Image
Twee professionals lopen voor de trappen bij Jaarbeursplein

Financiële situatie

Financiële problemen zetten bestaanszekerheid onder druk

Utrechters met een laag inkomen, met schulden of die moeite hebben met rondkomen, hebben onvoldoende bestaanszekerheid. 14,8% van de huishoudens in Utrecht heeft een inkomen tot de Utrechtse armoedegrens (125% van het wettelijk sociaal minimum (WSM). Dit zijn ongeveer 23.000 huishoudens. Deze cijfers komen uit 2020 en zijn de laatst beschikbare cijfers bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Over de jaren heen neemt het percentage huishoudens met inkomen tot de Utrechtse armoedegrens licht af. Huishoudens komen wel minder makkelijk uit armoede. Het percentage Utrechters dat langdurig rond moet komen op bijstandsniveau neemt juist licht toe. Dit is precies de groep die het meeste risico heeft op gezondheidsklachten. Er is onzekerheid over de toekomstige ontwikkeling in het aantal Utrechters met financiële problemen. In het najaar van 2022 zijn inflatie en energiekosten hoog, tegelijkertijd zijn er maatregelen afgekondigd door de overheid die tot een daling moet leiden van het aantal mensen dat in armoede leeft. Lees meer over armoede en schulden in de Armoedemonitor. 

Tabel 1. Indicatoren op het gebied van financiële situatie die een risico zijn voor bestaanszekerheid

 

2018

2019

2020

2021

Huishoudens met inkomen tot Utrechtse armoedegrens (125% WSM) 

23.300

15,6%

22.900

15,0%

23.100

14,8%*

-

Huishoudens met inkomen tot bijstandsniveau (101% WSM)  

12.200

8,2%

12.100

8,0%

12.300

7,9%*

-

Huishoudens met minimaal 4 jaar inkomen tot bijstandsnivea

4.900

3,9%

5.200

4,0%

5.400

4,1%*

-

Huishoudens met inkomen tot 150% WSM

31.000

20,8%

30.500

20,0%

31.100

20,0%*

-

Geregistreerde problematische schulden 

12.640

7,1%

12.090

7,0%

12.240

6,7%

11.520

6,3%

Kan (zeer) slecht leven van inkomen 

6%

7%

-

5%

* Voorlopige cijfers van het CBS.

Utrechters die moeite hebben met rondkomen hebben een slechtere gezondheid

Utrechters die moeite hebben met rondkomen hebben vaker een achterstand in gezondheid, leefstijl en kansen op een gezond leven dan andere groepen Utrechters. Inwoners die moeite hebben met rondkomen hebben bijvoorbeeld ruim twee keer zo vaak een slecht ervaren gezondheid en zijn drie keer zo vaak ernstig eenzaam als Utrechters die geen moeite hebben met rondkomen (figuur 1). Daarnaast nemen de gezondheidsverschillen toe tussen Utrechters die moeite hebben met rondkomen en degenen die daar geen moeite mee hebben. In sommige gevallen betekent dit niet dat hun gezondheid, leefstijl of kansen op een gezond leven slechter worden, maar dat het minder snel verbetert dan bij Utrechters die geen moeite met rondkomen hebben. Lees hier meer over in de special gezondheidsverschillen.

Figuur 1. Gezondheidssituatie van Utrechters die moeite hebben met rondkomen vergeleken met Utrechters die geen moeite hebben met rondkomen

Infogram URL

De samenhang tussen rondkomen en gezondheid zoals in figuur 1 is ook zichtbaar bij Nederlanders met schulden en Utrechters met een inkomen tot de Utrechtse armoedegrens (125% van het WSM). Deze samenhang is zelfs zichtbaar bij Utrechters met een inkomen tussen 125% en 150% van het WSM. Zij hebben bijvoorbeeld meer dan twee keer zo vaak een slecht ervaren gezondheid vergeleken met degenen die leven van een inkomen boven 150% van het WSM. Ook heeft 23% onvoldoende regie over hun eigen leven. Onder inwoners met een inkomen hoger dan 150% van het WSM is dat 7%.

 

[Niet goed kunnen rondkomen] maakt ontzettend depressief, heel erg somber. Je bent heel erg bewust dat je eigenlijk nu van een soort van gratie van de overheid leeft. Dus je krijgt geld en je moet heel zuinig leven. Tegelijkertijd wil je niet... Ja, je bent arm, maar je wilt je niet arm voelen.’

Inwoner Utrecht

 

Opgroeien in armoede heeft impact op gezondheid van kinderen

In 2020 groeiden 8.000 kinderen op in een huishouden met een inkomen tot de Utrechtse armoedegrens. Het aantal kinderen dat in Utrecht opgroeit in armoede neemt in de afgelopen jaren licht af. Het aantal kinderen in een huishouden met langdurig inkomen op bijstandsniveau blijft gelijk. Armoede kan worden overgedragen van de ene generatie op de andere. Iemand die in armoede opgroeit heeft twee keer zoveel kans om als volwassene ook in armoede te leven, vergeleken met iemand die niet in armoede opgroeit. Opgroeien in armoede betekent dat inwoners op latere leeftijd ook minder kans op bestaanszekerheid hebben.

Als kinderen opgroeien in armoede heeft dat impact op hun gezondheid. Kinderen met een kansrijke start, zoals een goede leefstijl van de moeder, weinig stress tijdens de zwangerschap of een gezonde fysieke leefomgeving, zijn op latere leeftijd gemiddeld gezonder dan kinderen zonder kansrijke start. Armoede en schulden verkleinen de kans op een kansrijke start, vooral wanneer armoede of schulden langdurig aanwezig zijn. De kans om op latere leeftijd gezond te zijn en te blijven wordt hiermee ook kleiner. Uit een vragenlijst onder Utrechtse kinderen uit groep zeven en acht van de basisschool blijkt dat kinderen die leven in een gezin met een lage welvaart een minder goede gezondheid en minder kansen op een gezond leven hebben dan kinderen met een hogere gezinswelvaart. Lees hier meer over in de special gezondheidsverschillen jeugd.