Gezondheid
Kwaliteit van leven
De volgende indicatoren zijn gebruikt om kwaliteit van leven te beschrijven:
- Percentage kinderen met een (heel) goed ervaren gezondheid
- Percentage kinderen dat zich meestal (heel) gelukkig voelt
- Percentage kinderen dat zich (heel) veel zorgen maakt over de toekomst
Verschillen in kwaliteit van leven naar gezinswelvaart, gezinssamenstelling, migratieachtergrond en wijk
In 2021 hebben kinderen uit groep zeven en acht die bij beide ouders wonen en kinderen die wonen in de wijk Noordoost vaker een betere kwaliteit van leven dan andere kinderen in Utrecht. Kinderen met een lage gezinswelvaart, uit een gezin met co-ouderschap, uit een eenoudergezin en met een overig niet-westerse migratieachtergrond hebben vaker een slechtere kwaliteit van leven. 23% van de kinderen met een lage gezinswelvaart maakt zich bijvoorbeeld veel zorgen over de toekomst. Dit is 12% onder kinderen met een hoge gezinswelvaart. Van de kinderen met een overig niet-westerse migratieachtergrond maakt 21% zich veel zorgen over de toekomst.
Kinderen in een gezin met lage welvaart hebben minder vaak een goed ervaren gezondheid in 2021
Verschillen in kwaliteit van leven zijn voornamelijk stabiel, maar nemen af naar migratieachtergrond en wijk
De verschillen over de jaren heen in kwaliteit van leven zijn voornamelijk stabiel. Verschillen in ervaren gezondheid en zorgen over de toekomst worden wel kleiner tussen groepen met een verschillende migratieachtergrond en tussen de Utrechtse wijken. Er is een toename van verschillen in veel zorgen over de toekomst naar gezinswelvaart.
De verschillen in ervaren gezondheid tussen groepen met een verschillende migratieachtergrond en tussen Utrechtse wijken verdwijnen tussen 2008 en 2021. De ervaren gezondheid van kinderen met een Turkse migratieachtergrond en van kinderen die in de wijken Zuid, Zuidwest, Noordwest en Overvecht wonen verbetert dusdanig dat zij niet meer significant verschillen van andere kinderen. Verschillen in veel zorgen over de toekomst worden kleiner tussen 2019 en 2021 naar migratieachtergrond en wijken, doordat kinderen met een Turkse migratieachtergrond en kinderen die in Overvecht wonen zich in 2019 duidelijk vaker veel zorgen over de toekomst maakten dan andere kinderen, maar in 2021 gemiddeld scoren. De verschillen in veel zorgen over de toekomst nemen toe naar gezinswelvaart, omdat dit sterk gestegen is onder kinderen met een lage gezinswelvaart.
Percentage kinderen met een goed ervaren gezondheid naar migratieachtergrond
Lichamelijke en mentale gezondheid
De volgende indicatoren zijn gebruikt om lichamelijke en mentale gezondheid te beschrijven:
- Percentage kinderen dat in de afgelopen week veel lichamelijke klachten heeft gehad
- Percentage kinderen met een verhoogd risico op psychosociale problemen
- Percentage kinderen dat zich (zeer) vaak gestrest voelt door een of meer factoren
- Percentage kinderen met gevoelens van faalangst
- Percentage kinderen met een gunstige score op zelfbeeld
Verschillen in gezondheid naar geslacht, gezinswelvaart, gezinssamenstelling en wijk
Meisjes, kinderen met een lage gezinswelvaart, kinderen uit een gezin met co-ouderschap of eenoudergezin, en kinderen uit Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern hebben in 2021 vaker een slechtere gezondheid. Zo voelt 34% van de kinderen uit Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern zich vaak gestrest en 36% van de kinderen uit gezinnen met lage gezinswelvaart. Gemiddeld in Utrecht is dat 29%. 29% van de kinderen uit een eenoudergezin en 27% van de kinderen uit een gezin met co-ouderschap heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen. Dit is lager onder kinderen die bij beide ouders wonen, namelijk 14%. De lichamelijke en mentale gezondheid is vaker beter bij jongens, kinderen die bij beide ouders wonen en kinderen uit de wijken Noordoost en Oost.
Meisjes hebben vaker in de afgelopen week veel lichamelijk klachten gehad in 2021
Toename van verschillen in mentale gezondheid naar gezinssamenstelling en wijk
Sommige verschillen in mentale gezondheid worden groter, terwijl verschillen in lichamelijke gezondheid stabiel zijn. Vooral verschillen in mentale gezondheid naar gezinssamenstelling en wijk worden groter. Tussen 2010 en 2021 stijgt bijvoorbeeld het risico op psychosociale problemen sterker bij kinderen uit een eenoudergezin dan kinderen die bij beide eigen ouders wonen. Ditzelfde patroon zien we ook voor gevoelens van faalangst bij kinderen uit eenoudergezinnen.
Percentage kinderen met een verhoogd risico op psychosociale problemen naar gezinssamenstelling
Ook tussen wijken zijn verschillen in mentale gezondheid groter geworden, onder andere door een sterkere stijging van faalangst en het risico op psychosociale problemen bij kinderen uit Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn, waardoor hun achterstand groter werd in het afgelopen decennium.