Image
Jongeren wandelend in park

Deel 2: Wat helpt bij veerkracht in coronatijd

Zoals het vorige deel beschrijft, kregen de meeste geïnterviewde Utrechters in coronatijd met één of meerdere veranderingen te maken. De coronapandemie zette de gezondheid onder druk en ontwrichtte het dagelijkse leven van velen. Steeds weer moesten mensen zich aanpassen aan deze veranderingen. Het proces van aanpassen aan of omgaan met belangrijke bronnen van stress of trauma, ook wel uitdagingen genoemd, noemen we veerkracht. De gewenste uitkomst van veerkracht zien we als “het behouden van gezondheid en/of welzijn, of beter dan verwacht gezien de ervaren tegenslag”.

Of en hoe mensen veerkrachtig kunnen zijn, is de uitkomst van een complex proces. Als eerste is het nodig dat mensen een verandering überhaupt als uitdaging zien. Bij sommige inwoners was de leefsituatie ten tijde van de coronacrisis al zo ingericht dat de coronamaatregelen nauwelijks invloed op hun leven hadden. Zij werkten bijvoorbeeld al thuis, of waren al gewend om weinig buiten te komen. Hierdoor was er geen sprake van een uitdaging, waardoor zij geen beroep op hun veerkracht hoefden te doen. Overigens kon de leefsituatie van inwoners veranderen gedurende de coronatijd, waardoor veranderingen tijdens de coronacrisis op het ene moment niet als uitdaging werden ervaren, maar op een ander moment wel.

Een groter deel van de geïnterviewde inwoners had wél te maken met uitdagingen in coronatijd. Zij gebruikten verschillende manieren om met deze uitdagingen om te gaan. Deze kunnen we categoriseren in vier overkoepelende elementen die helpen bij het veerkrachtig kunnen zijn. Het helpt bij veerkracht als: 1) hulpbronnen van het individu aanwezig zijn en ingezet kunnen worden, 2) hulpbronnen in de omgeving aanwezig, toegankelijk, flexibel en pro-actief zijn, 3) inwoners kunnen putten uit eerdere levenservaringen en 4) stapeling van uitdagingen voorkomen wordt. Bij sommige uitdagingen is vooral één element belangrijk geweest, bij andere (vaak grotere) uitdagingen was het nodig om meerdere elementen te combineren. Hieronder bespreken we deze elementen, en hun samenhang, in meer detail.

1. Hulpbronnen van het individu

Het eerste element dat helpt bij veerkracht zijn de hulpbronnen van het individu zoals kennis, vaardigheden en financiële mogelijkheden. Deze hulpbronnen hielpen inwoners op twee manieren met het veerkrachtig omgaan met veranderingen tijdens de coronacrisis. Ten eerste helpen deze hulpbronnen bij het inschatten van (de ernst van de) veranderingen door corona en het omgaan met veranderingen. Ten tweede waren persoonlijke hulpbronnen van belang om gebruik te kunnen maken van hulpbronnen in de omgeving.

Wat zijn hulpbronnen?

Hulpbronnen zijn de mogelijkheden die mensen hebben om met uitdagingen om te gaan. Hulpbronnen kunnen zowel van een individu zijn of zich in de omgeving bevinden. Veel genoemde voorbeelden van hulpbronnen in het individu zijn kennis of (digitale, sociale en emotionele) vaardigheden. Hulpbronnen van het individu kunnen ook materieel zijn, zoals geld, toegang tot internet of het bezitten van een auto of een computer. Voorbeelden van hulpbronnen in de omgeving zijn sociale contacten, zorg- en hulpverlening en dagbesteding of (vrijwilligers)werk.

