Image
Twee oudere mensen zitten lachend op een bankje

Kwalitatief onderzoek: wat helpt bij veerkracht?

De coronaperiode heeft veel veerkracht gevraagd. De meeste inwoners van Utrecht kregen met één of meerdere veranderingen te maken. Bijvoorbeeld doordat (vrijwilligers)werk of dagbesteding wegviel of anders ingericht moest worden, er minder sociaal contact mogelijk was en de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg in het gedrang kwam. Deze veranderingen vormden, soms afzonderlijk, soms samen, voor veel Utrechters een (grote) uitdaging. Meer weten over veranderingen in coronatijd en het effect daarvan op de Utrechter? Lees dan de volledige speciale uitgave Veranderingen en veerkracht in coronatijd.

Utrechters gebruikten verschillende manieren om met deze uitdagingen om te gaan, die we kunnen categoriseren in vier overkoepelende elementen die helpen bij veerkrachtig kunnen zijn. Het helpt bij veerkracht als: 1) hulpbronnen van het individu aanwezig zijn en ingezet kunnen worden, 2) hulpbronnen in de omgeving aanwezig, toegankelijk, flexibel en proactief zijn, 3) inwoners kunnen putten uit eerdere levenservaringen en 4) stapeling van uitdagingen voorkomen wordt. Soms is één element voldoende om veerkrachtig te kunnen zijn, bij andere (vaak grotere) uitdagingen vraagt veerkracht om een combinatie van elementen. Hieronder volgen de vier elementen, en hun samenhang, in meer detail.

1. Hulpbronnen van het individu

Het eerste element dat helpt bij veerkracht is de aanwezigheid van hulpbronnen van het individu zoals bepaalde kennis, vaardigheden en financiële mogelijkheden. De hulpbronnen van het individu helpen bij het inschatten van (de ernst van) de uitdaging en het omgaan met de uitdaging.

Veel genoemde hulpbronnen van het individu in coronatijd waren een optimistische levenshouding en relativeringsvermogen. Zo droeg een optimistische levenshouding bij aan het zien van de coronatijd als een leerzame ervaring waar inwoners sterker van konden worden. Ook hielp het bij het accepteren van tegenslag als onderdeel van het leven

We zijn weer een ervaring rijker. Gewoon jezelf ook even de moed inspreken, van 'weet je, hier kom je uit'. Ik zag wel een soort van licht aan het einde van de tunnel. Ondanks dat er nog geen licht aan de tunnel was, zag ik het wel.

  • Fatima, 30 jaar

Hulpbronnen van het individu kunnen ook nodig zijn om hulpbronnen in de omgeving te gebruiken, zoals sociale steun en toegang tot zorg (zie tweede element). Alleen de aanwezigheid van hulpbronnen in de omgeving is vaak niet voldoende om ze te kunnen gebruiken. Dit vraagt ook veel van inwoners zelf, zoals digitale vaardigheden, kennis over het zorgsysteem en financiële mogelijkheden. Zo vertelde een inwoner dat in coronatijd de bloedprikpoli in de wijk sloot. Daardoor moest hij zelf uitzoeken waar hij nog wel bloed kon laten prikken. Daarnaast kon hij niet meer telefonisch een afspraak maken, maar moest dat digitaal. Hij had hier veel moeite mee omdat hij thuis geen internet heeft en niet voldoende digitaal vaardig is. Als laatste bleek dat hij voor het bloedprikken naar een locatie verder in de stad moest reizen, wat tijd en geld kostte.

En vroeger liep ik gewoon binnen bij het gezondheidscentrum en ze prikken dat bloed en klaar, en nu moet het helemaal digitaal, afspraak, en allemaal moeilijk gedoe. Daar heb ik wel moeite mee gehad. (…) Ik ga niet op internet helemaal een afspraak maken, is voor mij te lastig.

  • Peter, 40 jaar

 

Ook regie over eigen leven en zingeving dragen bij aan veerkracht

Het ervaren van eigen regie in het leven maakt het iemand makkelijker om zich aan te passen en terug te veren bij tegenslag. In Utrecht ervaart 92% van de volwassenen (18 t/m 64 jaar) en 84% van de ouderen (65 jaar en ouder) voldoende regie over het eigen leven. Veel Utrechters hebben door de coronapandemie minder controle over eigen leven ervaren. 39% van de volwassenen en 23% van de ouderen gaf in het najaar van 2020 aan dat zij door corona minder controle over eigen leven ervaren. Van de Utrechters in een kwetsbare situatie gaf 48% in 2021 aan dat zij minder controle over het eigen leven hebben ervaren door de coronapandemie.

