf of meer dagen in de week. Dit geldt minder vaak voor meisjes met een niet-westerse migratieachtergrond. Ook jongeren op het vmbo, jongeren die wonen in een eenoudergezin en jongeren uit Kanaleneiland zijn minder vaak lichamelijk actief. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen geeft aan dat jongeren tot 18 jaar elke dag ten minste één uur moeten bewegen. Hier voldoet 17% aan.
Minimaal één uur per dag beweging op vijf of meer dagen in de week
ImageZes op de zeven jongeren lopen of fietsen elke dag naar school of stage
85% van de jongeren uit klas twee of vier in Utrecht gaat vijf dagen per week lopend of op de fiets naar school of stage. Vmbo-leerlingen en jongeren met een migratieachtergrond fietsen of lopen minder vaak elke dag naar school of stage. 7% van de jongeren gaat (bijna) nooit lopend of fietsend naar school of stage.
Elke dag lopen of fietsen naar school of stage
ImageMeer dan drie kwart van de Utrechtse jongeren sport wekelijks bij een sportclub
77% van de Utrechtse jongeren sport minimaal één keer per week bij een sportclub, vereniging of sportschool. Jongeren op het vmbo, jongeren die wonen in Noordwest, Overvecht of Zuidwest en jongeren met een Turkse migratieachtergrond doen dit minder vaak. Meisjes met een niet-westerse migratieachtergrond sporten minder vaak dan andere meisjes en minder vaak dan jongens met een niet-westerse migratieachtergrond.
Sport minimaal één keer per week bij een sportclub, vereniging of sportschool, naar wijk.
ImageSport minimaal één keer per week bij een sportclub, vereniging of sportschool, naar migratieachtergrond
Infogram URLUtrechtse jongeren zijn vaker gaan sporten en bewegen buiten een club, vereniging of sportschool om
In Utrecht beweegt of sport 71% van de jongeren elke week buiten een club, vereniging of sportschool om, zoals voetballen op straat, fietsen, skeeleren, zwemmen of kranten bezorgen. Dit percentage is hoger dan in 2019, toen 67% van de jongeren dit deed. Jongens bewegen of sporten vaker wekelijks buiten een club, vereniging of sportschool om dan meisjes.
Gezondheidsmonitor Jeugd in coronatijd
De landelijke corona Gezondheidsmonitor Jeugd is uitgevoerd van oktober tot en met december 2021 onder jongeren van klas twee en vier van het voortgezet onderwijs. De meeste leerlingen in Utrecht vulden de vragenlijst in oktober in. Het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames in Nederland steeg sterk in de loop van oktober. Op het moment van dataverzameling golden daardoor verschillende coronamaatregelen, die in november en december steeds verder werden aangescherpt. Nederland stevende weer af op een lockdown. Dit alles heeft invloed gehad op de resultaten van de Gezondheidsmonitor. Op de paigna over het coronavirus staat een overzicht van de maatregelen die tijdens dit onderzoek golden.
- Cijfers over jongvolwassenen
-
De helft van de jongvolwassenen beweegt vijf dagen per week minimaal een uur
In het voorjaar van 2021 bewoog 52% van de Utrechtse jongvolwassenen (16-25 jaar) ten minste vijf dagen per week minimaal een uur. Een op de vijf jongvolwassenen beweegt elke dag minimaal een uur. 19- t/m 21-jarigen bewegen minder dan andere jongvolwassenen.
ImageJongvolwassenen met praktijkonderwijs, of een vmbo- of mbo-opleiding sporten minder vaak
Twee op de drie jongvolwassenen met praktijkonderwijs, of een vmbo- of mbo-opleiding en 61% van de jongvolwassenen uit de wijk Overvecht sport minimaal één keer per week. Dat is minder vaak dan gemiddeld bij Utrechtse jongvolwassenen. Jongvolwassenen zonder migratieachtergrond, jongvolwassenen die zelfstandig met leeftijdsgenoten wonen en jongvolwassenen met een vwo- of universitaire opleiding sporten vaker elke week dan andere jongvolwassenen. Drie op de tien jongvolwassenen sport minimaal drie keer per week.