Persoonlijke hulpbronnen om uitdagingen in te schatten

De aanwezigheid van hulpbronnen van het individu is belangrijk voor veerkracht. De meest genoemde hulpbronnen van het individu in coronatijd waren een optimistische levenshouding, relativeringsvermogen en kunnen inschatten of een uitdaging beïnvloedbaar is. Zo droeg een optimistische levenshouding bij aan het zien van de coronatijd als een leerzame ervaring en hielp het bij het accepteren van tegenslag als onderdeel van het leven. Het relativeren van de eigen situatie kon helpen om uitdagingen door corona dragelijker te maken. Het kunnen inschatten of een uitdaging wel of niet beïnvloedbaar is, kon helpen bij het accepteren van de situatie.

[Ik dacht]: weet je, hier komen we wel uit (...). We zijn weer een ervaring rijker. Gewoon jezelf ook even de moed inspreken, van 'weet je, hier kom je uit'. Ik zag wel een soort van licht aan het einde van de tunnel. Ondanks dat er nog geen licht aan de tunnel was, zag ik het wel.

  • Fatima, 30 jaar

Persoonlijke hulpbronnen helpen bij het gebruiken van hulpbronnen in de omgeving

Hulpbronnen van het individu kunnen ook nodig zijn om gebruik te maken van hulpbronnen in de omgeving, zoals sociale steun en toegang tot zorg. De aanwezigheid van hulpbronnen in de omgeving is vaak niet voldoende om ze te kunnen gebruiken. Dit vraagt ook veel van inwoners zelf, zoals kennis over waar hulpbronnen zich bevinden en hoe ze kunnen worden gebruikt. Zo wisten sommige inwoners via de wijkkrant welke activiteiten in coronatijd bleven doorgaan, waardoor ze andere weggevallen activiteiten konden vervangen. Daarnaast zijn vaak digitale vaardigheden nodig om hulpbronnen in de omgeving te kunnen gebruiken. Inwoners met weinig digitale vaardigheden of zonder toegang tot een computer, tablet of internet waren in coronatijd beperkt in hun mogelijkheid om zich aan te passen aan uitdagingen. Hierdoor weten inwoners soms niet van het bestaan van instanties of weten ze niet hoe ze toegang moeten krijgen tot instanties.

Ik wist niet dat het [buurthuis] voor volwassen mensen was, omdat ik heb ergens gewoond waar de buurthuizen niets hebben voor volwassen mensen. Alleen voor kinderen. (...) [Tot ik] toevallig [een buurthuis zag bij] buurtteam. [Buurtteam heeft een] plekje in een buurthuis [voor hun] kantoor. Dus eigenlijk [zag ik het] toevallig. (...) Dat wist ik niet, eigenlijk.

  • Zeynep, 65 jaar

2. Hulpbronnen in de omgeving

Naast hulpbronnen van het individu zijn hulpbronnen in de omgeving een belangrijk element van veerkracht. Veelgenoemde hulpbronnen in de omgeving zijn sociale contacten, (vrijwilligers)werk, buurthuizen en zorg- en hulpverlening. Hoe ernstiger en talrijker de uitdagingen waren, hoe belangrijker de rol van hulpbronnen in de omgeving werd. Alleen de aanwezigheid van deze hulpbronnen is echter niet genoeg. Hulpbronnen in de omgeving moeten ook toegankelijk zijn en passend zijn bij de inwoner. Indien nodig moeten hulpbronnen actief aangeboden worden aan inwoners.

Toegankelijkheid van hulpbronnen in de omgeving

Het is belangrijk dat hulpbronnen in de omgeving niet alleen aanwezig, maar ook toegankelijk zijn. Veel bekende externe hulpbronnen, zoals sociale steun, buurthuizen, zorgverlening, en fysiek onderwijs waren (tijdelijk) ontoegankelijk in de coronatijd. Inwoners die iets wilden veranderen aan hun situatie en wisten wat ze daarvoor nodig hadden, konden daar soms niet naar handelen doordat ze geen gebruik konden maken van deze hulpbronnen. De beperkte toegankelijkheid leidde bij een deel van de inwoners tot overbelasting en gevoelens van hulpeloosheid en stress. Daarnaast varieerde de toegankelijkheid van veel hulpbronnen gedurende de coronacrisis, waardoor er bij sommige mensen een gevoel van frustratie en uitzichtloosheid ontstond

Dus alles wordt keer op keer afgeschaft, geannuleerd, veranderd. Helemaal kut. En op een gegeven moment ben je het zat. Dat woekerde wel depressie aan. Ik denk niet dat het zo heftig zou zijn geweest als er geen corona was geweest.

