Image
LVB onderzoek

Er spelen vaak meerdere ernstige problemen tegelijk

Alle deelnemers hebben te maken (gehad) met ernstige problemen. Vaak spelen er meerdere problemen tegelijkertijd. Bijvoorbeeld problemen in het gezin, psychische problemen en verslaving, een onveilige leefomgeving en geldproblemen.

Problemen in het gezin

Veel deelnemers hebben te maken (gehad) met problemen in het gezin. Een groot deel van de deelnemers heeft een instabiele jeugd gehad. Zij werden vanwege hun LVB bijvoorbeeld niet geaccepteerd door hun familie en werden uitgelachen of uitgescholden. Soms hadden hun ouders zelf ook een beperking, psychische problemen, een verslaving of andere problemen.

“Ik heb ook van kinds af aan toen ik jong was, was ik zeker wel een jaar of 6, 7, heb ik eigenlijk al geen goeie jeugd gehad.[…] . Want mijn moeder, die was alcoholist. […] Mijn moeder ging elke nacht de kroeg in en ik moest mee. Ik werd apart aan een tafeltje gezet. En mijn moeder deed [het] ook met andere mannen, ik moest erbij zitten. Dat was helemaal... Dat is gewoon trauma. […] Dus ik heb eigenlijk best wel een hele rottige jeugd gehad.”

Meerdere deelnemers zijn als kind tijdelijk of blijvend uit huis geplaatst. Zij kwamen terecht in pleeggezinnen of jeugdzorginstellingen. Eén deelnemer is als jongvolwassene tijdelijk dakloos geraakt doordat het thuis slecht ging. Een aantal van deze deelnemers heeft nu zelf kinderen. Veel van deze kinderen zijn ook uit huis geplaatst.

“Mijn vader heb mij een beetje verstoten. En daar heb ik heel veel last van nu op het moment. Hij wou mij niet. Als er bezoek kwam, moest ik in de slaapkamer. […] En daar heb ik heel veel verdriet van. Ik kan er wel janken over. Ik had ook in een liefdevolle familie willen zijn met mijn vader, dat mijn vader en moeder me wilden.”

Psychische problemen en verslaving

Veel deelnemers hebben psychische problemen, zoals psychoses, een posttraumatische stressstoornis of zelfmoordgedachten. Anderen hebben last van somberheid, angsten of stress. Met sommige deelnemers gaat het nu beter dan vroeger. Bij anderen is er een risico op terugval. Ook hebben meerdere deelnemers een verslaving (gehad) aan alcohol en/of drugs. Soms is dit al op jonge leeftijd begonnen. De meeste deelnemers gebruiken nu niet meer. Een paar mensen geven aan dat het een valkuil voor hen blijft. Sommigen gebruiken regelmatig wiet, maar zien dit zelf niet als een probleem.

“Dus wij zijn grootgebracht - m'n broer en ik - met alcohol. Toen ik een jaar of tien was, dronk ik al. Met mijn veertiende was ik echt zwaar alcoholist, dus ik dronk erg volwassen kerels, dronk ik er gewoon uit. Toen ik vijftien was ben ik met de drugs begonnen. Ik heb van alles geprobeerd wat God verboden heeft. Maar het is wel steeds een valluik waar je nog steeds terecht in kan komen.”

Onveilige leefomgeving

Veel deelnemers ervaren hun leefomgeving als onveilig. Meerdere deelnemers voelen zich regelmatig onveilig thuis of op het werk. Thuis zorgen huisgenoten of buren soms voor onrust of een onveilig gevoel. Anderen voelen zich niet veilig in de buurt en blijven ('s avonds) binnen met de deur op slot. Op het werk voelen deelnemers zich soms onveilig door collega’s die agressief en onvoorspelbaar kunnen zijn. Ook hebben meerdere deelnemers misbruik meegemaakt, vaak ook recent. Een aantal zijn slachtoffer geworden van seksueel misbruik. Anderen zijn geld afhandig gemaakt of ingezet voor criminele activiteiten. Eén persoon heeft hiervoor in de gevangenis gezeten.

“Als ik wil praten met iemand [op werk] moet ik echt uitkijken, want ze kunnen je zo slaan. Als je een hand op hun schouder zet dan kan die reactie van hun anders zijn dan wat ik zou verwachten dat ze doen.”

“Dit is eigenlijk niet veilig, hier [in de buurt]. Ik voel me hier ook niet veilig met al die mensen die constant lopen te schreeuwen met die honden en dat soort dingen.”

Geldproblemen

Veel deelnemers hebben moeite met rondkomen. Sommigen maken zich zorgen over de hoge kosten van het leven, zoals de kosten van boodschappen, de regiotaxi of de WLZ-bijdrage. Anderen hebben geen geld om leuke dingen te doen. Bijvoorbeeld uitgaan met vrienden, op vakantie gaan of sporten. Ook hebben veel deelnemers schulden. Een aantal heeft hun schulden inmiddels (bijna) afbetaald. Daar hebben zij vaak hulp van een bewindvoerder bij gekregen. Het merendeel van de deelnemers staat onder bewind. Zij krijgen een weekbudget, maar dat is niet altijd genoeg om van te leven. 
 

“Dat [de regiotaxi] zo duur wordt. […] Ik betaal vijf euro heen en vijf euro terug. [..]. Soms moet ik van [werk] naar een ziekenhuis en dan verwachten ze weer dat je hier [naar werk] terugkomt. En daarna moet ik dan weer naar huis toe. Dan heb ik drie keer, soms [..] vier keer [de regiotaxi] moeten betalen. Dan ben ik soms heel veel geld kwijt op een dag.”

“De enige leuke sport wat ik zou doen is kickboksen. [Maar dat is] te duur. De U-pas is leeg.”