Asielopvang
- Samenvatting
-
Kinderen
- Bijna een derde van de asielzoekers is minderjarig
- Psychische problematiek onder kinderen in een AZC hoog
- Leeftijd verschilt sterk naar land van herkomst
- Ook asielkinderen hebben recht op onderwijs, zorg en begeleiding
- Aantal alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv’s) neemt na forse stijging af
- In Utrecht 39 plekken voor amv’s
- Vooral onder amv’s is de psychische nood hoog
- 60% amv’s heeft psychische hulp nodig, maar grootste deel ontvangt deze niet
Volwassenen
- Instroom nieuwe asielzoekers in Nederland neemt na forse stijging af
- Aantal nareizigers daalt ook
- Ruim 10.000 personen in Nederland in asielprocedure
- 1.000 opvangplaatsen voor asielzoekers in Utrecht
- Asielzoekers ervaren meer stress en psychische problemen dan Utrechters
- Nauwelijks sprake van tropische ziekten
- Meer asielzoekers met ernstige aandoeningen in Utrecht
- Bepaalde gezondheidsproblemen komen onder asielzoekers vaker voor
- Verschillende lichamelijke problemen bij verschillende groepen asielzoekers
- Lichamelijke gezondheid Syriërs vergelijkbaar met gemiddelde Utrechter
- Wat houdt het in?
-
Asielzoekers meer risico’s op gezondheidsproblemen
Asielzoekers hebben vaak een lange reis achter de rug met gevaarlijke, stressvolle en onhygiënische omstandigheden. Door de vlucht hebben zij een tijd geen of weinig medische zorg gehad. De gezondheidszorg in het land van herkomst was vaak niet (meer) op orde. Asielzoekers vormen daarom een kwetsbare groep met risico’s op gezondheidsproblematiek.
Asiel aanvragen
Iemand die in Nederland asiel aanvraagt noemen we een asielzoeker. Alleen mensen die in hun land van herkomst gevaar lopen vanwege oorlog, politiek geweld, seksuele geaardheid, afkomst of religie hebben recht op asiel. In de asielprocedure wordt onderzocht of dit gevaar er is. Als mensen recht hebben op asiel, worden zij erkend als vluchteling en krijgen zij een vluchtelingenstatus en verblijfsvergunning. Daarom noemen we erkende vluchtelingen ook wel statushouders. De verblijfsvergunning geldt eerst voor vijf jaar. Na vijf jaar kan een statushouder een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd aanvragen. Een statushouder kan in het kader van gezinshereniging asiel aanvragen voor familieleden die nog in het buitenland zijn. Deze mensen noemen we nareizigers.
De opvang is de verantwoordelijkheid van COA en gemeenten
Tijdens de asielprocedure is het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) verantwoordelijk voor de opvang en de gezondheidszorg van asielzoekers. Asielzoekers worden opgevangen in asielzoekerscentra (AZC’s). Gemeenten moeten de locaties daarvoor beschikbaar stellen. In Utrecht zijn drie AZC’s.
Huisartsenzorg voor asielzoekers net iets anders georganiseerd
Voor huisartsenzorg kunnen asielzoekers naar een speciale huisartsenpost in het AZC. Daar kunnen ze een afspraak maken bij de praktijkassistent. Ook kunnen ze 24 uur per dag bellen met een medische hulplijn. Bij de huisartsenpost worden ze eerst door een praktijkverpleegkundige gezien. Hij of zij doet een eerste screening. Sommige problemen kan de praktijkverpleegkundige zelf oplossen, voor andere problemen wordt een afspraak bij de huisarts gepland. Daarna is de hulp hetzelfde: indien nodig verwijst de huisarts door naar een specialist. In het AZC in Utrecht is ook een praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ) aanwezig, vergelijkbaar met een reguliere huisartsenpraktijk. Deze is er voor behandeling van (lichte) psychische problematiek.
Zorgverzekering voor asielzoekers iets beperkter
Asielzoekers zijn verzekerd via de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA). Het vergoedingenpakket voor asielzoekers is kleiner dan het gewone pakket van de basisverzekering. Asielzoekers hebben alleen recht op de medisch noodzakelijke zorg. Asielzoekers hoeven geen eigen bijdrage te betalen.
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s)
Kinderen die zonder ouders of andere begeleiders naar Nederland zijn gekomen noemen we amv’s. Alle minderjarigen in Nederland staan onder gezag van hun ouders of van een voogd. Alle amv’s krijgen een voogd van voogdijinstelling Nidos. Deze helpt het kind tijdens de asielprocedure. Amv’s die jonger zijn dan 15 jaar wonen in pleeggezinnen onder verantwoordelijkheid van Nidos. Oudere amv’s vallen onder de verantwoordelijkheid van het COA. Zij wonen in het AZC of in kleinschalige opvangvoorzieningen. Vooral amv’s die veel kans maken op een verblijfsvergunning of er al een hebben wonen in kleinschalige woonvormen. Doel daarvan is dat amv’s zo snel mogelijk integreren in de samenleving.