  • Tim, 20 jaar

Flexibiliteit van hulpbronnen in de omgeving

Het is niet alleen belangrijk dat hulpbronnen in de omgeving aanwezig en toegankelijk zijn, maar ook dat ze flexibel zijn. Een flexibele hulpbron past zich aan de behoeftes en persoonlijke omstandigheden van de inwoner aan, oftewel er wordt maatwerk geleverd. In de coronatijd was het hiervoor soms nodig manieren te zoeken om binnen de geldende maatregelen toch inwoners tegemoet te komen. Inwoners noemden voorbeelden van professionals met een signalerende functie, zoals zorg- en hulpverleners, teamleiders van buurthuizen, en docenten, die soepeler met de regels omgingen en beperkt open bleven of op een andere manier hulp verleenden. Het hielp hierbij vaak als er een persoonlijke band was tussen deze professionals en inwoners.

Toevallig deze [het buurthuis] was af en toe open (..) Maar af en toe open voor ons. Met drie of vier aan een tafel met anderhalve meter afstand. Alleen wel voor ons. Maar voor de andere klanten niet. (..) Het was best goed in het begin. Het was goed met zijn drie, vieren. Een beetje gezelligheid.

  • Hakim, 60 jaar

Tegelijkertijd vertelden veel inwoners dat er weinig rekening gehouden werd met hun persoonlijke situatie. Veel mensen hadden moeite om telefonisch contact met hulpverleners te hebben. Hier werden vaak geen uitzonderingen op gemaakt. Daarnaast noemden een aantal inwoners de beperkte flexibiliteit van scholen bij het geven van thuisonderwijs.

En mijn andere zoontje, soms versliep hij zich. 'Ja, ik heb geen zin. De hele dag moet ik op dat ding [computer].' En toen had ik daar ook gesprekken over gehad met de [docent]... En toen zei de meester: 'ja, heel veel kinderen hebben dat. Het is gewoon onbegonnen werk', zei hij. (...) [Mijn zoon] zei: 'ik kan het gewoon niet.' Hij zei: 'regel voor mij een plek ergens waar ik kan zitten. Maar niet hier in huis, waar mijn bed is en mijn Netflix (...).' Hij zei: (...) 'Kan ik niet naar school dan gewoon? Dat ik daar alleen ga zitten', zei hij. 'Dat er een conciërge is, of zo.' Dus ik heb echt met school gesprekken gehad daarover. En op een gegeven moment ging hij [zoon] in het buurthuis zitten waar een plek was, waar hij alleen kon werken. Dat heb ik dan zo geregeld.

  • Mariam, 45 jaar

Pro-activiteit van hulpbronnen in de omgeving

Het lukt inwoners niet altijd om zelf hulpbronnen in de omgeving te gebruiken om met een uitdaging om te gaan. In dat geval is het belangrijk dat hulpbronnen in de omgeving ook pro-actief aan inwoners aangereikt worden als dat nodig is, waardoor inwoners niet afhankelijk zijn van hun zelfredzaamheid. Dit was extra van belang als er onvoldoende persoonlijke hulpbronnen waren (zoals kennis en digitale vaardigheden) om gebruik te kunnen maken van hulpbronnen in de omgeving. Ook was dit van belang in situaties waar de uitdagingen zich opstapelden. Zo vertelde Tim dat hij depressief raakte tijdens de coronacrisis, waardoor hij zelf niet in staat was om hulp te zoeken. Zijn mentor en decaan signaleerden dat hij hulp nodig had en hebben toen zelf hulp aangereikt.