Ook een zinvol leven ervaren draagt bij aan veerkracht. Als het leven betekenis en doel heeft, ervaar je eerder dat het zin heeft om met de moeilijke uitdagingen van het leven om te gaan. Zingeving maakt dat je vooruit wilt. Van de Utrechters geeft 82% van de volwassenen en ouderen aan dat hun leven betekenis en doel heeft. Ongeveer acht op de tien Utrechters ervaren dat de dingen die zij doen betekenisvol zijn. In 2020, tijdens de coronapandemie, zagen we hogere percentages van zingeving dan in 2018.

2. Hulpbronnen in de omgeving

Naast hulpbronnen van het individu zijn hulpbronnen in de omgeving een belangrijk element van veerkracht. Veelgenoemde hulpbronnen in de omgeving zijn sociale contacten, (vrijwilligers)werk, buurthuizen en zorg- en hulpverlening. Hoe ernstiger en talrijker de uitdagingen zijn, hoe belangrijker de rol van hulpbronnen in de omgeving wordt. Deze hulpbronnen kunnen echter alleen worden ingezet als ze 1) aanwezig en toegankelijk zijn, 2) passend zijn bij de behoefte van de inwoner en 3) actief aangeboden worden aan inwoners die dit nodig hebben.

Als eerste zijn de aanwezigheid en toegankelijkheid van externe hulpbronnen belangrijke voorwaarden in het omgaan met uitdagingen tijdens de coronapandemie. In de coronatijd vielen veel bekende externe hulpbronnen (tijdelijk) weg, zoals sociale steun, buurthuizen, zorgverlening, en fysiek onderwijs. Inwoners die iets wilden veranderen aan hun situatie én wisten wat ze daarvoor nodig hadden, konden daar soms niet naar handelen door het wegvallen van die hulpbronnen. Zo vertelde een inwoner die mantelzorger was voor haar partner dat ze het erg lastig vond dat dagbesteding voor haar partner wegviel in coronatijd.

Nou, [geen dagbesteding was] natuurlijk veel zwaarder. (…) Nee, dat vond ik wel jammer, hoor, dat hij niet meer [naar dagbesteding] kon. (…) Je had een dag rust, of twee dagen, wanneer hij ging. Nou, dat had je niet. Je kon nog geeneens bijkomen. En toen hij overleden was, ik was totaal uitgeput. Ik kom nu een beetje bij. Ik was zo duizelig en zo moe.

  • Ria, 70 jaar

Het is niet alleen belangrijk dat hulpbronnen in de omgeving aanwezig en toegankelijk zijn, maar ook dat ze flexibel zijn. Een flexibele hulpbron past zich aan de behoeftes en persoonlijke omstandigheden van de inwoner aan, oftewel de hulpbronnen leveren maatwerk. In de coronatijd was het hiervoor soms nodig manieren te zoeken om binnen de geldende maatregelen toch inwoners tegemoet te komen. Inwoners noemden voorbeelden van professionals met een signalerende functie, zoals zorg- en hulpverleners, teamleiders van buurthuizen en docenten. Het hielp dat zij soepeler met de regels omgingen en beperkt openbleven of op een andere manier hulp verleenden.

Toevallig deze [het buurthuis] was af en toe open (..) voor ons. Met drie of vier aan een tafel met anderhalve meter afstand. Alleen wel voor ons. Maar voor de andere klanten niet. (..) Het was best goed in het begin. Het was goed met zijn drie, vieren. Een beetje gezelligheid.

  • Hakim, 60 jaar

Als laatste kan de proactiviteit van hulpbronnen essentieel zijn. Proactiviteit van een hulpbron betekent dat hulpbronnen in de omgeving ook actief aan inwoners aangereikt kunnen worden als dat nodig is, waardoor inwoners niet afhankelijk zijn van hun zelfredzaamheid. Dit is extra van belang als een individu zelf niet voldoende hulpbronnen heeft (zoals digitale vaardigheden) om gebruik te kunnen maken van hulpbronnen in de omgeving. Ook is dit van belang in situaties waar uitdagingen zich opstapelen. Zo vertelde een inwoner dat hij depressief raakte tijdens de coronapandemie, waardoor hij zelf niet in staat was om hulp te zoeken. Zijn mentor en decaan signaleerden dat hij hulp nodig had en hebben toen hulp aangereikt.

En die [mentor] zag dat opeens mijn prestaties en mijn inleveringen (..) een beetje stagneerden. (…) Mijn mentor heeft me doorverwezen toen naar een decaan. Ik heb heel veel geluk gehad dat ik ben doorverwezen naar een decaan, (…) die zag gelijk wat er aan de hand was. Die zei van 'ga je anders hierop testen, of ga...' Die heeft me zeg maar helpen aankloppen bij de huisarts.

