Inleiding
De winterperiode is de uitgelezen kans om een beeld te krijgen van de feitelijk dakloze mensen in de stad Utrecht. Zij hebben geen vaste woon-of verblijfplaats en maken gebruik van kortdurende opvang, slapen tijdelijk bij vrienden of familie of slapen buiten. Het aantal feitelijk dakloze mensen die gebruik maakt van de daklozenopvang is het grootst in de winter. Vanwege de weersomstandigheden zullen ook mensen die normaal buiten slapen in de opvang te vinden zijn. Door hen vragen te stellen krijgen we zicht op kenmerken en hun gezondheidssituatie.
Bij koud weer of andere extreme weersomstandigheden hoeft niemand buiten te slapen in Utrecht. Met de koudweerregeling (KWR) wil de gemeente mensen die dakloos zijn beschermen voor mogelijke gezondheidsschade door het koude weer. De KWR gaat in als de gevoelstemperatuur ’s nachts lager is dan nul graden of bij een storm met code rood. Daarmee vervallen de formele barrières voor daklozen om te overnachten in de opvang. Mensen waarvan de kans op herstel niet het grootst is in de regio Utrecht (op basis van woonverleden en netwerk) en ook mensen die geschorst zijn, kunnen dan gebruik maken van de koudweerlocatie. Hiernaast is er voor zeer kwetsbare mensen die dakloos zijn (EU-burgers en ongedocumenteerden) tijdelijk doorlopende koudweeropvang beschikbaar tussen 1 november en 1 april.
Leeswijzer
In deze longread lees je hoe dit onderzoek is uitgevoerd en worden de omvang en achtergrondkenmerken van de bezoekers in de koudweeropvang weergegeven. Daarna volgen de resultaten uit het vragenlijstonderzoek, wat is opgesplitst in drie delen. In het eerste deel worden resultaten over problematiek en zorggebruik besproken, wat gaat over welzijn en zorg, middelengebruik, sociale contacten, inkomen en schulden en daginvulling. In het tweede deel worden resultaten over kenmerken van dakloosheid besproken. Dit gaat over de duur van dakloosheid, redenen van dakloosheid en verblijfplaatsen voor en na bezoek aan de opvang. In het derde deel worden verbeterpunten van de respondenten over de Utrechtse daklozenopvang besproken.