Infogram URLDe helft van de mbo-studenten in Utrecht is lid van een sportclub of sportschool
In het najaar van 2019 was 50% van de studenten op Utrechtse mbo’s lid van een sportclub of sportschool. Jongens op het mbo zijn vaker lid van een sportclub of sportschool dan meisjes. Ook mbo-studenten zonder migratieachtergrond en 16- tot 17-jarige mbo-studenten zijn vaker lid van een sportclub of sportschool. Van de mbo-studenten sport 21% tenminste één keer per week op straat, op een plein, in een park of op een speelveldje. Jongens doen dit vaker dan meisjes.
ImageGezondheid is de belangrijkste reden voor jongvolwassenen om te sporten
Van de Utrechtse jongvolwassenen die elke week sporten, zegt 78% dat zij dit doen om hun gezondheid te verbeteren. Andere belangrijke redenen voor jongvolwassenen om te sporten zijn:
- opbouwen van conditie, kracht en lenigheid (71%)
- ontspanning (57%)
- afvallen of uiterlijk (55%)
- lekker buiten te zijn (52%)
- gezelligheid en sociale contacten (40%)
De belangrijkste reden voor jongvolwassenen om niet te sporten is dat zij andere leuke bezigheden hebben. 41% van de jongvolwassenen die niet sporten, noemt het dit als reden om niet te sporten. Andere redenen waarom jongvolwassenen niet sporten zijn:
- Geen tijd om te sporten (30%)
- Geen mensen om mee te sporten (25%)
- Sporten is te duur (21%)
- Geen of beperkte sportmogelijkheden in de buurt (20%)
Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen en mbo-onderzoek
De Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen is voor het eerst in Utrecht uitgevoerd van maart tot en met juni 2021. Jongvolwassenen van 16 tot en met 25 jaar zijn via sociale media en hun eigen netwerk benaderd om de vragenlijst in te vullen. Ongeveer 1.900 Utrechtse jongvolwassenen deden mee. Het onderzoek is uitgevoerd in coronatijd, tijdens en kort na de tweede lockdown.
Het mbo-onderzoek is uitgevoerd in het kader van het YOUth Got Talent - Dynamics of Youth project van de Universiteit Utrecht onder studenten van drie mbo-scholen in Utrecht: het Grafisch Lyceum, Nimeto en ROC Midden-Nederland. Ongeveer 1.200 mbo-studenten vulden in het najaar van 2019 de vragenlijst in tijdens een lesuur op school.
Het onderwijs vond in deze periodes deels of volledig thuis plaats. Ook waren er andere beperkingen voor het dagelijkse en sociale leven. Deze beperkingen kunnen de resultaten hebben beïnvloed. Zie de pagina over het coronavirus voor meer gezondheidsinformatie.
- Cijfers over volwassenen
-
Laagopgeleide Utrechters bewegen en sporten minder
In het najaar van 2020 voldeed 42% van de Utrechtse volwassenen (18-64 jaar) die alleen basisonderwijs, mavo of lbo hebben afgerond aan de beweegnorm. Dit percentage is lager dan het Utrechts gemiddelde van 63%. Laagopgeleide volwassenen sporten ook minder. 27% van hen geeft aan ten minste één keer per week te sporten. In Utrecht is dit gemiddeld 69% en bij volwassenen met een hbo- of wo- opleiding 78%. 18- t/m 39-jarige Utrechters voldoen vaker dan gemiddeld aan de beweegnorm en sporten ook vaker ten minste één keer per week. 55- t/m 64-jarigen doen dit minder vaak dan gemiddeld.
ImageBeweegnorm
Volwassenen bewegen voldoende als zij voldoen aan allebei de onderdelen van de beweegnorm:
- Minimaal 150 minuten per week matig intensief bewegen
- Minimaal twee keer per week spier- en botversterkende oefeningen
Met wekelijkse sporters bedoelen we in deze tekst volwassenen die ten minste één keer per week sporten.
Percentage Utrechtse volwassenen dat voldoet aan de beweegnorm niet veranderd
Het percentage Utrechtse volwassenen dat voldoet aan beide onderdelen van de beweegnorm was in het najaar van 2020 vergelijkbaar met 2016 en 2018. In vergelijking met 2016 en 2018 voldeden minder Utrechtse volwassenen in 2020 aan het onderdeel matig intensief bewegen en meer Utrechters aan het onderdeel bot- en spierversterkende activiteiten. Dit geldt met name voor volwassenen met een hbo- of wo-opleiding.