  • Tim, 20 jaar

Het grootste deel van de Utrechters weet zich te redden in moeilijke tijden

Zelfredzaamheid kan bijdragen aan veerkracht, maar is niet vanzelfsprekend voor iedereen. Het grootste deel van de Utrechters voelt zich zelfredzaam. Zij geven aan dat ze zich weten te redden in moeilijke tijden en dat ze zelf hulp kunnen organiseren als dat nodig is. Twee derde van de Utrechtse volwassenen (18 t/m 64 jaar) vraagt hulp aan familie, vrienden of kennissen als dat nodig is. Van de ouderen (65 jaar en ouder) is dit minder dan de helft.

Image
89% van de volwassenen en 86% van de ouderen geeft aan dat zij zich weten te redden in moeilijke tijden.

Van de Utrechters in een kwetsbare situatie vindt 64% dat ze voldoende mensen om zich heen hebben en ze vragen hen ook om hulp. 14% heeft voldoende mensen om zich heen, maar vraagt hen niet om hulp. 22% heeft onvoldoende mensen om zich heen die hen kunnen helpen als ze dat nodig hebben.

3. Eerdere levenservaringen

Een derde element dat kan helpen bij veerkracht zijn de eerdere levenservaringen van een inwoner. Enerzijds kan het eerder doormaken van soortgelijke uitdagingen helpen bij het herkennen van de uitdaging en het inschatten van de ernst ervan. Hierdoor weten inwoners beter wat er van hen gevraagd wordt en of actie nodig is. Anderzijds kunnen eerdere ervaringen helpen bij het passend reageren op uitdagingen door het herkennen en effectief inzetten van de juiste hulpbronnen. Zo wordt het makkelijker om iets aan de situatie te veranderen of om te accepteren dat het even niet goed gaat. Veelvoorkomende ervaringen die van pas kwamen in de coronatijd waren het eerder doormaken van eenzaamheid, het hebben van mentale problemen en het wegvallen van structuur en zingeving.

Een inwoner vertelt hierover wat er gebeurde toen zijn werk, met de daaraan verbonden sociale contacten, wegviel. Hij had weliswaar behoefte aan sociaal contact, maar hij kon tegelijkertijd goed omgaan met eenzaamheid omdat hij daar in het verleden al veel mee te maken had. Het eerder succesvol omgaan met eenzaamheid gaf hem het vertrouwen dat het hem nu weer zou lukken. Tegelijkertijd wist hij uit ervaring dat bezig blijven, bijvoorbeeld door te gamen of films te kijken, hem kon helpen zich minder alleen te voelen. Hierdoor kon hij deze eenzame periode makkelijker volhouden.

In mijn hele opvoeding ben ik eenzaam geweest. (…) Dus ik heb niet de behoefte dat ik altijd die aandacht moet hebben. En ik weet uit ervaring dat sommige mensen daar helemaal gek van worden [maar ik heb dat niet]. Dat ben ik gewend. (…) En de Xbox is een perfecte afleiding.

  • André, 45 jaar

Aan de andere kant kan een gebrek aan eerdere ervaringen met soortgelijke uitdagingen zorgen voor het gevoel overrompeld en overweldigd te worden. Sommige inwoners hebben weinig tegenslag ervaren in hun leven, waardoor zij geen gebruik konden maken van soortgelijke eerdere levenservaringen en het voor hen lastig kon zijn om met uitdagingen in coronatijd om te gaan.

Ik ging altijd heel erg fluitend overal doorheen. (…) En als je dan niet leert (…) om ergens hard voor [te] moeten werken, dan ga je op een gegeven moment ergens tegenaan botsen ooit. (…) Ik denk dat ik ook niet zo heel veel tegenslagen heb gehad. (…) Maar als je dat dan nu ineens tegenkomt, dan is dat even schrikken.

  • Janneke, 25 jaar

Het GECK OP U-onderzoek biedt meer zicht op hulpbronnen voor veerkracht

In de resultaten hierboven zijn verschillende hulpbronnen genoemd die voor inwoners belangrijk waren in coronatijd. Een ander kwalitatief onderzoek – het GECK OP U-onderzoek – onder Utrechters in een kwetsbare situatie in coronatijd geeft nader zicht op welke hulpbronnen belangrijk waren voor inwoners. Uitgebreidere resultaten zijn binnenkort te vinden op de website van het onderzoek.