En die [mentor] zag dat opeens mijn prestatie en mijn inleveringen (..) een beetje stagneerden. (…) Mijn mentor heeft me doorverwezen toen naar een decaan. Ik heb heel veel geluk gehad dat ik ben doorverwezen naar een decaan, (…) die zag gelijk wat er aan de hand was. Die zei van 'ga je anders hierop testen, of ga...' Die heeft me zeg maar helpen aankloppen bij de huisarts.

  • Tim, 20 jaar

3. Eerdere levenservaringen

Een derde element dat helpt bij veerkracht zijn eerdere levenservaringen. Deze hielpen bij het herkennen van uitdagingen en het inschatten van de ernst ervan. Daarnaast konden ze helpen bij het passend reageren op uitdagingen tijdens de coronacrisis door het herkennen en effectief inzetten van de juiste hulpbronnen.

Eerdere levenservaringen leiden tot beter inschatten van de uitdaging

Eerdere ervaringen met uitdagingen in het leven hielpen bij het inschatten van de ernst van uitdagingen. Veelvoorkomende ervaringen die van pas kwamen in de coronatijd waren het eerder doormaken van eenzaamheid, mentale problemen en het wegvallen van structuur en zingeving. Zo wist een aantal inwoners dat eenzaamheid of het wegvallen van structuur en zingeving aanleiding konden zijn voor mentale problemen, omdat zij dit al eerder hadden meegemaakt. Ze wisten wat ze konden verwachten van deze uitdaging en konden signalen van mentale problemen snel herkennen. Het eerder doormaken van een uitdaging gaf soms ook het vertrouwen dat het opnieuw doormaken van een soortgelijke uitdaging weer zou lukken. Eén inwoner vertelde bijvoorbeeld dat ze wist, door eerdere ervaringen met depressies, dat haar depressieve gevoelens in de coronatijd niet lang zouden aanhouden. Die ervaring hielp haar bij het inschatten van de ernst en de duur van de uitdaging en maakte het (iets) makkelijker om die gevoelens vol te houden.

Wat er [bij mijn depressie] al ook al die jaren daarvoor speelt... Ik probeer steeds maar weer in mijn hoofd te hebben van: "het is tot nu is het iedere keer bij jou... dan gaat het een periode goed, en dan zakt het weer een beetje. Maar dan gaat het weer goed. Dus het is bij jou niet zo van dat het continu down is."

  • Jans, 65 jaar

Aan de andere kant kon een gebrek aan eerdere ervaringen met soortgelijke uitdagingen zorgen voor het gevoel overrompeld en overweldigd te worden. Sommige inwoners hebben weinig tegenslag ervaren in hun leven, waardoor zij het lastig vonden om met de uitdagingen in de coronacrisis om te gaan.

Ik ging altijd heel erg fluitend overal doorheen. (…) En als je dan niet leert (…) om ergens hard voor [te] moeten werken, dan ga je op een gegeven moment ergens tegenaan botsen ooit. (…) Ik denk dat ik ook niet zo heel veel tegenslagen heb gehad. (…) Maar als je dat [tegenslag] dan nu ineens [tijdens de coronacrisis] tegenkomt, dan is dat even schrikken.

  • Janneke, 25 jaar

Eerdere levenservaringen zorgen voor passend kunnen reageren op een uitdaging

Eerdere ervaringen konden ook bijdragen aan het passend reageren op uitdagingen tijdens de coronacrisis. Die ervaringen konden helpen bij het herkennen van passende hulpbronnen of bij het inzetten van hulpbronnen op een effectieve manier. Zo werd het makkelijker om iets aan de situatie te veranderen of om te accepteren dat het even niet goed ging. Een voorbeeld hiervan is André. In de coronatijd kreeg hij last van eenzaamheidsgevoelens. Daar kon hij goed mee omgaan omdat hij in het verleden al veel met eenzaamheid te maken heeft gehad en daardoor wist dat het hielp om afleiding te zoeken, bijvoorbeeld door te gamen.

