Image
Drie kinderen op een rij

Armoede

De volgende indicatoren zijn gebruikt om armoede te beschrijven:

  • Gezinsinkomen tot bijstandsniveau (101% van het wettelijk sociaal minimum). Deze indicator is beschikbaar naar gezinssamenstelling en migratieachtergrond van de hoofdkostwinner.
  • Langdurig inkomen tot bijstandsniveau (minimaal 4 jaar). Deze indicator is beschikbaar naar gezinssamenstelling en migratieachtergrond van de hoofdkostwinner.
  • Gezinsinkomen tot de Utrechtse armoedegrens (125% van het wettelijk sociaal minimum). Deze indicator is beschikbaar naar wijk.

Verschillen in armoede naar gezinssamenstelling, migratieachtergrond en wijken
Volgens voorlopige cijfers over 2020 van het CBS, leven minderjarige thuiswonende kinderen uit een eenoudergezin, kinderen waarvan de hoofdkostwinner een niet-westerse migratieachtergrond heeft en kinderen uit de wijken Overvecht, Zuidwest, Noordwest en Zuid in 2020 vaker dan gemiddeld in armoede. Dit betekent dat zij vaker leven in een gezin dat (langdurig) rondkomt van een inkomen tot bijstandsniveau (101% wettelijk sociaal minimum) of tot de Utrechtse armoedegrens (125% van het wettelijk sociaal minimum). Kinderen uit een gezin met twee ouders, kinderen waarvan de hoofdkostwinner Nederlands is of een westerse migratieachtergrond heeft en kinderen uit de wijken Noordoost, Oost, Vleuten-de Meern, Leidsche Rijn, Binnenstad en West groeien minder vaak op in armoede.

Kinderen uit Overvecht leven het vaakst in een huishouden met een inkomen tot de Utrechtse armoedegrens in 2020

Infogram URL

Kinderen uit een eenoudergezin en kinderen met een hoofdkostwinner met een niet-westerse migratieachtergrond leven vaker in een gezin met inkomen tot bijstandsniveau. 20,8% van de kinderen uit een eenoudergezin leeft in een huishouden met inkomen tot bijstandsniveau. Onder kinderen die bij twee ouders wonen is dat 3,5%. 13,5% van de kinderen waarvan de hoofdkostwinner een niet-westerse migratieachtergrond heeft, leeft in een gezin met inkomen tot bijstandsniveau. Ook dit is hoger dan het gemiddelde in Utrecht van 6%.

Kinderen uit een eenoudergezin en met een hoofdkostwinner met niet-westerse migratieachtergrond leven ook vaker in een gezin dat langdurig (minimaal vier jaar) moet rondkomen van inkomen tot bijstandsniveau. Gemiddeld in Utrecht groeit 2,5% van de kinderen op in een gezin dat langdurig moet rondkomen van een inkomen tot bijstandsniveau. Onder kinderen uit eenoudergezinnen is dat 10,6% en onder kinderen waarvan de hoofdkostwinner een niet-westerse migratieachtergrond heeft 5,9%.

Lichte afname van verschillen in armoede naar gezinssamenstelling, migratieachtergrond en wijk
De verschillen in het percentage kinderen dat leeft in een gezin met inkomen tot bijstandsniveau naar gezinssamenstelling en migratieachtergrond nemen tot 2020 licht af. Dit komt omdat het bij elke groep licht daalt, maar bij kinderen in een eenoudergezin en kinderen met een niet-westerse hoofdkostwinner net iets sterker. In Overvecht, Zuidwest en Noordwest is het aantal kinderen in een gezin met inkomen tot de Utrechtse armoedegrens afgenomen, waardoor verschillen tussen wijken iets kleiner zijn geworden.

Percentage kinderen in een gezin dat leeft van een inkomen tot bijstandsniveau naar migratieachtergrond van hoofdkostwinner, 2015-2020 Ontwikkelingen in de verschillen tot aan 2020

Infogram URL

Lichte toename van verschillen in langdurige armoede naar gezinssamenstelling
De verschillen tussen kinderen die minimaal vier jaar opgroeien in een gezin met een inkomen tot bijstandsniveau naar gezinssamenstelling nemen iets toe: het percentage kinderen uit eenoudergezinnen dat opgroeit in een gezin dat langdurig rond moet komen van een inkomen tot bijstandsniveau stijgt licht, terwijl dit stabiel blijft voor kinderen in een gezin met beide ouders.

Percentage kinderen in een gezin dat langdurig leeft van een inkomen tot bijstandsniveau naar gezinssamenstelling, 2015-2020

Infogram URL