Vluchtelingenwerk Utrecht heeft speciaal team voor amv’s
In Utrecht neemt een speciaal op amv’s gericht team van Vluchtelingenwerk de begeleiding over wanneer de voogdij door Nidos en begeleiding die daar bij hoort stopt. Dit team richt zich zowel op jongeren zonder als met verblijfsvergunning. De begeleiding van deze jongeren is intensiever dan de reguliere begeleiding van volwassenen.
- Cijfers over kinderen
-
Bijna een derde van de asielzoekers is minderjarig
31% van de asielzoekers in Nederland is minderjarig. Betrokkenen schatten dit percentage in Utrecht ongeveer even hoog. Dat zou betekenen dat van de 1.000 plekken in de asielopvang in Utrecht er circa 310 voor kinderen zijn.
Psychische problematiek onder kinderen in een AZC hoog
Van de kinderen die in een AZC wonen heeft driekwart last van stressverschijnselen zoals slecht slapen, hoofdpijn, buikpijn, slecht eten en zindelijkheidsproblemen. Ook hebben deze kinderen verhoogde kans op kindermishandeling, hechtingsproblemen, verwaarlozing, ontwikkelingsproblemen en psychiatrische stoornissen.
Leeftijd verschilt sterk naar land van herkomst
De leeftijd van asielkinderen in Nederland verschilt sterk naar land van herkomst. 41% van de asielzoekers uit Eritrea is tussen de 14 en 18 jaar oud. Onder asielzoekers uit Syrië is het percentage kinderen onder de 14 juist hoog. Onder Afghaanse asielzoekers zijn zowel veel jongere als oudere kinderen.
Ook asielkinderen hebben recht op onderwijs, zorg en begeleiding
Alle kinderen in Nederland, dus ook kinderen zonder verblijfsvergunning, hebben in Nederland recht op onderwijs, gezondheidszorg en begeleiding. Alle kinderen vanaf 4 jaar kunnen naar school en peuters kunnen naar de voorschool als dat nodig is.
Asielkinderen hebben verhoogde kans op parentificatie
Sommige kinderen van asielzoekers nemen taken en verantwoordelijkheden van hun ouders over, bijvoorbeeld omdat zij de Nederlandse taal sneller onder de knie hebben dan hun ouders. Deze kinderen lopen het risico op ‘parentificatie’: het kind zorgt voor de ouders in plaats van andersom. Als dit over een lagere periode aanhoudt, kunnen deze kinderen grenzeloos worden in het zorgen voor anderen. Daardoor weten ze op latere leeftijd vaak niet goed wat ze zelf eigenlijk willen of voelen. Ze kampen vaak met schuldgevoelens, een negatief zelfbeeld, zijn somber of angstig.
Aantal alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv’s) neemt na forse stijging af
Na een forse stijging in 2015 neemt het aantal amv’s in Nederland weer af. Deze trend is vergelijkbaar met de algemene instroom van asielzoekers in Nederland. De instroom van amv’s uit Eritrea blijft hoog, terwijl het aantal uit Syrië sterk is afgenomen. Een nieuwe, kleine maar groeiende groep in Nederland is afkomstig uit Algerije.
ImageIn Utrecht 39 plekken voor amv’s
Voor amv’s die nog in de asielprocedure zitten zijn er in Utrecht 39 plekken. Over het algemeen zijn deze plekken allemaal bezet. Amv’s die jonger zijn dan 15 jaar wonen in pleeggezinnen. Oudere amv’s wonen in het AZC of in kleinschalige opvangvoorzieningen.
Vooral onder amv’s is de psychische nood hoog
De psychische nood is vooral onder amv’s hoog. Artsen in het asielzoekerscentrum maken zich in het bijzonder zorgen over Eritrese jongeren. Tijdens hun vlucht hebben ze vaak trauma’s opgelopen, maar ze spreken hier niet over. Wanneer amv’s uitgeprocedeerd zijn nemen de stress, slaapproblemen en depressieve klachten sterk toe als hun 18de verjaardag dichterbij komt. Als ze 18 zijn krijgen ze namelijk niet meer de bescherming die voor minderjarigen geldt en kunnen zij uitgezet worden. De artsen zien dan een duidelijke piek in hun hulpvragen. Een deel van deze jongeren raakt rond die periode uit beeld. Waarschijnlijk gaan zij de illegaliteit in.
60% amv’s heeft psychische hulp nodig, maar grootste deel ontvangt deze niet
Van de amv’s in Nederland heeft 60% behoefte aan psychische hulp, maar slechts 10 tot 20% maakt daar gebruik van. Ze zoeken zelf niet snel hulp, ze kennen de zorg in Nederland nog niet goed of vinden daarbij weinig aansluiting.
