Image
Drie kinderen op een rij

Sociale omgeving

Pesten en discriminatie

De volgende indicatoren zijn gebruikt om pesten en discriminatie te beschrijven:

  • Percentage kinderen dat wel eens wordt gediscrimineerd
  • Percentage kinderen dat in de laatste 3 maanden gepest is op internet of sociale media
  • Percentage kinderen dat wel eens op school wordt gepest

Verschillen in pesten en discriminatie naar gezinswelvaart, migratieachtergrond, gezinssamenstelling en wijk

In 2021 worden kinderen uit groep zeven en acht uit gezinnen met een lage gezinswelvaart, met een overige niet-westerse migratieachtergrond en kinderen uit een eenoudergezin vaker gepest en gediscrimineerd. 23% van de kinderen met een lage gezinswelvaart en 26% van de kinderen uit een eenoudergezin wordt bijvoorbeeld wel eens gepest op school. Dit overkomt 17% van alle kinderen in Utrecht gemiddeld. Kinderen zonder migratieachtergrond, kinderen die bij beide ouders wonen en kinderen uit Noordoost worden minder vaak gepest en gediscrimineerd.

Kinderen met een Marokkaanse of overig niet-westerse achtergrond worden vaker wel eens gediscrimineerd in 2021

Image
28% van de kinderen met een overig niet-westerse en 23% van de kinderen met een Marokkaanse migratieachtergrond wordt wel eens gediscrimineerd.

Toename in verschillen in pesten en discriminatie naar gezinswelvaart, verschillen in discriminatie nemen ook toe naar gezinssamenstelling

De verschillen in gepest worden en in discriminatie worden over de jaren heen groter naar gezinswelvaart. Kinderen met een lage gezinswelvaart ervaren een minder snelle daling van pesten op school dan andere kinderen. Daarnaast is er een stijging van discriminatie bij kinderen met een lage gezinswelvaart en een lichte daling bij kinderen met en hoge gezinswelvaart. Verschillen in discriminatie naar gezinssamenstelling nemen ook toe, omdat discriminatie is toegenomen bij kinderen uit een eenoudergezin. Er zijn geen veranderingen in verschillen in digitaal pesten.

Praten over problemen

De volgende indicatoren zijn gebruikt om praten over problemen te beschrijven:

  • Percentage kinderen dat vaak/altijd met iemand over problemen kan praten

Verschillen in praten over problemen naar gezinswelvaart, migratieachtergrond, gezinssamenstelling en wijk

In 2021 geven kinderen die bij beide ouders wonen en kinderen uit de wijken West en Oost vaker aan dat ze met iemand over problemen kunnen praten. Kinderen met een lage gezinswelvaart, met een overig niet-westerse migratieachtergrond en kinderen uit een eenoudergezin kunnen minder vaak met iemand over problemen praten. 62% van de kinderen uit een eenoudergezin kan bijvoorbeeld vaak met iemand over problemen praten. Onder kinderen die bij beide ouders wonen is dit 76%.

Geen verandering in verschillen voor praten over problemen

De verschillen tussen groepen kinderen in praten over problemen blijven gelijk tussen 2015 en 2021.

Schoolervaringen

De volgende indicatoren zijn gebruikt om schoolervaringen te beschrijven:

  • Percentage kinderen met concentratieproblemen op school
  • Percentage kinderen met een lage score op welbevinden op school
  • Percentage kinderen met een lage score op relatie met de leerkracht

Verschillen in schoolervaringen naar geslacht, welvaart, migratieachtergrond, gezinssamenstelling en wijk

In 2021 zijn schoolervaringen vaker gunstiger voor meisjes, kinderen uit een gezin met een gemiddelde welvaart, kinderen met een Marokkaanse migratieachtergrond, kinderen uit een gezin met beide ouders en kinderen uit de wijken Zuidwest en West. Met schoolervaringen bedoelen we welbevinden op school, de relatie met de leerkracht en concentratieproblemen. Schoolervaringen zijn vaker ongunstig voor jongens, kinderen met een lage gezinswelvaart en overig niet-westerse achtergrond. 34% van de jongens heeft bijvoorbeeld een lage score op welbevinden op school. Onder meisjes is dat 27%. Ruim een op de vier kinderen met een lage gezinswelvaart heeft een lage score voor de relatie met hun leerkracht. Onder kinderen met een gemiddelde welvaart is dat 18% en onder kinderen met een hoge gezinswelvaart 17%. Verder heeft 24% van de kinderen met een overig niet-westerse migratieachtergrond een lage score voor de relatie met de leerkracht.

Geen verandering in verschillen voor schoolervaringen

De verschillen in schoolervaringen blijven over tijd gelijk.

De thuissituatie

De volgende indicatoren zijn gebruikt om de thuissituatie te beschrijven:

  • Percentage kinderen dat een gezinslid heeft met een langdurige ziekte, handicap of verslaving
  • Percentage kinderen dat de relatie met de ouders (heel) goed vindt
  • Percentage kinderen dat thuis een of meer problemen ervaart

Verschillen in thuissituatie naar gezinssamenstelling en gezinswelvaart

In 2021 wordt de thuissituatie vaker gunstig ervaren door kinderen die bij beide ouders wonen. Zij geven vaker aan dat de relatie met ouders goed is en geven minder vaak aan dat er thuis één of meer problemen zijn. De thuissituatie wordt vaker ongunstig ervaren door kinderen uit een gezin met een lage gezinswelvaart, kinderen uit een gezin met co-ouderschap en kinderen uit een eenoudergezin.

Kinderen die bij beide ouders wonen hebben minder vaak een gezinslid met een langdurige ziekte, handicap of verslaving in 2021

Image
20% van de kinderen uit een eenoudergezin en 16% van de kinderen uit een gezin met co-ouderschap heeft een chronisch ziek gezinslid.

Toename in verschillen in de thuissituatie naar gezinswelvaart en wijk

Bij het ervaren van problemen thuis is er een toename van verschillen naar gezinswelvaart tussen 2013 en 2019 doordat kinderen uit gezinnen met een gemiddelde welvaart meer problemen zijn gaan ervaren, terwijl dit voor kinderen uit gezinnen met een hoge gezinswelvaart stabiel is gebleven. Verschillen tussen wijken in het hebben van een goede relatie met ouders worden groter, doordat kinderen uit Noordwest steeds minder vaak een goede relatie met hun ouders hebben, vooral de laatste jaren, en kinderen uit Noordoost, Zuid en Zuidwest steeds vaker een goede relatie hebben.

Percentage kinderen dat de relatie met ouders heel goed vindt naar wijk

Infogram URL

Verschillen in het hebben van een gezinslid met een langdurige ziekte, handicap of verslaving nemen toe bij kinderen naar gezinswelvaart. Tussen 2017 en 2021 is er bij kinderen met een lage gezinswelvaart een toename van een gezinslid met langdurige ziekte, handicap of verslaving, terwijl dit bij de andere kinderen gelijk blijft.

Verschillen tussen wijken in het hebben van een gezinslid met een langdurige ziekte, handicap of verslaving nemen toe door een sterkere stijging bij kinderen die in Noordwest wonen en een afname in Zuidwest.

Percentage kinderen dat een gezinslid heeft met langdurige ziekte, handicap of verslaving naar wijk

Infogram URL