In mijn hele opvoeding ben ik eenzaam geweest. (…) Dus ik heb niet de behoefte dat ik altijd die aandacht moet hebben. En ik weet uit ervaring dat sommige mensen daar helemaal gek van worden [maar ik heb dat niet]. Dat ben ik gewend. (…) En de Xbox is een perfecte afleiding.

  • André, 45 jaar

Ook het eerder (succesvol) doormaken van lockdowns gaf mensen veel vertrouwen in het eigen kunnen om met mogelijke toekomstige lockdowns om te gaan.

Ja, ik hoop voor mezelf dat ik dan [bij een mogelijk volgende lockdown] minder angst zal hebben [voor het coronavirus]. Omdat ik deze periode [de eerste lockdown] natuurlijk goed doorgekomen ben uiteindelijk.

  • Jans, 65 jaar

4. Voorkomen van stapeling

Een vierde element van veerkracht is het voorkomen van stapeling. Om veerkrachtig om te kunnen gaan met uitdagingen, is het van belang dat een inwoner ruimte heeft om de uitdaging aan te gaan en er prioriteit aan kan geven. Dit is makkelijker als iemand nog niet met veel andere (grote) uitdagingen te maken heeft.

In coronatijd stapelden uitdagingen zich op. Uitdagingen veroorzaakt door de coronacrisis kwamen bovenop al bestaande uitdagingen. In coronatijd stapelden uitdagingen zich op. Uitdagingen veroorzaakt door de coronapandemie kwamen boven op al bestaande uitdagingen. Dit was met name het geval bij inwoners die al ernstige en langdurige uitdagingen ervaarden voor coronatijd, zoals mensen die intensieve mantelzorg verleenden of ernstige mentale problemen hadden, en bij inwoners die te maken kregen met grote levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van een partner of een verhuizing. Tegelijkertijd vielen veel manieren om met uitdagingen om te gaan weg.

Hieronder vertelt een inwoner hoe de uitdagingen van de coronatijd zich stapelden op al bestaande uitdagingen. Deze student was net verhuisd naar Utrecht en kwam zo midden in de coronatijd terecht in een voor hem vreemde omgeving, zonder sociale steun. Een verhuizing naar een nieuwe stad is al een verandering op zich, maar de coronamaatregelen maakten het extra lastig om een nieuw sociaal netwerk op te bouwen en het leven in Utrecht op te pakken. De combinatie van al bestaande uitdagingen en de extra uitdagingen door de coronacrisis was te veel om mee om te gaan, met mentale problemen als gevolg.

Ik had echt niemand. Echt niemand. Niemand kende ik hier. (…), Ja, je moet opeens (…) zelf opeens je eigen ouder zijn, omdat je nooit hebt geleerd hoe je voor jezelf moet zorgen. Ik mocht niet koken, ik mocht nooit... Heel veel verantwoordelijkheden werden me altijd uit handen genomen. Zie dat opeens maar in de coronatijd, zonder hulp van wie dan ook, allemaal te fixen. Daardoor is mijn depressie zeg maar heel erg gestart.

  • Tim, 20 jaar

De ernst van uitdagingen die al voor corona bestonden kon daarentegen in sommige gevallen ook verminderen tijdens de coronacrisis. Afname van het aantal verplichtingen of van maatschappelijke druk in coronatijd maakte dat sommige uitdagingen als minder ernstig werden ervaren. Dit kwam echter veel minder vaak voor dan overbelasting door uitdagingen.

Dat mensen gewoon van slag waren en iedereen thuiszat, en ik dus niet de enige was die de hele dag thuiszat en niet werkte en niet dit ging doen. Dus het gaf mij eigenlijk een beetje rust op dat moment. En dat ik zoiets had van: oké, nu kan ik even echt legaal tijd voor mezelf maken. En dat heb ik nooit kunnen accepteren. Want ik heb altijd: ja, nee, ik moet werken en ik moet dit. Dus ik ging altijd maar wat proberen, weet je. En omdat ik altijd gewerkt heb, was het voor mij heel moeilijk om altijd te accepteren dat ik in therapie moest, fulltime, zeg maar.

  • Shermila, 40 jaar