Infogram URLUtrechters sporten vaker dan inwoners van andere grote steden
Utrechtse volwassenen sporten vaker minimaal één keer per week dan volwassenen die in Rotterdam, Den Haag of Amsterdam wonen. 18-64-jarigen in Utrecht voldoen even vaak aan de beweegnorm als Amsterdamse volwassenen en vaker dan volwassen uit Rotterdam en Den Haag.
ImageInwoners van Leidsche Rijn, Overvecht, Vleuten-de Meern en Zuidwest bewegen vaker onvoldoende
Volwassenen uit de wijken Leidsche Rijn, Overvecht, Vleuten-de Meern en Zuidwest voldoen minder vaak aan de beweegnorm dan Utrechters uit andere wijken. Volwassenen uit Overvecht en Zuidwest sporten ook minder vaak elke week. 18- t/m 64-jarigen uit Noordoost, Oost en West voldoen vaker dan gemiddeld aan de beweegnorm en sporten net als volwassenen uit de Binnenstad vaker elke week.
Infogram URL - Cijfers over ouderen
-
Laagopgeleide ouderen bewegen en sporten minder
In het najaar van 2020 voldeed 26% van de Utrechtse 65-plussers die alleen basisonderwijs, mavo of lbo hebben afgerond aan de beweegnorm. Dit percentage is lager dan het Utrechts gemiddelde van 39%. Laagopgeleide ouderen sporten ook minder. 20% van hen geeft aan ten minste één keer per week te sporten. In Utrecht is dit gemiddeld 34% en bij ouderen met een hbo- of wo- opleiding 53%. 65- t/m 79-jarige Utrechters voldoen vaker aan de beweegnorm en sporten ook vaker ten minste één keer per week dan 80-plussers.
ImageBeweegnorm
Ouderen bewegen voldoende als zij voldoen aan allebei de onderdelen van de beweegnorm:
- Minimaal 150 minuten per week matig intensief bewegen
- Minimaal twee keer per week spier- en botversterkende oefeningen
Daarnaast is het voor ouderen belangrijk om balansoefeningen te doen. Met wekelijkse sporters bedoelen we in deze tekst ouderen die ten minste één keer per week sporten.
Oudere mannen voldoen vaker aan de beweegnorm dan vrouwen
Mannelijke 65-plussers voldoen vaker aan de beweegnorm dan vrouwelijke 65-plussers. 42% van de mannen en 36% van de vrouwen beweegt voldoende. Mannen voldoen vaker aan de beweegnorm omdat zij vaker dan vrouwen voldoende matig intensief bewegen. Vrouwen sporten even vaak als mannen tenminste één keer per week. Het percentage ouderen dat voldoende bot- en spierversterkende activiteiten uitvoert, verschilt ook niet tussen mannen en vrouwen. De reden hiervoor is dat sinds 2016 het percentage vrouwen dat hieraan voldoet is toegenomen.
Utrechtse ouderen bewegen vaker voldoende dan ouderen uit Den Haag of Rotterdam
Utrechtse 65-plussers voldoen vaker aan de beweegnorm dan ouderen die wonen in Den Haag of Rotterdam en net zo vaak als Amsterdamse ouderen. Ouderen uit Utrecht, Amsterdam en Den Haag sporten ongeveer even vaak minimaal één keer per week. Rotterdamse ouderen doen dit minder vaak.
Image65-plussers uit Noordwest en Overvecht bewegen minder
Ouderen uit de wijken Noordwest en Overvecht voldoen minder vaak aan de beweegnorm dan ouderen uit andere wijken. Ouderen uit Noordwest en Overvecht sporten ook minder vaak tenminste één keer per week dan ouderen uit andere wijken, net als ouderen die wonen in de wijken West of Zuidwest. 65-plussers die wonen in de wijken Noordoost, Oost of Binnenstad voldoen vaker aan de beweegnorm en sporten vaker elke week dan gemiddeld in Utrecht.
Infogram URL