Kenmerken van dakloosheid
Duur dakloosheid
46% van de respondenten is het afgelopen jaar voor het eerst dakloos geworden
Bijna de helft van de respondenten is het afgelopen jaar voor het eerst dakloos geworden. In 2018/2019 was dat 42%. Bij een kwart is het langer dan vijf jaar geleden dat ze voor het eerst dakloos werden.
Voor het eerst dakloos
Huidige dakloosheid duurt bij een op de drie respondenten langer dan een jaar
De duur van de huidige dakloosheid is bij 33% langer dan een jaar; bij 20% duurt het een tot vijf jaar en bij 13% langer dan vijf jaar. In 2018/2019 was 34% langer dan een jaar dakloos, waaronder 3% langer dan vijf jaar. 52% van de deelnemers is tussen een maand en een jaar dakloos. Bij 15% van de deelnemers duurt de huidige dakloosheid korter dan een maand.
Duur huidige periode dakloosheid
Reden dakloosheid
Belangrijkste reden voor huidige dakloosheid is huisuitzetting
35% van de geïnterviewden geeft huisuitzetting aan als reden van hun huidige dakloosheid. In 2018/2019 was dit 38% en de jaren ervoor bleef dit percentage nagenoeg constant. De huisuitzetting gebeurde bij 16 respondenten door een particuliere verhuurder of door een woningcorporatie. Ook vertrokken 7 mensen zelf vanwege een dreigende huisuitzetting en werden 6 respondenten uit huis gezet vanwege afloop van huisvesting van de werkgever. Voor 3 personen was er een andere reden van huisuitzetting.
29% van de respondenten werd dakloos na een conflict met partner, ouders, familie of vrienden. Een andere reden voor dakloosheid is ontslag of vertrek uit een instelling (15%), waarbij mensen voornamelijk vertrokken uit een asielzoekerscentrum. 5% had geen huisvesting bij (terug)komst in Nederland. 13% gaf aan dat ze dakloos werden vanwege een andere reden. Dit zijn vooral bezoekers uit de reguliere opvang. Bijvoorbeeld:
"Mijn been werd afgezet en ik kon daardoor niet blijven wonen"
"Mijn zus heeft 3 kinderen, ik wil geen moeite zijn voor haar"
"Ik heb er zelf voor gekozen, omdat ik ontevreden was met mijn woonruimte"
Verblijfplaatsen voor de huidige opvang
De meeste bezoekers woonden in Utrecht voordat zij dakloos werden
Voordat de deelnemers dakloos werden, woonden zij vooral in Utrecht, in de regio Utrecht of elders in Nederland. Degenen die dakloos werden in het buitenland, kwamen vooral uit de EU en een aantal buiten de EU.
Het laatste verblijf vóór de huidige dakloosheid was in de meeste gevallen een eigen woonruimte. 37% had een eigen woonruimte. 31% woonde bij partner, familie of vrienden en 16% woonde in een woonvoorziening, zorginstelling of azc. 9% woonde in een huis door werkgever verstrekt en voor 7% was het een ander verblijf.
Woonplaats voordat de bezoekers dakloos werden
23% van de bezoekers heeft in de maand voordat de KWR inging op straat geslapen
Bijna een kwart van de bezoekers in de daklozenopvang sliep in de dertig dagen voorafgaand aan de KWR één of meerdere dagen op straat. Dit geldt met name voor de respondenten uit de KWR-locaties. Mensen konden meerdere antwoorden geven. 58% gaf aan in de opvang te hebben geslapen en 24% sliep één of meerdere dagen bij een partner, familie of vrienden.
Meest voorkomende slaapplaatsen waarvan bezoekers van de opvang gebruik maakten in de dertig dagen voorafgaand aan de KWR, naar locatie
Een op vijf bezoekers kon wel eens niet terecht in de daklozenopvang
22% van de geïnterviewden heeft wel eens meegemaakt dat ze niet terecht konden in de opvang omdat het vol zat. Dit waren allemaal mensen uit de reguliere opvanglocaties. Voor zeven personen was dat korter dan een half jaar geleden op het moment dat de vragenlijst werd ingevuld. Acht personen sliepen daardoor op straat.
In 2018/2019 had 32% van de geïnterviewden wel eens meegemaakt dat ze niet terecht konden in de opvang omdat het vol zat.
37% van de deelnemers uit de KWR-locaties maakte eerder gebruik van de KWR
Dertien bezoekers uit de KWR-locaties maakten eerdere jaren ook al gebruik van de KWR. Voor acht personen was dat ook in Utrecht.
Een derde van de respondenten maakt geen gebruik van de daklozenopvang buiten de KWR
32% van de geïnterviewden zegt buiten de KWR geen gebruik van de daklozenopvang te maken. Dit zijn 29 personen, 26 daarvan sliepen in één van de KWR locaties. De belangrijkste reden voor het niet gebruiken van de opvang is het ontbreken van toegang omdat ze geen regiobinding hebben.
Verblijfplaats na de KWR
Na de KWR gaat bijna de helft van de respondenten uit de KWR-locaties op straat slapen
Op de vraag waar men gaat slapen als de KWR stopt, geeft 49% van de respondenten uit de KWR-locaties aan dat ze op straat gaan slapen. 19% geeft aan dat ze in de daklozenopvang gaan slapen. 32% heeft een andere bestemming. De meesten van de respondenten uit de KWR-locaties geven aan dat ze het nog niet weten. Verder wordt familie of vrienden, een kraakpand, de trein, illegaal bij AZC naar binnen of proberen in de gevangenis te komen genoemd.
Toekomst van respondenten zonder Nederlandse nationaliteit in Nederland
89% van de 47 niet-Nederlandse respondenten geeft aan in de toekomst in Nederland te willen blijven. In 2018/2019 gold dat voor 75% en in 2016/2017 voor 90%. Twee personen overwegen terug te gaan naar het thuisland en drie personen overwegen naar een ander land te gaan. Zeventien van de niet-Nederlandse respondenten ondervinden problemen bij het verwezenlijken van hun toekomstplannen. Problemen zijn bijvoorbeeld huisvesting, het vinden van werk en geen verblijfsvergunning hebben. Veertien personen krijgen hulp bij deze problemen, onder andere van Barka.