Voorbeelden van belangrijke hulpbronnen van het individu: Voorbeelden van belangrijke hulpbronnen in de omgeving:
- het geloof
- zelfkennis
- relativeringsvermogen
- gelegenheid tot zelfontplooiing
- al gewend zijn om alleen te zijn
- een stabiel inkomen
- goed contact met gezin, familie, vrienden en buren
- goede beschikbaarheid van professionele hulpbronnen, zoals jongerenwerker, huisarts en buurtteam
- sociale cohesie in de wijk
- uitoefenen van bestaande of nieuwe hobby’s
- gezond eten en sporten

4. Voorkomen van stapeling

Een laatste element dat helpt bij veerkracht is het voorkomen van stapeling van uitdagingen. Om veerkrachtig om te kunnen gaan met uitdagingen, is het van belang dat een inwoner ruimte heeft om de uitdaging aan te gaan en er prioriteit aan kan geven. Dit is makkelijker als iemand niet met veel andere (grote of langdurige) uitdagingen te maken heeft.

In coronatijd stapelden uitdagingen zich op. Uitdagingen veroorzaakt door de coronapandemie kwamen boven op al bestaande uitdagingen. Dit was met name het geval bij inwoners die al ernstige en langdurige uitdagingen ervaarden voor coronatijd, zoals mensen die intensieve mantelzorg verleenden of ernstige mentale problemen hadden, en bij inwoners die te maken kregen met grote levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van een partner of een verhuizing. Tegelijkertijd vielen veel manieren om met uitdagingen om te gaan weg.

Hieronder vertelt een inwoner hoe de uitdagingen van de coronatijd zich stapelden op al bestaande uitdagingen. Deze zzp’er ervaarde veel stress door een grote werkopdracht, tegelijkertijd kreeg hij last van een winterdepressie. Hij had al ervaring met depressieve klachten, waar hij normaal gesproken mee omging door leuke activiteiten te ondernemen en sociale contacten op te zoeken. Vanwege de coronamaatregelen was dit echter niet mogelijk. Deze stapeling van uitdagingen leidde ertoe dat het mentaal niet goed met hem ging: zijn dag-nachtritme verslechterde, hij ging middelen gebruiken en kreeg meer last van somberheidsgevoelens.

Al met al was het [tweede helft coronatijd] mentaal gezien niet de beste periode. (…) Ja, gewoon heel slecht in je vel zitten. (…) Verschuiving van dag-nachtritme. Heel weinig motivatie. Ja, de typische somberheidsklachten, eigenlijk. (…) Meer middelengebruik. Maar of dat door corona komt? (…) Het zal niet geholpen hebben.

  • Thomas, 30 jaar

Methode kwalitatief onderzoek ‘Veranderingen en veerkracht in coronatijd’

In maart 2022 zijn 31 Utrechters geïnterviewd over hoe zij veranderingen in de coronatijd hebben ervaren en wat hen heeft geholpen daarmee om te gaan. Deze diepte-interviews gaven inzicht in wat inwoners heeft geholpen bij veerkracht in coronatijd. Aan de interviews hebben allerlei inwoners meegedaan die in een kwetsbare situatie zaten of die risico liepen om in een kwetsbare situatie terecht te komen, zoals inwoners met basisonderwijs of een vmbo-opleiding, ouders met thuiswonende kinderen en studenten. De interviews duurden ongeveer een uur en vonden plaats op een tijd en locatie naar wens van de inwoner. De namen in de rapportage zijn niet de echte namen van de geïnterviewden.

Analyse

De interviews zijn woordelijk getranscribeerd en geanalyseerd door middel van Interpretative Phenomenological Analysis (IPA). Het doel van IPA is om zo dicht mogelijk bij de ervaring van inwoners zelf te blijven. De onderzoekers probeerden tijdens de analyse als het ware in de schoenen van de inwoners te gaan staan. Tegelijkertijd stelden de onderzoekers kritische vragen bij de manier waarop een inwoner een gebeurtenis of proces ervaren heeft. Voorbeelden van dat soort vragen zijn: ‘Wat probeert de inwoner hier te bereiken? Is hier iets gaande waar de inwoner zichzelf minder bewust van is?’ Deze interpretatie van de onderzoekers is bij IPA een essentieel instrument om de ervaringen van de inwoner te begrijpen.

Representativiteit

De veelheid aan ervaringen schetst een divers en vaak complex beeld van de leefwereld van Utrechters. Het doel van kwalitatief onderzoek is niet om op basis van een representatieve steekproef een beeld te geven van deze leefwereld, maar om op zoek te gaan naar patronen, overeenkomsten en verschillen in de diverse en complexe verhalen van mensen. In dit onderzoek is data-saturatie bereikt. Dit betekent dat er geen nieuwe informatie meer werd opgehaald. De resultaten zijn hiermee representatief voor inwoners in, of met een hoog risico op, een kwetsbare situatie.