Alleenstaand en minderjarig maakt extra kwetsbaar
Alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv’s) missen de beschermende factor van het gezin. Velen maakten traumatiserende dingen mee tijdens hun vlucht. Mensenhandel speelt vaak een rol, wat gevaren meebrengt voor de achtergebleven familie. Amv’s zijn vaak laag opgeleid en hebben weinig gezondheidsvaardigheden. Ook als ze meerderjarig zijn geworden, zijn amv’s nog niet zo zelfredzaam als vaak wel van jongeren van deze leeftijd wordt verwacht.
- Cijfers over volwassenen
-
Instroom nieuwe asielzoekers in Nederland neemt na forse stijging af
Sinds 2014 groeit het aantal mensen dat asiel zoekt in Europa sterk. Dit geldt ook voor Nederland. In 2015 worden de meeste nieuwe asielaanvragen gedaan: ruim 43.000. In 2016 zoeken veel minder mensen bescherming in Nederland, er zijn ruim 18.000 aanvragen. De grootste groep asielzoekers komt uit Syrië. In de eerste helft van 2017 zet deze dalende trend zich door. Er worden dan meer eerste asielaanvragen gedaan door mensen uit landen waarvan inwoners vrijwel nooit voor asiel in Nederland in aanmerking komen.
Aantal nareizigers daalt ook
Ook het aantal asielaanvragen door nareizigers dat vanwege gezinshereniging naar Nederland komt neemt af, maar niet zo sterk als het aantal eerste asielaanvragen. In 2015 dienen 13.845 personen een verzoek in zich te kunnen herenigen met een statushouder die familie is. In 2016 zijn dat 11.815 mensen. Het overgrote deel van de nareizigers is van Syrische afkomst.
Ruim 10.000 personen in Nederland in asielprocedure
Eind 2016 zijn er in Nederland 10.411 asielzoekers die nog wachten op de beslissing op hun asielverzoek. Eind 2015 waren dit er nog 28.051.
1.000 opvangplaatsen voor asielzoekers in Utrecht
Er zijn op dit moment drie asielzoekerscentra (AZC’s) in Utrecht die samen 1.000 opvangplaatsen voor asielzoekers bieden. Een deel van de opvangplaatsen is door eigen douchte, toilet en keukenblok geschikt voor gezinnen. De meeste opvangplaatsen bestaan uit een bed in een kamer voor meerdere personen en gedeelde voorzieningen op de gang. Het aantal mensen dat in een van de AZC’s verblijft wisselt sterk. Ook het aantal opvangplaatsen is dynamisch.
Aantal opvangplaatsen in Utrechtse AZC’s:
ImageAsielzoekers ervaren meer stress en psychische problemen dan Utrechters
Artsen in het asielzoekerscentrum schatten in dat 30% tot 40% van de asielzoekers in Utrecht met stress en psychische klachten kampt. Dat is meer dan bij de Utrechtse bevolking. Een deel van de psychische klachten komt voort uit het wonen in een AZC.
Nauwelijks sprake van tropische ziekten
Kort na aankomst wordt elke asielzoeker op acute gezondheidsproblemen en op TBC gecontroleerd. Er komen maar weinig tropische ziekten voor. Het gaat meestal om al bestaande gezondheidsproblematiek die door het gebrek aan goede medische zorg tijdens de vlucht niet goed is behandeld.
Meer asielzoekers met ernstige aandoeningen in Utrecht
In de asielopvang in Utrecht worden vaker dan gemiddeld asielzoekerskinderen met een ernstige aangeboren afwijking en volwassenen met een ernstige handicap of ziekte geplaatst. Dit houdt mogelijk verband met de goede (medische) voorzieningen in en rond de stad.
Bepaalde gezondheidsproblemen komen onder asielzoekers vaker voor
In vergelijking met een gewone huisartsenpraktijk zien de artsen in het AZC Utrecht binnen de hele groep asielzoekers iets meer problemen aan het bewegingsapparaat, overgewicht, huidafwijkingen zoals eczeem, gynaecologische problemen, HIV, Hepatitis C en tuberculose. Omdat er weinig ouderen zijn komen typische ouderdomsproblemen veel minder voor. Wel valt hen op dat veel mensen er ouder uitzien dan ze zijn.
Verschillende lichamelijke problemen bij verschillende groepen asielzoekers
De gezondheidsproblemen die artsen in het AZC zien hangen samen met het land van herkomst van de asielzoekers die er op dat moment zijn. Het opleidingsniveau, de duur van de vlucht, de staat van de gezondheidszorg in het thuisland en de ziekten die daar voorkomen zijn daarbij van belang.
Lichamelijke gezondheid Syriërs vergelijkbaar met gemiddelde Utrechter
Artsen in het AZC zien weinig opvallende gezondheidsproblemen bij asielzoekers uit Syrië. Hun lichamelijke gezondheid lijkt op die van de gemiddelde Utrechter. De meeste Syriërs zijn goed opgeleid en voor de oorlog was de gezondheidszorg daar goed. De lichamelijke gezondheidsproblemen die ze hebben hadden zij voor hun vlucht ook al. Er zijn wel wat verschillen in leefstijl zoals een ander eetpatroon en meer mannen die roken.